Wel of geen vreemde spagaat?
Een vreemde spagaat, vinden nogal wat lezers van mijn columns. Mijn mailbox is de afgelopen weken dan ook ontploft door alle verzoeken om tekst en uitleg.
Waardering van de beurs
Mijn enthousiasme wordt gevoed door twee groepen beleggers die niet beseffen hoe duur de beurs op dit moment is. Nieuwe beleggers vormen de eerste groep. Zij zien vaak ten onrechte een verband tussen een mooi bedrijf en mooi rendement. Zo heeft een goede vriend van mij het aandeel Apple gekocht omdat hij de producten van dit bedrijf zo geweldig vindt. En als hij zo’n grote Apple-fan is, denkt hij, zijn er vast een heleboel anderen voor wie dat ook geldt waardoor er in de toekomst meer Apple-producten zullen worden verkocht.
Ik probeer hem uit te leggen dat een bedrijf met een omvang van $2 bln niet op een koers-winstverhouding van 40 moet noteren, want vijf jaar geleden was de k/w nog 15. Ook toen waren de producten van Apple al heel mooi. En gaat het aandeel terug naar de koers-winstverhouding van vijf jaar geleden, dan betekent dit een daling van 50%. Mij lijkt dat logisch, maar hij denkt er anders over.
De tweede groep die te weinig oog heeft voor de hoge waardering van de beurs bestaat uit ETF-beleggers. Die denken niet na over waardering, maar kopen maandelijks van een vast percentage van hun inkomen ETF’s. Deze stroom aan maandelijkse ETF-kopers is inmiddels zo groot geworden dat tijdens de aandelencrash van maart het beheerd vermogen toenam van ETF’s met als onderliggende waarde de Verenigde Staten – een unicum in de geschiedenis van beurscrashes.
De combinatie van een afnemend aantal Amerikaanse aandelen en een afnemend aantal aandelen per bedrijf als gevolg van inkoopprogramma’s zorgt ervoor dat aandelenkoersen worden opgestuwd. Dat belangrijke groepen beleggers daarbij te weinig oog hebben voor de waardering, versterkt dit effect alleen maar. Zolang zij hun investeringen vertaald zien in stijgende beurskoersen, neemt het vertrouwen toe waardoor er nog meer geld wordt geïnvesteerd.
Reden genoeg
Daar komt nog bij dat centrale banken de financiële markten stimuleren, overheden met steunacties de lokale economieën aanjagen en de coronavaccins zullen zorgen voor heropening van de economieën – iets dat gepaard zal zijn met een sterke inhaalvraag. Redenen genoeg dus om, zeepbel of niet, te verwachten dat de huidige bullmarkt nog niet ten einde is.