Marktwerking eventjes opgeschort
Een weekend met bankimplosies en aankondigingen van nieuwe hulpprogramma’s van de Federal Reserve roept onaangename herinneringen op aan de financiële crisis van 2008/09, ook al is de implosie van Silicon Valley Bank (SVB) en Signature Bank – en het steunpakket van de autoriteiten – van een geheel andere orde dan de ineenstorting van Lehman Brothers en de reddingsacties voor AIG, Fannie Mae en Freddie Mac.
De boekhouding doen
De financiële crisis werd bijna vijftien jaar geleden volgens de Amerikaanse fondsbeheerder John Hussman niet beëindigd door economische steunmaatregelen of ‘kwantitatieve verruiming’, maar door de opschorting van een boekhoudregel onder de weinig inspirerende naam ‘FASB 157’. In deze regel was de ‘fair value’ – correcte waardering – van balansposten geregeld. In plaats van tegen historische kostprijzen werden onder meer financiële activa met deze in 2006 ingevoerde regel tegen marktprijzen gewaardeerd. Tijdens de financiële crisis kwam deze boekhoudregel echter onder druk te staan. De verplichte afwaardering van activa zou leiden tot verdere verliezen en noodzaak voor balansversterking bij financiële instellingen met daaruit volgend een neerwaartse prijsspiraal van financiële activa. De boekhoudregel werd in 2008 dan ook als een van de oorzaken van de financiële crisis aangewezen.
De Amerikaanse toezichthouder SEC concludeerde eind 2008 echter dat FASB 157 geen rol van betekenis had gespeeld in de bankencrisis in de VS. De voorzitter van de Financial Accounting Standards Board (FASB), dat de boekhoudregels vaststelt, herhaalde in maart 2009 deze conclusie in een verklaring voor het Amerikaanse Congres. Maar na een niet zo subtiele hint in een toespraak van toenmalig Federal Reserve-voorzitter Ben Bernanke over het procyclische karakter van boekhoudregels, werden deze later die maand toch versoepeld waarmee volgens Hussman dus het einde van de financiële crisis werd ingeleid.
Onderpand
In het afgelopen weekend aangekondigde Bank Term Funding Program greep de Federal Reserve opnieuw in de marktwerking in. Om aan eventuele liquiditeitsbehoefte te voldoen – zoals het financieren van de uitstroom van spaartegoeden – kunnen Amerikaanse financiële instellingen via dit steunprogramma leningen van maximaal een jaar afsluiten bij de Federal Reserve in ruil voor kwalitatief goed onderpand, zoals Amerikaanse staatsobligaties. Opmerkelijk én ongebruikelijk is dat de Federal Reserve dit onderpand tegen de nominale waarde accepteert. Daarmee negeert de centrale bank de ontwikkelingen in de markt. De in november 2021 uitgegeven Amerikaanse staatslening met een coupon van 1,5% – een lening die zeker in aanmerking komt als onderpand – noteert bijvoorbeeld tegen een koers van 88 maar wordt dus tegen een nominale waarde van 100 als onderpand geaccepteerd. Dat voorkomt een gedwongen uitverkoop van dit soort onderpand tegen afbraakprijzen en beschermt het financiële systeem en de Amerikaanse spaarders.
De SVB-implosie maakt opnieuw duidelijk dat het westerse economische systeem weliswaar gebaseerd is op marktprijzen, maar dat marktwerking in tijden van crises soms wordt opgeschort. Dat is tegen het zere been van de ‘moral hazard’-roepers, maar ergens ook wel weer begrijpelijk.