Drama Europese telecom- en nutsaandelen
Wie bij de selectie van aandelen alleen oog heeft voor de hoogte van het dividend, komt vaak bedrogen uit. Vooral veel bekende Europese nuts- en telecomaandelen presteerden de laatste jaren dramatisch op de beurs, ook inclusief het ontvangen dividend.
Als we naar de grootste stijgers en dalers kijken voor verschillende toonaangevende indices zien we in Europa zowel dit jaar als de laatste vijf jaar en zelfs de laatste tien jaar grote dalers in de telecom-en nutssector.
Centraal stond en staat hier nog steeds een hoog dividendrendement (zie ook de rubrieken Lezersvragen en Rendementen in de dividendnieuwsbrief van Beleggers Belangen).
Wie zich de afgelopen jaren heeft laten verleiden door de hoge dividendrendementen van aandelen als RWE, Eon, Enel en in iets mindere mate GDF Suez, kijkt nu hoogstwaarschijnlijk tegen forse koersverliezen aan.
Dat geldt zeker ook voor veel telecomaandelen, met als treurigste voorbeelden KPN, Orange (voorheen France Telecom), Portugal Telecom, Telefónica en Telekom Austria. Stuk voor stuk boden deze aandelen forse dividendrendementen van soms wel meer dan 10%. De tabel hieronder toont de dramatische rendementen voor bovengenoemde aandelen.
Zowel dit jaar als de laatste vijf jaar en ook de laatste tien jaar zou ik geen geld verdiend hebben met deze telecom- en nutsaandelen, zelfs wanneer ik alle ontvangen dividenden, die de laatste jaren fors werden verlaagd, zou hebben herbelegd (zie de vierde kolom in de tabel hieronder).
Als we puur naar de koersontwikkeling kijken, zien we zelfs verliezen van zo'n 63 tot 69% voor alle getoonde aandelen. Natuurlijk zijn er ook de spreekwoordelijke, maar zeldzame uitzonderingen op de regel, zoals Vodafone en British Telecom.
Niet voor niets kwamen deze twee aandelen in de dividendnieuwsbrief van juni voorbij als Europese Dividend Aristocraten, met nu ruim twintig jaar op rij aan onafgebroken dividendverhogingen voor Vodafone.
Wie vijf jaar geleden zijn geld in het Britse telecombedrijf had geïnvesteerd, zou nu tegen een totaalrendement van maar liefst 88% aankijken. Daar kunnen de aandeelhouders van KPN (-68%) en Orange (-43%) alleen maar van dromen.
Binnen de sector zijn er dan ook grote verschillen qua concurrentie, geografische spreiding, management, productaanbod, overheidsinmenging, regulering en last but not least de financiële positie vanwege de vaak vereiste grote investeringen. Dat zorgt in veel gevallen voor grote problemen, wat uiteindelijk zijn weerslag heeft op het dividendbeleid.
Zo zijn bijvoorbeeld overheden in Europa (zie Frankrijk) vaak grootaandeelhouder en kunnen nutsbedrijven niet op eigen houtje prijsverhogingen doorvoeren, ook niet bij stijgende kosten. In de dividendportefeuille zitten dan ook bewust geen (Europese) telecom- en nutsbedrijven.
KPN en dividendportefeuille
Bij de start van de dividendportefeuille bijna twee jaar geleden vroeg een verbaasde abonnee mij nog waarom ik KPN niet in de dividendportefeuille had opgenomen, aangezien het telecombedrijf, dat toen nog boven €10 noteerde, had aangegeven het dividend de komende jaren verder te willen opschroeven.
Een zwakke financiële positie, maar vooral een in het vooruitzicht gesteld groeiend dividend bij een slinkende cashflow (nota bene niet eens ten gevolge toenemende investeringen....) voorspelden weinig goeds. Mijn antwoord naar deze abonnee was dan ook dat ik het gezien de ontwikkelingen destijds (alles wat binnenkwam werd doorgesluisd naar de aandeelhouders in de vorm van dividend) onwaarschijnlijk achtte dat KPN zijn beloftes ten aanzien van het dividend kon nakomen. Inmiddels weten we allemaal wat er gebeurd is........
