BAM | Grote infraprojecten blijven bouwer achtervolgen
Bouwconcern BAM heeft 2021 afgesloten met een voor bijzondere posten geschoonde ebitda van €278,4 mln, tegen €200,8 mln het jaar daarvoor. Ondanks diverse desinvesteringen steeg de omzet met 7% naar €7,3 mrd. Daarmee lag de operationele winstmarge op 3,8%, boven de eigen verwachting van BAM van 3,5%. De analistenconsensus mikte echter op een marge van 3,9%.
Vooral de Nederlandse infradivisie stelde teleur, met een break-even ebitda. Het onderdeel moest een voorziening nemen op een groot infraproject. Door diverse bijzondere posten hield BAM onder de streep slechts €18 mln over, waar analisten hadden gerekend op €58 mln.
Aandeel BAM blijft koopwaardig
Los van de Nederlandse infratak presteerden de andere kernactiviteiten (bouw Nederland, Verenigd Koninkrijk en Ierland) wel goed. BAM verwacht dit jaar dan ook een verdere margestijging. Het doel van 5% in 2023 is pas haalbaar als het lek bij de infratak boven is. Ik heb hier echter vertrouwen in en handhaaf voor het aandeel BAM het koopadvies.