Stemmen is zilver, spreken is goud
Behalve het kwartaalcijferseizoen, is ook de AVA-periode aangebroken. De komende weken organiseren tientallen bedrijven hun jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders. Zo’n tien jaar geleden waren dat meestal gezapige bijeenkomsten waar bestuurders een toelichting gaven op het beleid dat ze wilden voeren. De afgelopen jaren grijpen aandeelhouders de AVA’s echter steeds vaker aan om het management tot de orde te roepen.
Activistische beleggers zullen bijvoorbeeld dinsdag 23 mei al hebben aangestreept in de agenda. Op die dag komen de aandeelhouders van Shell bij elkaar. In 2021 trok de bijeenkomst veel aandacht toen Legal & General IM – de grootste vermogensbeheerder van het Verenigd Koninkrijk – tegen de strategie stemde die het concern had uitgestippeld voor de energietransitie. De motie werd overigens wel met 88% van de stemmen aangenomen. En vorig jaar liep de AVA 2,5 uur vertraging op door boze spreekkoren van klimaatactivisten.
Grote verschuiving
Achter dit soort protesten gaat een grote verschuiving schuil. Vermogensbeheerders zien de vergaderingen steeds meer als een middel om het duurzame beleggingsbeleid in te vullen. Ze dienen moties in om ervoor te zorgen dat bedrijven zorgvuldiger omspringen met bijvoorbeeld het milieu en de rechten van werknemers, of ze stemmen mee op dit soort voorstellen. Vaak wordt hierover zelfs een speciaal rapport uitgegeven. Vorig jaar stemde een partij zoals Robeco bijvoorbeeld mee op 62.675 voorstellen op 5.384 bijeenkomsten in 71 landen.
Actieve vermogensbeheerders krijgen echter steeds minder ruimte om zo een stempel te duwen op het bedrijfsbeleid. Door de opkomst van passief beleggen zijn grote ETF-huizen BlackRock, Vanguard en State Street samen de grootste aandeelhouder in maar liefst 88% van de S&P500-bedrijven. Om te voorkomen dat deze partijen hun stemrecht voor eigen doelstellingen aanwenden, is vorig jaar de ‘Index-act’ geïntroduceerd. Dit Amerikaanse voorstel schrijft voor dat beleggers die via een passief instrument een belang van minimaal 1% in een bedrijf hebben, zelf mogen aangeven hoe ze op aandeelhoudersvergaderingen willen stemmen.
Duurzame verandering
Het is afwachten of die ontwikkeling uiteindelijk echt bijdraagt aan een toename van de duurzame druk op het bedrijfsleven. In 2021 stemden de grote drie bijvoorbeeld mee met een voorstel van activistische belegger Engine No. 1 om meer veranderingsgezinde bestuursleden aan te stellen bij de Amerikaanse energiemaatschappij ExxonMobil.
Bovendien leverden de partijen een grote bijdrage aan de toename van het aantal vrouwen in het bestuur van Amerikaanse beursfondsen. In 2019 werden er minstens 2,5 keer zoveel vrouwen aangesteld als in 2016. Volgens onderzoek van het National Bureau of Economic Research (NBER) was mogelijk twee derde van die toename te danken aan de grote drie.
Een ander onderzoek van NBER is in potentie echter veel interessanter. Een eind 2022 gepubliceerd paper wijst uit dat ETF-huizen meer te winnen hebben bij duurzame waardegeneratie dan andere beleggers. Ondanks dat de beheervergoeding van ETF’s veel lager ligt dan die van actieve fondsen, vertaalt een toename van de beurswaarde van een onderneming zich voor een ETF-huis gemiddeld in $133.000 aan extra inkomsten.
Het wordt dan ook heel interessant om te zien of de grote drie de komende tijd vaker duurzame gesprekken aanknopen met bedrijven. Want op de lange termijn is dat een betere aanjager van duurzame verandering, dan het stembeleid op AVA’s.