VS
In de Verenigde Staten zijn er wel interessante nuts- en telecombedrijven, en is er door middel van National Fuelgas een kleine positie in de Amerikaanse nutssector. De dividendportefeuille bestaat volledig uit aandelen die een stabiel tot jaarlijks groeiend dividend uitkeren, met zware wegingen in sectoren als farma, industrials en consumer.
Een aanmerkelijk lager maar jaarlijks groeiend dividend (3,2%, zie tabel hierboven) gaat niet voor niets gepaard met een veel betere prestatie op de beurs. In de portefeuille zitten dan ook bewust geen (Europese) telecom- en nutsbedrijven. In Europa zou enkel Vodafone in aanmerking komen voor opname, zij het tegen een flink lagere koers dan vandaag de dag.
In de Verenigde Staten zijn er wel interessante nuts- en telecombedrijven, en is er door middel van National Fuelgas een kleine positie in de Amerikaanse nutssector. De dividendportefeuille bestaat volledig uit aandelen die een stabiel tot jaarlijks groeiend dividend uitkeren, met zware wegingen in sectoren als farma, industrials en consumer.
Liever laag, maar groeiend dividend
Bij de samenstelling van de dividendportefeuille is de hoogte van het dividendrendement voor mij absoluut van ondergeschikt belang. Niet voor niets presteren juist de aandelen met een laag dividendrendement het best.
Zo is bijvoorbeeld PPG Industries met een dividendrendement van slechts 1,6% op dit moment het best presterende aandeel met een totaalrendement van ruim 130%.
Het lage dividendrendement zegt erg weinig, want wie PPG bij de start van de dividendportefeuille kocht op $71,63 ontvangt nu 3,4% op zijn investering.
Vergelijkbare voorbeelden in de dividendportefeuille zijn onder meer Abbott Laboratories, Mondelez en Parker Hannifin. Laatstgenoemde onderneming (+52%) heeft een dividendrendement van 'slechts' 1,8%, maar verhoogt nu 57 jaar op rij het dividend, met in 2013 zelfs al twee flinke dividendverhogingen.
Tekst: Menno van Hoven, juli 2013
Het bovenstaande artikel verscheen in de dividendnieuwsbrief van juli. Voor vragen kunt u gebruik maken van het emailadres menno.van.hoven@reedbusiness.nl of via Twitter: @mennovanhoven.
Als we naar de grootste stijgers en dalers kijken voor verschillende toonaangevende indices zien we in Europa zowel dit jaar als de laatste vijf jaar en zelfs de laatste tien jaar grote dalers in de telecom-en nutssector.
Centraal stond en staat hier nog steeds een hoog dividendrendement (zie ook de rubrieken Lezersvragen en Rendementen in de dividendnieuwsbrief van Beleggers Belangen).
Wie zich de afgelopen jaren heeft laten verleiden door de hoge dividendrendementen van aandelen als RWE, Eon, Enel en in iets mindere mate GDF Suez, kijkt nu hoogstwaarschijnlijk tegen forse koersverliezen aan.
Dat geldt zeker ook voor veel telecomaandelen, met als treurigste voorbeelden KPN, Orange (voorheen France Telecom), Portugal Telecom, Telefónica en Telekom Austria. Stuk voor stuk boden deze aandelen forse dividendrendementen van soms wel meer dan 10%. De tabel hieronder toont de dramatische rendementen voor bovengenoemde aandelen.
Zowel dit jaar als de laatste vijf jaar en ook de laatste tien jaar zou ik geen geld verdiend hebben met deze telecom- en nutsaandelen, zelfs wanneer ik alle ontvangen dividenden, die de laatste jaren fors werden verlaagd, zou hebben herbelegd (zie de vierde kolom in de tabel hieronder).
Als we puur naar de koersontwikkeling kijken, zien we zelfs verliezen van zo'n 63 tot 69% voor alle getoonde aandelen. Natuurlijk zijn er ook de spreekwoordelijke, maar zeldzame uitzonderingen op de regel, zoals Vodafone en British Telecom.
Niet voor niets kwamen deze twee aandelen in de dividendnieuwsbrief van juni voorbij als Europese Dividend Aristocraten, met nu ruim twintig jaar op rij aan onafgebroken dividendverhogingen voor Vodafone.
