ABN Amro | Kwartaal vol teleurstellingen
ABN Amro heeft in het eerste kwartaal een winst van €478 mln zien omslaan in een verlies van €395 mln. Eind maart had de onderneming al gewaarschuwd voor rode cijfers, maar de omvang van het verlies is aanzienlijk groter dan verwacht. Dat is voor een groot deel te wijten aan twee specifieke tegenvallers: de Amerikaanse clearingbank boekte een verlies van €235 mln omdat een grote klant in de problemen kwam en in Singapore leverde een fraudegeval €225 mln schade op. Daarnaast heeft ABN Amro €511 mln opzij gezet voor de economische impact van de coronapandemie en de felle daling van de olieprijs. Voor heel 2020 verwacht de bank dat de risicokosten uitkomen op circa €2,5 mrd. Dat komt neer op 90 basispunten. Daarmee liggen de risicokosten een stuk hoger dan gebruikelijk, maar wel lager dan de 132 basispunten in het eerste kwartaal.
EERSTEKWARTAALCIJFERS | ||
In € mln | 2020 | 2019 |
Totale baten | 1924 | 2081 |
Totale lasten | 1300 | 1327 |
Nettowinst | -395 | 478 |
Lichtpuntje
Ook in operationeel opzicht maakten de kwartaalcijfers weinig indruk. Anders dan bij sectorfavoriet ING, namen de netto rente-inkomsten iets af: -3% naar €1,5 mrd. De commissie-inkomsten namen met 6% toe naar €438 mln, maar omdat ook de overige inkomsten flink lager uitpakten, daalden de totale baten met 8% naar €1,9 mrd. Een lichtpuntje was dat ABN Amro de operationele kosten in het eerste kwartaal goed in de hand hield: -2% naar €1,3 mrd. Dat is vooral te danken aan een daling van de personeelskosten met 6% naar €531 mln. Het is echter de vraag of de bank erin slaagt die loonkosten ook in de toekomst laag te houden, met het oog op het op orde brengen van alle klantdossiers.
Risicomanagement schiet tekort
De tegenvallers door de Amerikaanse clearingbank en de Singaporese fraude onderstrepen het belang van beter risicomanagement. Dat heeft absoluut prioriteit voor de nieuwe topman Robert Swaak. Ze leiden echter ook de aandacht af van de traditionele bankactiviteiten op de Nederlandse thuismarkt – die redelijk goed door de coronacrisis lijken te komen – en van de sterke kapitaalbuffer. Zelfs na het kwartaalverlies komt de CET1 op 17,3%. Onder de strengere Basel IV-norm is dat circa 14%. De stevige kapitaalpositie, de zeer lage waardering en de ruimte die Swaak heeft om te focussen op de Nederlandse kernactiviteiten geven aanleiding om verder te kijken dan het teleurstellende kwartaal en het koopadvies te handhaven.