Column: Beleggen met honderden miljarden
De grootste beleggers op de wereld zijn staatsfondsen. Het grootste gedeelte hiervan is gevuld met geld dat is verdiend met de verkoop van olie en gas. Zo heeft Noorwegen een staatsfonds van $825 mrd, Abu Dhabi van $773 mrd, Saudi-Arabië van $669 mrd, Koeweit van $592 mrd en Qatar van $256 mrd. In totaal is er wereldwijd voor een bedrag van $4,05 bln aan vermogen verzameld door het verkopen van olie en gas. Die duizenden miljarden zijn wereldwijd belegd in aandelen, obligaties, vastgoed, edelmetalen en alternatieve investeringen.
De staatsfondsen zijn bedoeld om op terug te vallen in tijden van crisis. Momenteel doet zo’n situatie zich voor in Saudi-Arabië, dat heel hard geraakt wordt door de dalende olieprijs. Het land haalt 80% van zijn inkomsten uit olie, en meldde dat het begrotingstekort bij een olieprijs van $50 per vat in de dubbele cijfers komt. Het IMF berekende dat Saudi-Arabië een prijs van $106 nodig heeft om kosten en inkomsten in evenwicht te houden. De prijs van Brent-olie dook deze week onder de $28. Crisis dus.
Maar ook in andere grondstoffenlanden gaat het niet lekker, zo blijkt uit de valutakoersen. Zo krijgen beleggers krijgen deze week 48% meer Noorse kronen voor een Amerikaanse dollar dan op 1 januari 2014, en zelfs 141% meer Russische roebels.
De staatsfondsen zijn de afgelopen anderhalf jaar rustig aan het verkopen geslagen. Sinds juni 2014 is er voor $72 mrd verkocht uit staatsfondsen die zijn opgebouwd met het winnen van olie en gas. Kijkend naar de begrotingstekorten van verschillende landen, is dit echter een druppel op een gloeiende plaat. De landen hopen dat de prijzen van olie en gas snel omhoog gaan. Mocht dit niet gebeuren, dan slaan de grootste beleggers op de wereld zonder twijfel aan het verkopen.