Wie vijf jaar geleden zijn geld in het Britse telecombedrijf had geïnvesteerd, zou nu tegen een totaalrendement van maar liefst 88% aankijken. Daar kunnen de aandeelhouders van KPN (-68%) en Orange (-43%) alleen maar van dromen.
Binnen de sector zijn er dan ook grote verschillen qua concurrentie, geografische spreiding, management, productaanbod, overheidsinmenging, regulering en last but not least de financiële positie vanwege de vaak vereiste grote investeringen. Dat zorgt in veel gevallen voor grote problemen, wat uiteindelijk zijn weerslag heeft op het dividendbeleid.
Zo zijn bijvoorbeeld overheden in Europa (zie Frankrijk) vaak grootaandeelhouder en kunnen nutsbedrijven niet op eigen houtje prijsverhogingen doorvoeren, ook niet bij stijgende kosten. In de dividendportefeuille zitten dan ook bewust geen (Europese) telecom- en nutsbedrijven.
KPN en dividendportefeuille
Bij de start van de dividendportefeuille bijna twee jaar geleden vroeg een verbaasde abonnee mij nog waarom ik KPN niet in de dividendportefeuille had opgenomen, aangezien het telecombedrijf, dat toen nog boven €10 noteerde, had aangegeven het dividend de komende jaren verder te willen opschroeven.
Een zwakke financiële positie, maar vooral een in het vooruitzicht gesteld groeiend dividend bij een slinkende cashflow (nota bene niet eens ten gevolge toenemende investeringen….) voorspelden weinig goeds. Mijn antwoord naar deze abonnee was dan ook dat ik het gezien de ontwikkelingen destijds (alles wat binnenkwam werd doorgesluisd naar de aandeelhouders in de vorm van dividend) onwaarschijnlijk achtte dat KPN zijn beloftes ten aanzien van het dividend kon nakomen. Inmiddels weten we allemaal wat er gebeurd is……..
VS
In de Verenigde Staten zijn er wel interessante nuts- en telecombedrijven, en is er door middel van National Fuelgas een kleine positie in de Amerikaanse nutssector. De dividendportefeuille bestaat volledig uit aandelen die een stabiel tot jaarlijks groeiend dividend uitkeren, met zware wegingen in sectoren als farma, industrials en consumer.
Een aanmerkelijk lager maar jaarlijks groeiend dividend (3,2%, zie tabel hierboven) gaat niet voor niets gepaard met een veel betere prestatie op de beurs. In de portefeuille zitten dan ook bewust geen (Europese) telecom- en nutsbedrijven. In Europa zou enkel Vodafone in aanmerking komen voor opname, zij het tegen een flink lagere koers dan vandaag de dag.
In de Verenigde Staten zijn er wel interessante nuts- en telecombedrijven, en is er door middel van National Fuelgas een kleine positie in de Amerikaanse nutssector. De dividendportefeuille bestaat volledig uit aandelen die een stabiel tot jaarlijks groeiend dividend uitkeren, met zware wegingen in sectoren als farma, industrials en consumer.
Liever laag, maar groeiend dividend
Bij de samenstelling van de dividendportefeuille is de hoogte van het dividendrendement voor mij absoluut van ondergeschikt belang. Niet voor niets presteren juist de aandelen met een laag dividendrendement het best.
Zo is bijvoorbeeld PPG Industries met een dividendrendement van slechts 1,6% op dit moment het best presterende aandeel met een totaalrendement van ruim 130%.
Het lage dividendrendement zegt erg weinig, want wie PPG bij de start van de dividendportefeuille kocht op $71,63 ontvangt nu 3,4% op zijn investering.
Vergelijkbare voorbeelden in de dividendportefeuille zijn onder meer Abbott Laboratories, Mondelez en Parker Hannifin. Laatstgenoemde onderneming (+52%) heeft een dividendrendement van 'slechts' 1,8%, maar verhoogt nu 57 jaar op rij het dividend, met in 2013 zelfs al twee flinke dividendverhogingen.
Tekst: Menno van Hoven, juli 2013
Het bovenstaande artikel verscheen in de dividendnieuwsbrief van juli. Voor vragen kunt u gebruik maken van het emailadres menno.van.hoven@reedbusiness.nl of via Twitter: @mennovanhoven.