Zelfs Thermo Fisher lijdt onder Trump
Thermo Fisher Scientific, doorgaans een van de stabielste aandelen uit de sector Life Sciences Tools en Services, is dit jaar dankzij het beleid van de regering Trump bruut afgewaardeerd.
Het Franse Vinci is een van de grootste bouwbedrijven ter wereld. Ondanks het internationale karakter, ligt het zwaartepunt van de activiteiten nog heel sterk op de thuismarkt, waar meer dan 60% van de omzet geboekt wordt. De rest van Europa is goed voor bijna een kwart van de inkomsten. Het bedrijf is bekend van de constructie van grote infrastructuurprojecten zoals de Kanaaltunnel en de Pont de Normandie.
De bouwactiviteiten vormen 85% van de omzet. Het overige deel is afkomstig uit concessies voor het exploiteren van onder meer vliegtuigvelden, tolwegen en parkeergarages. De operationele winst van dit soort activiteiten ligt ruim dubbel zo hoog als bij de bouwdivisie. De relatief hoge marge en de stabiele inkomstenstroom uit concessies doen Vinci ernaar streven om de omzetbijdrage op te krikken tot 20% in 2020. Een andere doelstelling is om de inkomsten minder afhankelijk te maken van de Franse markt. Hiervoor zet Vinci sterk in op groei in opkomende markten – met name in Latijns-Amerika en Zuidoost-Azië.
Het aandeel staat genoteerd aan de beurs van Parijs, waar Qatar Holding LLC een belang van 5,35% heeft. De werknemers hebben bij elkaar een belang van bijna 10% in de eigen onderneming.
Thermo Fisher Scientific, doorgaans een van de stabielste aandelen uit de sector Life Sciences Tools en Services, is dit jaar dankzij het beleid van de regering Trump bruut afgewaardeerd.
In tegenstelling tot de vorige jaren is de Belgische wereldspeler in live (sport)verslaggeving het jaar minder sterk begonnen. Vooral door uitstel van klantenleveringen. Dat zet het aandeel (tijdelijk) onder druk.
Het winstgroeipotentieel van Colruyt Group lijkt opgeborgen te zitten in een boodschappenbak van de warenhuisketen. Structurele winstgroei is bijna onmogelijk op een competitieve Belgische retailmarkt.