Is er een Plaza-akkoord 2.0 in de maak?
Het stormt al een aantal maanden op de valutamarkten wereldwijd, waarbij de Amerikaanse dollar een hoofdrol vervult. Nu eens niet als sterke wereldmunt die alleen maar sterker wordt. Nee, de greenback is de laatste tijd het zwakste jongetje van de klas. Momenteel gaan zelfs geluiden rond in de wandelgangen van gerenommeerde banken dat een nieuw Plaza-akkoord 2.0 aanstaande is. Hoe zat het ook al weer met dat originele Plaza-akkoord uit 1985?
Tussen 1980 en 1985 apprecieerde de Amerikaanse dollar met zo’n 50% ten opzichte van de Japanse yen, de Duitse mark, de Franse frank en het Britse pond, de valuta’s van de vier grootste economieën naast de VS in die tijd. Dit leidde tot grote problemen voor het Amerikaanse bedrijfsleven dat de export zag teruglopen. Hun smeekbeden werden aanvankelijk genegeerd door de overheid. De inflatie was nog hoog en een waardedaling van de dollar zou dit versterken.
De problemen werden ernstiger voor de fabrikanten en ze vroegen, samen met de dienstverleners en de boeren, om bescherming tegen buitenlandse concurrentie. In 1985 kregen hun verzoeken meer aandacht en in het Amerikaanse Congres nam de roep om protectionistische maatregelen toe. Het vooruitzicht van handelsbeperkingen spoorde de regering aan om de onderhandelingen te beginnen die uiteindelijk leidden tot het Plaza-akkoord.
Dat akkoord was een overeenkomst tussen de regeringen van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, de Bondsrepubliek Duitsland, Japan en de Verenigde Staten met als doel de waarde van de Amerikaanse dollar te depreciëren door in te grijpen op de valutamarkten. De vijf regeringen tekenden deze overeenkomst op 22 september 1985 in het Plaza Hotel in New York.
Yen als grote winnaar
Een depreciatie van de dollar zou twee grote problemen oplossen. Het tekort op de Amerikaanse lopende rekening was fors opgelopen en bedroeg 4% van het BBP. Een zwakkere dollar maakte producten van Amerikaanse bodem goedkoper, waardoor de export zou toenemen.
Verder was de Amerikaanse economie in een zware recessie beland. De Amerikaanse Federal Reserve onder Paul Volcker had de stagflatie van de jaren zeventig een halt toe geroepen door de rente fors te verhogen. De inflatie werd geremd, maar de dollar werd door de hogere rente aantrekkelijker. De depreciatie van de dollar zou de economie een impuls geven.
Bekijk ook het dossier Beleggen in obligaties | Alle tips & artikelen op rij
Door ingrepen op de valutamarkten daalde de dollar in waarde. Dit gebeurde met name ten opzichte van de Japanse yen. Tussen september 1985 en december 1987 verdubbelde de waarde van 240 naar 130 yen per dollar. Ondanks deze forse depreciatie bleef het handelstekort met Japan echter onveranderd hoog. Dit werd veroorzaakt door allerlei structurele invoerbeperkingen in Japan. Het Plaza-akkoord was wel succesvol in het verminderen van het Amerikaanse handelstekort met West-Europese landen.
Herhaling Plaza-scenario?
We zien de laatste weken met name in Azië bovengemiddelde schommelingen in valuta’s zoals de Koreaanse won en de Taiwanese dollar. Begin deze maand was zelfs sprake van een appreciatie van de Taiwanese dollar met 8% in twee dagen. Ongekend voor een munt die betrekkelijk stabiel is. In datzelfde korte tijdsbestek sterkte de Koreaanse won ruim 5% aan tegenover de Amerikaanse dollar. Depreciaties van die omvang vonden in het verleden vaker plaats, waardestijgingen van die omvang daarentegen zelden.
De keerzijde van al die valutabewegingen is uiteraard de verzwakking van de dollar. In al het handelsoorlogsgeweld speculeren marktpartijen op een verzwakking van de Amerikaanse munt en dat impliceert dus sterke Aziatische munten. Een zwakke dollar resulteert doorgaans in sterke aandelenmarkten in Azië en meer algemeen in opkomende markten.
Zoals de afgelopen jaren die opkomende aandelenmarkten last hadden van de krachtige dollar en dus achterbleven bij de volwassen aandelenmarkten, lijkt steeds meer sprake van het terug bewegen van de pendule in het voordeel van opkomende markten. In dollars gemeten zijn de opkomende markten tot nu toe dit jaar met een kleine 7% gestegen, terwijl de volwassen markten nog niets zijn opgeschoten en rondom nul schommelen. Het jaar is nog jong, toch is een beweging in gang gezet die moeilijk lijkt te stoppen.