Twee oplossingen voor beter risicomanagement banken
Centrale bankiers hebben momenteel hun handen vol aan het onder controle brengen van de wereldwijde bankenonrust. Afgelopen maandag maakten de centrale banken van de Verenigde Staten, Europa, het Verenigd Koninkrijk, Japan en Zwitserland bekend dat ze in plaats van wekelijks nu op dagbasis de wereldwijde geldstromen in de gaten houden om ervoor te zorgen dat de liquiditeit op peil blijft. De komende dagen – hooguit weken – wordt duidelijk of de onrust verder oplaait. Op de wat langere termijn verschuift de focus onherroepelijk naar het creëren van nieuwe regels om toekomstige bankenellende te voorkomen of sneller in te dammen.
Veilige betaalbanken
De meest simpele oplossing is om een scherp onderscheid in te voeren tussen veilige betaal- en spaarbanken met grote kapitaalbuffers en stevige overheidsgaranties, en meer riskante zaken- en investeringsbanken. De marges in het eerstgenoemde segment liggen door de lage hefboom en hoge buffers een stuk lager dan waaraan beleggers gewend zijn. Aan de andere kant zouden de meer risicovolle banken een hogere rente moeten betalen om voldoende vermogen aan te trekken. Klanten die hun geld bij deze partijen stallen, hoeven er niet op te rekenen dat de Federal Reserve weer te hulp schiet als een bank in de problemen komt. Zo wordt voorkomen dat banken en hun klanten te veel risico nemen, omdat er toch wel steunmaatregelen komen als het verkeerd gaat. Kortom: de marktwerking kan weer echt zijn werk doen in de banksector.
Het onderscheid kan op verschillende manieren gemaakt worden. De Harvard Business Review (HBR) presenteerde vorige week een elegant voorstel: we trekken een grens tussen risicovolle en ‘loonbanken’. Volgens het Amerikaanse managementblad staat er een vermogen van meer dan $8 bln op rekeningen die niet onder FDIC-garantie vallen. Grote klanten parkeren dit soort bedragen niet op een bankrekening omdat ze op zoek zijn naar de hoogste (spaar)rente. In plaats daarvan hebben ze simpelweg toegang nodig tot het betalingsverkeer voor het uitbetalen van de salarissen.
In het Verenigd Koninkrijk kan dat al, omdat behalve banken ook andere partijen toegang hebben tot het financiële systeem. Zo kunnen bedrijven ook tijdens een bankencrisis lonen uitkeren. HBR richt zich echter op het creëren van speciale (loon)banken met een volledige focus op het betalen van salarissen en het afhandelen van ander betalingsverkeer.
Meer vrouwen aan het roer
Maar er is een manier om het risico van de banksector nog beter te beteugelen: zet meer vrouwen aan het roer. Uit een analyse van 15 wetenschappelijke studies door gedragswetenschappers Gary Charness en Uri Gneezy, kwam ruim tien jaar geleden al naar voren dat bijna elk onderzoek onderschrijft dat vrouwen meer risico-avers zijn dan mannen. Hoewel de financiële sector de naam heeft een mannenwereld te zijn, werken er in de Amerikaanse banksector inmiddels net wat meer vrouwen (56,3% volgens Standard & Poor’s). De verhouding aan de top is echter behoorlijk scheef. In 2021 stond bij slechts 10 van de bijna 350 Amerikaanse banken een vrouw aan het roer. Met de kennis van nu, was het dan ook een mogelijk waarschuwingssignaal dat co-CEO Hafize Erkan begin 2022 onverwacht vertrok bij First Republic.
Het rendement van de acht banken die nog altijd een vrouw aan de top hebben (Citigroup, Eagle Bancorp, Luther Burbank, Hanmi Financial, Amalgamated Financial, OP Bancorp, First United en Sound Financial Bancorp) ligt sinds eind 2022 gemiddeld ruim 3 procentpunt boven het sectorgemiddelde. En toeval of niet: de Lyxor Global Gender Equality UCITS ETF blijft zowel over de voorgaande 1 jaar, 3 jaar als 5 jaar de MSCI World Index duidelijk voor.