Nabeurs: Kijk eens wat vaker over de grens
Nee, het probleem is dat de aandelenmarkten zichzelf ‘opeten’. Dat beperkt de keuze van aandelen en daarmee ook het rendement van beleggers.
In zowel de VS als Europa en opkomende landen verdwijnen er meer aandelen van de markt dan er bij komen, berichtte de Financial Times vorige week. Tussen 2000 en 2017 kwamen er via beursintroducties voor $821 mrd aan nieuwe aandelen op de Europese beurzen bij. In diezelfde periode verdween er echter voor bijna $5000 mrd aan aandelenkapitaal, door inkoop van eigen aandelen en opheffing van de beursnotering. In de VS en in de opkomende landen is dezelfde trend zichtbaar, schrijft de zakenkrant.
Veel minder beursfondsen
De krimp van de aandelenmarkt is nog zorgwekkender als je kijkt naar het aantal beursgenoteerde bedrijven. Dat aantal is op de Amsterdamse beurs sinds 2000 gehalveerd tot zo’n 110. Op de Amerikaanse aandelenbeurs – de grootste ter wereld – is het beeld niet anders, blijkt uit onderzoek van fondsbeheerder Vanguard. In 1996 telde de Amerikaanse beurs meer dan 7000 aandelen. Eind 2016 waren er daar nog minder dan 3800 van over.
Is de situatie echt zo zorgwekkend? Dat valt gelukkig wel mee. In hetzelfde onderzoek stelt Vanguard dat 1996 een abnormaal jaar was. Het aantal beursgenoteerde bedrijven steeg enorm als gevolg van de sterke economische groei en de beginnende technologiebubbel. Bovendien kwamen er destijds vooral veel kleine bedrijven naar de beurs, met een beurswaarde van minder dan $100 mln. Het aantal beursgangen van grote bedrijven is door de jaren heen redelijk op peil gebleven.
Later naar de beurs
Wel is het door veranderingen in Amerikaanse regelgeving eenvoudiger geworden voor bedrijven om financiering te krijgen buiten de beurs om. Met als gevolg dat deze bedrijven pas in een later stadium van hun ontwikkeling naar de beurs komen. In 2006 brachten private beleggers – zoals private equity-partijen – bedrijven waar zij een belang in hadden na gemiddeld drie jaar naar de beurs. Nu is dat zo’n zeven jaar, aldus Vanguard.
Airbnb is een goed voorbeeld van deze trend. Veel beleggers kijken uit naar een beursgang, maar topman Brian Chesky sloot dat deze week in heldere bewoordingen uit. ‘We kiezen ons eigen tijdpad’, aldus de topman van het slechts tien jaar oude bedrijf. Gelukkig is er ook zonder Airbnb en die andere niet-beursgenoteerde gigant, Uber, nog voldoende vernieuwing op de Amerikaanse aandelenmarkt.
Dow verandert meer dan AEX
De vernieuwing is zelfs in de Dow Jones Index zichtbaar. Vorig week beschreven we hoe deze index wordt samengesteld door een commissie van vijf. Deze commissie brengt pas wijzigingen als zij daar aanleiding toe ziet. Deze daardoor niet al dynamische index is de afgelopen dertig jaar meer van karakter veranderd dan de AEX Index, blijkt uit onderstaande tabel.
Aandelen als Apple, Cisco, Intel en Microsoft zijn aan de Dow Jones toegevoegd. Staal (Bethlehem Steel en US Steel) en andere ‘oude’ industrie (Eastman Kodak, GM, Goodyear, International Paper, Navistar en Westinghouse Electric) maakten plaats. De Dow Jones-commissie kan het karakter van de index de komende jaren nog verder veranderen door bedrijven als Alphabet, Amazon, Facebook en Netflix erin op te nemen.
Een ander beeld geeft de AEX. Deze heeft de afgelopen dertig jaar minder grote veranderingen laten zien. Alleen ASML en Galapagos zijn vertegenwoordigers van nieuwe en snelgroeiende sectoren. De AEX Index wordt nog steeds gedomineerd door financials en de zwaargewichten Royal Dutch Shell en Unilever.
Natuurlijk is er niets mis met Nederlandse aandelen. Succesverhalen als Aalberts, ASML, Besi, Galapagos en – redelijk recent – Takeaway.com hebben prachtige rendementen laten zien. Maar het is ook goed om af en toe eens over de grens te kijken. Daar vindt u nog meer vernieuwing voor uw portefeuille, en krijgt u toegang tot bedrijven die de wereldeconomie de komende jaren zullen domineren.