Waarderingscorrectie | Europese aandelen breken de trend

Het is even wennen voor beleggers, maar Europese aandelen doen het nu al enige tijd toch echt duidelijk beter dan Amerikaanse. Volgens Morgan Stanley is de relatieve prestatie van Europese aandelen over de afgelopen drie maanden de beste in meer dan twintig jaar tijd. De ommekeer is zelfs zo sterk, zo meent de bank, dat daarmee de trend van ruim vijftien jaar achterblijven van de Europese beurs ten opzichte van de Amerikaanse is gebroken.

De inhaalrace van Europese aandelen is bepaald niet onopgemerkt gebleven en ook over de redenen ervoor tekent zich een duidelijke consensus af, die ook uit het Morgan Stanley-rapport naar voren komt. Uiteraard speelt de daling van de aardgasprijzen een belangrijke rol. Net als de heropening van de Chinese economie na de corona-lockdown. Europa heeft immers zowel gemeten in bbp als in winst een grotere blootstelling aan China dan de VS, stelt de bank.

Bovendien weten de macro-economische data uit de eurozone economen steeds positiever te verrassen terwijl de Amerikaanse data juist wat achterblijven bij de gemiddelde economenverwachting. Ook stellen analisten hun winstprognoses voor Europese aandelen nu al twaalf maanden achtereen duidelijk meer opwaarts bij dan voor Amerikaanse aandelen het geval is.

Dat aardgasprijzen, macro-economische data, China en betere winstprognoses de Europese aandelenmarkt flink hebben geholpen staat buiten kijf. Sinds medio oktober – toen de S&P500 Index het dieptepunt van 2022 bereikte – is de Stoxx Europe 600 Index met 17,3% gestegen tegen 11,8% voor de S&P500 Index (in dollars). Een verschil van 5,5 procentpunt in slechts drie maanden tijd, waarin naast de hier bovengenoemde factoren echter ook de samenstelling van de Amerikaanse beursindex een wat onderbelichte rol speelt.

Zwaargewichten

Voor 2022 kwamen jarenlang tientallen procenten van de totale winst van de S&P500 Index voor rekening van slechts een handjevol aandelen: Apple, Microsoft, Amazon, Alphabet, Tesla en Nvidia. Dit zestal kreeg een al maar grotere weging in de index, die daarmee steeds sterker werd beïnvloed door deze groep. Vorig jaar kwam er echter een bruut einde aan de enorme koerswinsten van deze aandelen en daarmee aan hun buitenproportioneel positieve bijdrage aan de S&P500. Vier van de zes aandelen deden ook nog eens niet of nauwelijks mee aan het herstel sinds medio oktober waarin de index in totaal 416 punten won. De koersverliezen van Tesla, Amazon, Apple en Alphabet kostten de Amerikaanse beursindex de afgelopen drie maanden maar liefst 47,5 indexpunten.

Hoe sterk de – negatieve – invloed van deze index-zwaargewichten was blijkt uit de koersontwikkeling van de gelijk gewogen S&P500 Index, waarin alle aandelen niet naar beurswaarde zijn gerangschikt maar een gelijke weging hebben. Deze  index won de afgelopen drie maanden 16,5% (in dollars). Dat is 4,5% beter dan de ‘gewone’ S&P500 Index en slechts 0,8 procentpunt slechter dan de Stoxx Europe 600 Index (zie grafiek). De inhaalslag van de nog altijd relatief laag gewaardeerde Europese beurs is niet alleen het gevolg van de vaak genoemde factoren maar heeft ook nog een zetje gekregen van de waarderingscorrectie van de tot begin vorig jaar nog zo onaantastbaar geachte Amerikaanse beursgiganten.