Waarom uitsluiten VS geen optie is voor beleggers
Donald Trump is terug aan het roer en dat laat zich voelen. Zijn grillige maar daadkrachtige beleid maakt indruk: met zijn ‘Big Beautiful Bill’ (BBB) pompt hij via belastingverlagingen en overheidsuitgaven een nieuwe impuls in de Amerikaanse economie. De aandelenbeurzen reageren enthousiast.
Lees ook Supermacht-status VS onder druk
Toch roept zijn koers ook fundamentele vragen op, vooral voor Europese beleggers: hoe houdbaar is het Amerikaanse groeimodel bijvoorbeeld. Sommige Europese beleggers en bedrijven vragen zich vanwege de grilligheid van zijn beleid zelfs serieus af of we niet zonder Amerikaanse beleggingen en bedrijven kunnen.
Onweerstaanbaar aantrekkelijk
Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen. Er zijn genoeg redenen waarom de VS al decennia lang het favoriete speelveld is voor beleggers en dat ook, bij gebrek aan beter, zal blijven. Grofweg zijn daar vijf redenen voor.
- De VS kennen beduidend minder bureaucratie dan Europa
In het Global Competitiveness Report scoort de VS een aantal plaatsen hoger dan de EU. De nadruk ligt in de VS vooral op het stimuleren van technologische innovatie en ondernemerschap. Grote techbedrijven zoals Google, Meta, Microsoft en OpenAI hebben relatief veel vrijheid om nieuwe producten te ontwikkelen en te testen. Regelgeving is vaak achteraf, wanneer er problemen optreden, in tegenstelling tot in Europa, waar men probeert risico’s vooraf te beheersen.Dit leidt in de VS tot snellere productintroducties, schaalvergroting en dominantie in AI-toepassingen. De EU heeft met de Digital Services Act (DSA), Digital Markets Act (DMA) en recent de AI Act strenge kaders opgelegd, die innovatie kunnen vertragen. Bedrijven moeten in Europa aan meer verplichtingen voldoen op het gebied van privacy, transparantie, gebruik van algoritmes en risicobeheersing. Dat bevordert consumentenbescherming, maar remt ook de snelheid en wendbaarheid van techbedrijven. - De VS hebben efficiënte kapitaalmarkten
Wat betreft ‘marktdiepte’ wordt op de Amerikaanse markten dagelijks zo’n €290 mrd verhandeld, tegenover €65 mrd in heel Europa. In de VS gebruiken 67% van de niet-financiële bedrijven marktfinanciering, terwijl dat in de EU slechts 30% is. Europese durfkapitaalmarkten zijn zo’n zeven tot tien keer kleiner dan in de VS, wat hier innovatie en toegang beperkt. - De VS zijn wat betreft energie nagenoeg zelfvoorzienend
Dit maakt de economie minder kwetsbaar voor wereldwijde energieprijzen en versterkt de geopolitieke positie. Europa lijkt het belang van energie-onafhankelijkheid te vergeten, al begint het besef wel langzaam door te dringen dat hier stappen moeten worden gezet. - De belastingen op winst, werk en vermogen zijn in de VS structureel lager dan in de EU
Dat komt mede door de hervormingen van 2017 en meer recent dankzij de keuzes die zijn gemaakt in de BBB. Minder belastingen betekent dat bedrijven hogere winsten kunnen rapporteren. - Amerikaanse bedrijven domineren sectoren en bepalen technologische standaarden
In de Fortune 500 staan 136 Amerikaanse bedrijven, meer dan enig ander land, wat de marktmacht en winstpositie versterkt. Zie ook de grafiek die het verschil in prestaties laat zien tussen de Amerikaanse en Europese aandelen. Toeval of niet, vooral na 2017, toen Trump de grootschalige belastinghervorming, officieel de Tax Cuts and Jobs Act (TCJA) genoemd, doorvoerde, zijn de prestaties uit elkaar gegroeid.
Schuldgedreven economie
Toch is het groeisprookje van de VS niet zonder zorgen. Volgens de Congressional Budget Office groeit de overheidsschuld tot boven de 118% van het bbp in 2035 en dat gaat mogelijk nog sneller omhoog nu de BBB is aangenomen, tot zelfs 124–133%. Ook de rentelasten nemen sterk toe (zie kader).
De vraag rijst: hoe houdbaar is de Amerikaanse staatsschuld nog? De enige remedie is een combinatie van hoge economische groei en inflatie die de schuld in reële termen weginflateert. De VS hebben vanwege de monetaire macht, met de dollar als reservemunt, de luxe om geld bij te drukken, waardoor de overheid nooit failliet kan gaan.
En als dat de dollar verzwakt, dan is dat een prima bijvangst voor de VS. In de woorden van voormalig minister van Financiën John Connally: ‘onze dollar, jullie probleem’.
Dit heeft invloed op de rente. De Amerikaanse 10-jaars rente staat op 4,2% terwijl de Europese rente op 2,6% staat, een reden waarom steeds meer Amerikaanse bedrijven in euro’s lenen. Ondanks de hogere rente groeit de Amerikaanse economie harder, een teken dat de hogere rente ook betere economische omstandigheden aangeeft.
Koers
Het grote probleem voor bedrijven en beleggers buiten de VS is de dollar. Die staat dit jaar 12% lager en lijkt de komende jaren structureel zwak te blijven. De komt enerzijds door de snel groeiende overheidsschulden, anderzijds door de handelsoorlogen die Trump is begonnen, waardoor diverse landen, met name China, nu minder bereid zijn dollars als reservevaluta aan de houden.
