Extreem weer teistert grondstofmarkten
Extreme weersomstandigheden doen zich steeds vaker voor en het effect ervan op grondstofrijke landen wordt steeds groter. Zo kwam in februari vorig jaar door een overstroming in Noordoost-Australië maar liefst 25.000 km2 land onder water te staan. In slechts zeven dagen tijd viel evenveel regen als normaal in een heel jaar. De watersnood zorgde, naast veel menselijk leed, ook voor een economische catastrofe: mijnen liepen onder, 600.000 runderen verdronken en veel oogsten gingen verloren. Aan het eind van het jaar werd Australië juist geteisterd door extreme droogte, veroorzaakt door temperaturen die in sommige delen van het land opliepen tot bijna 50 graden. De hitte ging gepaard met enorme branden, die een verwoestende uitwerking hadden op mensen, dieren en de leefomgeving.
Overal in de wereld groeit de kans op extreem weer, zoals hittegolven, extreme droogte of zware neerslag. Uit de Global Climate Risk Index 2020, samengesteld door de ngo Germanwatch, blijkt dat het aantal gevallen van extreem weer jaarlijks stijgt. Dit heeft direct gevolgen voor de productie in agrarische grondstofmarkten en industriële metaalmarkten.
Zaaien en oogsten
Het weer is in agrarische grondstofmarkten altijd een factor van belang geweest. Extremere weersomstandigheden verstoren de vraag- en aanbodverhoudingen en leiden tot grotere prijsbewegingen. Dit heeft uiteraard effect op het inkomen van de boer, maar het zorgt ook voor een daling van de export en het leidt tot volatiele voedselprijzen.
Afgelopen jaar kregen veel grondstofrijke landen wereldwijd te maken met extreme weersomstandigheden. Zo is de groei van de productie van palmolie in Indonesië – ’s werelds grootste producent – sterk vertraagd door extreme droogte eind vorig jaar. Dat resulteerde in flink hogere palmolieprijzen, helemaal omdat het gebruik van biodiesel uit palmolie sterk blijft toenemen.
In de Verenigde Staten zorgden hevige regenval en onverwachte koude periodes in juni vorig jaar voor aanzienlijke vertragingen bij het zaaien van sojabonen en maïs. Normaal gesproken is het inzaaien van maïs begin mei klaar, maar door het weer werd het juni. Sojabonen worden normaliter ingezaaid na maïs en ook hier liep het inzaaien dus vertraging op. De kortere groeiperiode van beide gewassen zorgde voor een lagere kwaliteit, en kleinere oogst en dus hogere prijzen.
Door beperkte regenval in Latijns Amerika eind 2019 viel de oogst van Arabica- koffie tegen. Dat leverde kwaliteitsverlies op en een afnemend aanbod. Bij een toenemende of zelfs stabiele vraag naar koffie neemt de koffieprijs toe.
Bovengemiddelde regenval in West Afrika zorgde er in september en oktober vorig jaar voor dat de cacaoproductie werd gehinderd door excessieve schimmelvorming. Cacaobonen gingen rotten en het aanbod liep terug.
Cycloonseizoen
Ook de industriële metaalmarkten raken steeds meer in de greep van de weersomstandigheden. Als in de mijnbouw, waar de ertsen worden ontgonnen, de output stokt, dan daalt ook de productie van geraffineerde metalen. In 2019 waren de weerincidenten weer talrijk. Zo zijn de overstromingen in Noordoost-Australië een bijna jaarlijks terugkerende gebeurtenis, en het lijkt steeds erger te worden. De kolenmijnen in de regio komen onder water te staan. Dat tast de kwaliteit van de cokeskolen aan en verlaagt de output. Daarnaast leggen de overstromingen de infrastructuur rond de mijnen vaak voor langere tijd volledig lam.
Het noordwesten van Australië krijgt jaarlijks te maken met een cycloonseizoen. De kans op cyclonen is hier het grootst in de periode november-april. Aangezien de regio rijk is aan ijzererts, komt het regelmatig voor dat bulkschepen in deze periode niet kunnen aanmeren of uitvaren.
In februari vorig jaar werden kopermijnen in Chili stilgelegd vanwege hevige regenval. En net als in Australië, was het in december juist extreem droog in Chili, met een watertekort tot gevolg. Aangezien bij het ontginnen van koper veel water nodig is, wordt het vrijwel onmogelijk voor mijnbouwbedrijven om de productie op peil te houden.
Conclusie
Het is duidelijk dat extreme weersomstandigheden een aanbodverstoring in veel grondstofmarkten met zich meebrengen. Dit zorgt voor hogere prijzen. Veel onderzoeken voorspellen bovendien dat het nog erger wordt. Dat vergroot de onzekerheid in de grondstofmarkten. Weliswaar zijn sommige aanbodverstoringen tijdelijk van aard, maar in andere gevallen kan de impact veel langduriger zijn. En ondanks de redelijk goede voorspelbaarheid van de ontwikkelingen, blijft het in grondstofmarkten wachten tot de storm is overgewaaid.
Casper Burgering is senior econoom industriële metalen & agrarische grondstoffen bij ABN Amro.