Pensioenportefeuille | Opkomende landen doen weer mee
Na een roerige zomer heeft ook de Pensioenportefeuille de weg omhoog weer gevonden. Medio juni voerde ik twee wijzigingen door waar, gezien de stevige cashpositie van destijds ruim 21%, alle ruimte voor was.
De eerste wijziging was een uitbreiding van de edelmetaal-beleggingen door een zilverpositie aan de bestaande goudpositie toe te voegen. Ik schreef vier maanden geleden dat zilver weliswaar volatieler is dan goud maar ook meer koerspotentieel bood. Het eerste is duidelijk gebleken, het tweede helaas nog niet.
Sinds de aankoop medio juni is de iShares Physical Silver ETC eerst met 9% gedaald om vervolgens vanaf de eerste week van augustus – na een korte terugval – met ruim 18% te stijgen. Dat zijn veel grotere fluctuaties dan de iShares Physical Gold ETC in diezelfde periode liet zien. Bovendien heeft goud sinds de toevoeging van zilver aan de Pensioenportefeuille ook nog eens een hoger rendement dan zilver behaald. Toch ben ik vooralsnog niet ontevreden met een rendement van 6,4% in euro’s van de zilver-ETF sinds de aankoop medio juni.
Naast de edelmetaal-beleggingen werd ook het obligatiedeel van de portefeuille versterkt met de aankoop van de iShares iBonds Dec 2026 Term € Corp ETF. In deze ETF zijn zo’n 385 solide euro-bedrijfsobligaties opgenomen die uiterlijk 15 december 2026 worden afgelost.
Bij aankoop lag het effectief rendement van deze ETF op 3,69% en dit effectief rendement was – bij uitblijven van wanbetalingen, waar ik ook van uit ga – het jaarlijks verwacht rendement op deze belegging tot en met eind 2026. Medio juni lag de gemiddelde prijs van de leningen uit deze index op ruim 96.
Omdat de afgelopen vier maanden zowel de lange rente als de risico-opslag op deze 385 leningen is gedaald, is de gemiddelde koers van de leningen opgelopen tot ruim 98. Als gevolg van deze gunstige ontwikkelingen loopt het rendement van de iShares iBonds Dec 2026 Term € Corp ETF van nu al 2,4% iets vooruit op het jaarlijks verwachte rendement van gemiddeld 3,69%.
Opkomende landen
Over de afgelopen vier maanden leverde de goud-ETF in euro’s gemeten de grootste bijdrage aan de Pensioenportefeuille. Kort daarop volgt echter de iShares Core MSCI EM IMI ETF, die na een sterke laatste vier weken nu de best renderende positie in het aandelensegment van de portefeuille is.
Deze in aandelen uit opkomende landen beleggende ETF profiteerde uiteraard ook van het herstel van Chinese aandelen die een weging van bijna 27% in de onderliggende index hebben. In het kielzog van de aandelen kregen ook obligaties uit opkomende landen de wind in de rug. Zowel obligaties uitgegeven in dollars als in lokale valuta’s presteerden de afgelopen maanden prima. Het rendement van de dollarvariant verdubbelde bijna sinds medio juni en met een totaalrendement van 8,2% is de iShares J.P. Morgan $ EM Bond ETF nu de best presterende positie van het obligatiedeel van de portefeuille.
Naast de aandelen (en obligaties) uit opkomende landen kenden ook onze beide posities in Amerikaanse aandelen een alleszins redelijke laatste vier maanden. Over heel 2024 blijven Dodge & Cox U.S. Stock Fund en de SPDR S&P U.S. Dividend Aristocrats ETF nog wel zo’n negen procentpunt achter bij de S&P500 Index.
Maar sinds medio juni is met name de Dividend Aristocrats-ETF aan een opmars begonnen en eind vorige week werd de hoogste stand van dit jaar bereikt. Het rendement over 2024 is daardoor gestegen van nog geen 5 tot 12,5%. Het Dodge & Cox U.S. Stock Fund doet het met zo’n 14% over heel 2024 overigens nog net iets beter.
ASML en Novo Nordisk
De enige teleurstellende ontwikkeling van de afgelopen vier maanden was het Europese aandelensegment van de portefeuille waar, op het Robeco Europe Conservative Equities Fund na, alle posities een stap terug deden. In euro’s gemeten zorgde de daling van 4% van het Comgest Growth Europe Fund voor de grootste schade aan de Pensioenportefeuille.
Het Comgest-fonds belegt in slechts 36 op groei gerichte aandelen en heeft vrij grote wegingen in de aandelen die volgens de beheerders de beste perspectieven op de lange termijn bieden. Van de vijf grootste posities van het fonds kende alleen Accenture (+25,4% in euro’s) de afgelopen vier maanden een echt positieve koersontwikkeling.
Twee andere – de oogheelkundige aandelen Alcon en EssilorLuxottica – noteerden niet meer dan een klein plusje over deze periode. Maar de twee grootste posities, die goed zijn voor een gezamenlijke weging van ruim 16%, hebben een beroerde laatste vier maanden achter de rug. Farmaceut Novo Nordisk staat sinds medio juni ruim 21% (in euro’s gemeten) in de min en ASML zelfs 23%.
Daardoor is het rendement over 2024 van de grootste positie van de Pensioenportefeuille gedaald van 9,6% medio juni tot 6,4% nu.