Lees ook Wat betekent de situatie in Iran voor de oliemarkt?
Trump laat verder geen gelegenheid onbenut om de dollar en rente naar beneden te praten, om zo de exportpositie (en de daarmee samenhangende) handelsbalans te verbeteren, onder andere door Fed-voorzitter Jerome Powell ‘one of the dumbest and most destructive’ te noemen. Er gaan zelfs geruchten dat Trump een Mar-a-Lago akkoord, vergelijkbaar met het Plaza-akkoord uit 1985, wil sluiten. Destijds werd de dollar 50% gedevalueerd versus andere belangrijke valuta’s, om de VS weer competitief te maken.
Waarom Europa niet achter mag blijven
Naast de schulden en de dollar is er nog een derde dynamiek die internationale beleggers in beschouwing moeten nemen. Europese landen zijn zich aan het heruitvinden als tegenhanger van Amerikaans protectionisme. Dat biedt ook hier kansen. Het besef dat Europa op zijn eigen benen moeten kunnen staan groeit. Denk bijvoorbeeld aan NextGenEU en defensie-investeringen die nieuwe groeisectoren creëren.
De roep om de eurozone te voltooien, met een kapitaalunie en eurobonds, klinkt ook luider. En dat geldt ook voor het investeringsbeleid. Voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commssie gaf recent aan de bureaucratie te willen aanpakken. En de nieuw gekozen Duitse bondskanselier Friedrich Merz wil €500 mrd extra investeren in infrastructuur, om de slapende Duitse economie te wekken. Europese aandelen doen het in euro’s, mede ook na de aankondiging van dit plan, relatief goed versus de Amerikaanse.
Advies
De VS blijft voorlopig de dominante economische en financiële macht. Maar de achilleshiel wordt zichtbaarder: een economie die draait op schulden en een munt die – hoe dominant ook – onder structurele druk staat. Voor Europese beleggers blijft de VS essentieel in de portefeuille, maar het valutarisico is geen bijzaak meer. Afdekking van dollarblootstelling – zeker bij obligaties – verdient serieuze overweging. Het is zelfs te overwegen om een deel van het dollarrisico van Amerikaanse aandelen de komende jaren structureel af te dekken, bijvoorbeeld 50%.
Lees ook Duurzame portefeuille heeft veel last van tarieventurbulentie
En juist omdat Europa móét hervormen, kan een geleidelijke herwaardering van Europese markten in het verschiet liggen. Een onderweging van de VS met enkele procentpunten, ingevuld door een overweging van Europa (en opkomende markten) is in het huidige krachtenspel verstandig. In de MSCI All Country World Index hebben de VS nu een weging van 65%. Dat mag best 55% zijn. De tien procentpunten kunnen dan worden verdeeld over Europa en opkomende markten.
De VS uitsluiten is voor grote portefeuilles niet mogelijk. De rest van de wereld biedt simpelweg te weinig liquiditeit en spreiding, vooral naar technologie. En is gezien de besproken vijf plusfactoren, zoals de vrije en minder gereguleerde markten en marktdominantie van de grootste bedrijven ter wereld, ook niet verstandig.
Brussel wil hier iets aan doen, maar gezien de fragmentatie van Europa zal dat deels met industriepolitiek moeten. Daarnaast is Europa sterk gereguleerd, zeker in een aantal cruciale sectoren. Industriepolitiek en regulering staan niet bekend om hun efficiëntie en innovatie. Voormalig ECB-president Mario Draghi publiceerde vorig jaar de Future of European Competitiveness – A Competitiveness Strategy for Europe, met plannen om fors meer – zo’n 5% van ons bbp – te investeren. Nu BBB is goedgekeurd zou dit plan samen met de extra defensie-uitgaven uit de kast moeten worden gehaald, willen we nog enigszins met succes de dominantie van de VS kunnen uitdagen.
Ook het gebrek aan een volwaardige Europese kapitaalmarkt remt de investeringsdynamiek en internationale aantrekkingskracht. De Chinese renminbi is vanwege kapitaalrestricties en staatscontrole geen munt van een vrije markt en dus (nog) ongeschikt als globaal anker. Het Brics-plan om een gezamenlijke munt te ontwikkelen klinkt ambitieus, maar mist elke economische, politieke en monetaire basis; het is drijfzand. De euro lijkt het enige echte alternatief, maar dan moeten snel stappen gezet worden richting een volwaardige monetaire en bankenunie. Dat lijkt voorlopig niet te gebeuren: Duitsland blokkeerde bijvoorbeeld recent opnieuw het plan voor een gezamenlijk depositogarantiestelsel.
Hierdoor kunnen actieve beleggers met gedegen onderzoek en stockpicking waarde toevoegen. In een omgeving waarin de rente stabiliseert en economische groei aantrekt, kunnen smallcaps bovendien sneller profiteren dan grote bedrijven. Ze zijn wendbaarder, innovatiever en vaak meer lokaal gericht. Een goede actieve beheerder kan waarde toevoegen, vooral vanwege het grote verschil in kwaliteit binnen het smallcap-universum. Tip is de Neuberger Berman US Small CAP ETF, IE00B66ZT477. Een alternatief – om minder afhankelijk te zijn van de allergrootste bigcaps uit de S&P500 – is de S&P500 Equal Weight ETF, waarin ieder van de vijfhonderd aandelen een gelijk gewicht krijgt en indirect geprofiteerd wordt van het smallfirm effect, bijvoorbeeld met de Xtrackers S&P500 Equal Weight, IE00BLNMYC90.