ABN Amro vindt inflatiezorgen (Nederland) onterecht
Door de heropening van de economie en het hernieuwde consumentenvertrouwen herstelde de economische activiteit in het tweede kwartaal. In de eurozone veerde de economie op kwartaalbasis met 2% op en groeide de Nederlandse economie met 3,1%. De aanbodzijde van de economie heeft echter moeite om de snel terugkerende vraag te bedienen. Door de mondiale mismatch tussen vraag en aanbod zijn vooral de producentenprijzen de afgelopen maanden sterk toegenomen.
Sinds de heropening van de Nederlands economie bedroeg de gemiddelde stijging van de consumentenprijsindex (CPI) daardoor circa 2%, waar het langjarig gemiddelde op 1,6% ligt.
Afzwakking
ABN Amro verwacht echter dat de inflatie de komende maanden enigszins afzwakt. De handelsverstoringen en hogere grondstofprijzen zijn van tijdelijke aard, waardoor het goederenaanbod snel op het oude niveau zal terugkeren, denken de analisten. ABN Amro rekent daarbij voor de komende jaren op een loonstijging van 2 à 3% per jaar. Dat zal echter niet tot een te hoge inflatie leiden, vooral niet omdat de productie per werknemer is gestegen waardoor de loonkosten per eenheid product minder hard stijgen dan de lonen.
De bank verwacht dat, mede dankzij de hogere grondstofprijzen en de lichte stijging van de lonen in de tweede helft van dit jaar, de Nederlandse inflatie in 2021 uitkomt op gemiddeld 1,9%, wat ongeveer gelijk zal zijn aan de inflatie in de eurozone van 2%.
Normalisering
Voor 2022 gaat ABN Amro ervan uit dat ondanks de hogere lonen het reëel besteedbaar inkomen afneemt en daarmee de consumptievraag normaliseert. Bovendien denken de analisten niet dat het opgepotte spaargeld zal leiden tot een grote opleving van de consumptie, waardoor de inflatiedruk vanuit de vraagkant zal afnemen.
In 2022, als de grondstofprijzen uit de inflatie lopen en de arbeidsmarktkrapte in Nederland afneemt, zal volgens ABN Amro de inflatie teruglopen. Deze zal in Nederland uitkomen rond de 1,2% en voor de eurozone op 0,8%.