Europa kan de VS eindelijk weer echt partij bieden

Dat de Amerikaanse aandelenmarkt in het coronajaar 2020 met 16,6% steeg was al opmerkelijk, maar hoe die winst tot stand kwam was nog opmerkelijker. Van de bijna 535 indexpunten die de S&P500 Index vorig jaar won, kwamen er volgens berekeningen uit ons Bloomberg-systeem ruim 251 voor rekening van slechts drie aandelen: Apple, Amazon en Microsoft. Daarmee was dit drietal goed voor 47% van de totale ‘netto-puntenwinst’ van de S&P500 Index in 2020, terwijl afgelopen jaar toch 65% aandelen uit de index wisten te stijgen.

Ik dacht dat de situatie in 2019 al extreem was. Toen waren vijf technologie-aandelen verantwoordelijk voor een kwart van de winst van de S&P500 Index. Maar 2020 wist 2019 dus nog te overtreffen. Ook de Europese beurs werd vorig jaar door een relatief kleine groep aandelen gedomineerd, maar het beeld was lang niet zo extreem als op de Amerikaanse beurs. In 2020 verloor de Stoxx Europe 600 Index zo’n 17 indexpunten, ruim 4%. Iets meer dan de helft van de aandelen uit deze pan-Europese index eindigde in 2020 in de min.

Ander beeld

De daling van de Stoxx Europe 600 Index was echter nog groter geweest als ASML, Adyen en LVMH niet zulke forse koerswinsten hadden geboekt. De drie aandelen waren volgens Bloomberg vorig jaar goed voor opgeteld ruim vijf indexpunten. Toch konden deze drie indextoppers de verliezen van onder meer HSBC (36,5%), BP (42,5%) en Royal Dutch Shell (41,7%) over het afgelopen jaar niet compenseren. Bij elkaar opgeteld kostten deze verliezen de Stoxx Europe 600 Index in 2020 ruim zeven indexpunten.

Ook in de VS stonden de energie- en bankaandelen afgelopen jaar onder druk. Chevron verloor 25,5%, Exxon Mobil 35,9% en Wells Fargo 41,4%. Maar de invloed van deze koersverliezen op de index als geheel was veel kleiner dan in Europa. De koersdalingen van het drietal leverden de S&P500 Index een verlies 29,6 indexpunten op, maar dat verlies werd volledig gecompenseerd door de winst van één aandeel: Alphabet.

Hoe anders is het beeld van de Amerikaanse en Europese beurs dit jaar. De S&P500 Index heeft tot nu toe een kleine 231 indexpunten gewonnen, oftewel 6,2%. Nog steeds zijn de bijdragen van Alphabet (24,5 indexpunten) en Microsoft (14,9 indexpunten) belangrijk. Maar naast deze technologie-aandelen hebben nu ook aandelen uit andere sectoren – zoals J.P. Morgan, Exxon Mobil, Berkshire Hathaway en Deere – een flinke bijdrage aan de indexwinst geleverd. Zo’n 80% van de aandelen uit de S&P500 Index staat dit jaar hoger en dat is meer dan in 2020.

Zwaargewichten

Ook heel anders dan vorig jaar is de indexbijdrage van Apple en Amazon. Deze twee aandelen leveren de S&P500 Index dit jaar een verlies van 25 indexpunten op. Dat is bijna net zo veel als Chevron, Exxon Mobil en Wells Fargo vorig jaar verloren. Maar opvallend is dat bij de zwaargewichten Apple en Amazon koersdalingen van nog geen 6% al tot dergelijke puntenverliezen voor de S&P500 Index hebben geleid, terwijl daar bij Chevron, Exxon Mobil en Well Fargo koersdalingen van tientallen procenten voor nodig waren.

Ook in Europa is het beeld sterk veranderd. Nog steeds levert ASML de grootste bijdrage aan de Stoxx Europe 600 Index, die dit jaar 6,6% in de plus staat. Maar de index wordt nu breder gedragen. Bijna 69% van de aandelen uit de index staat hoger en sectoren die traditioneel een relatief zware weging hebben in de Europese index – zoals Energie en Banken – kennen tot nu toe een prima jaar. Door de sectorrotatie en breder gedragen stijging op de aandelenbeurzen kan Europa de VS eindelijk weer echt partij bieden. En als het economisch herstel van het coronavirus aanhoudt, zal dat beeld waarschijnlijk niet veranderen.