Markten wijzen in verschillende richtingen
Heel even bereikte de S&P500 Index begin deze week het niveau waarop het koersverlies van dit jaar weer helemaal was goedgemaakt. Dat snelle beursherstel lijkt in tegenspraak met de zware recessie in de VS en de winstontwikkeling van Amerikaanse bedrijven. Volgens indexaanbieder Standard & Poor’s (S&P) hebben analisten hun verwachting voor de gemiddelde winst per aandeel van de bedrijven uit de S&P500 Index voor het tweede kwartaal sinds begin dit jaar bijna gehalveerd. Beurs en economie lopen helemaal uiteen, wordt dan gezegd.
Toch is er misschien wel een verklaring te vinden voor de forse koersstijgingen van de Amerikaanse beurs. Want de macro-economische data uit de VS mogen dan in absolute zin niet vrolijk stemmen, ze zijn steeds vaker beter dan verwacht. Bijna iedere dag worden er data gepubliceerd die worden vergeleken met de gemiddelde verwachting van economen. De bank Citi houdt dit allemaal bij en heeft daar de Citi Economic Surprise Index van gemaakt. Een positief getal geeft aan dat de economische data positief hebben verrast. In de tweede week van maart stond de index op bijna 74.
Beter dan verwacht
Toen de omvang van de coronacrisis steeds duidelijker werd, stortte de Citi Economic Surprise Index voor de VS medio april echter in tot -133. Daarna werden de Amerikaanse economische data steeds wat minder erg dan verwacht en later zelfs steeds beter dan verwacht. Daardoor steeg Citi’s ‘verrassingsindex’ eind vorige week tot bijna 226. Die beter dan verwachte economische cijfers zijn echter aan de Amerikaanse tienjaarsrente voorbij gegaan. De tienjaarsrente staat slechts enkele basispunten hoger dan het dieptepunt dat in de derde week van april werd bereikt (zie grafiek).
En dat terwijl de inflatieverwachtingen voor de lange termijn sinds medio maart wel weer zijn gestegen. Normaal gesproken, zo laat strateeg Albert Edwards van Société Générale zien, loopt de lange rente juist op wanneer de economische data positiever verrassen. ‘Als de tienjaarsrente al niet stijgt bij positieve economische data, wat gebeurt er dan wel niet met de rente als de data gaan tegenvallen’, aldus Edwards. De Amerikaanse aandelen- en obligatiemarkt lijken daarmee verschillende signalen over de Amerikaanse economie af te geven.
Maffe wereld
Het lot van beide markten valt echter niet los te zien van het extreem stimulerende beleid van de Federal Reserve. In vier maanden tijd heeft de centrale bank voor $1,7 bln aan staatsobligaties gekocht waardoor er nu voor $4,2 bln aan staatsleningen op de balans van in totaal $7,0 bln staat. Kwantitatieve strategie-collega’s van Edwards bij Société Générale (SG) berekenden dat sinds maart de balans van de Federal Reserve met 35% is gestegen tegen 36% voor de S&P500 Index. Sinds eind 2008 is de balans van de centrale bank met 216% toegenomen en heeft de S&P500 Index 235% gewonnen. Turbulentie op de beurzen of alleen al negatief sentiment heeft geleid tot enorme interventies van centrale banken die de koersen opstuwen. ‘De connectie tussen financiële markten en onderliggende economische ontwikkelingen lijkt verbroken te zijn door extreem – maar goed bedoeld – monetair beleid’, aldus de kwantitatieve strategen.
Edwards vat de situatie bondiger samen met ‘het is een maffe wereld’. En het wordt – om in zijn vocabulaire te blijven – waarschijnlijk nog wel maffer. Jim Reid, de nuchtere strateeg van Deutsche Bank, spreekt de niet onlogische maar wel wat zorgwekkende verwachting uit dat de balans van de Federal Reserve – en andere centrale banken – de komende tien jaar ‘zullen exploderen’. Dit om de steeds verder oplopende en toch al ongezond hoge staats- en bedrijfsschulden te financieren. Voor de kredietcrisis zou deze gedachte ongehoord zijn geweest, nu kijken we er nauwelijks meer van op.