Een momentum geduld a.u.b.
Het kopen van aandelen die sterk gestegen zijn, staat te boek als momentumbeleggen. Dat was de afgelopen jaren een uiterst succesvolle beleggingsstrategie, maar sinds het begin van dit jaar niet meer. In 2022 dumpen beleggers hun momentumaandelen en worden in plaats daarvan zogenaamde waarde-aandelen gekocht.
Eigenlijk begon dit proces vorig jaar november al, met de correctie van de FANG-aandelen, de topbedrijven uit de technologiesector. Door de bank genomen, verloren illustere namen als Facebook (nu Meta), Apple, Netflix en Google (nu Alphabet) op een maand tijd zo’n 10% aan beurswaarde.
Op het moment dat de S&P 500 formeel kennismaakte met de ‘bear market’ van 2022 waren de koersverliezen van de FANG’s al opgelopen tot 40%. Maar tegelijkertijd raakte ook de officiële momentumindex van de S&P, met een opeengestapelde min van 20%, verzeild in een berenmarkt.
Waarde
De ideale beleggingsstrategie in 2022 was waarde, al zit ook deze categorie sinds 22 april in correctiemodus. Historisch gezien beloven waarde-aandelen bovengemiddelde rendementen, maar in de afgelopen tien jaar niet.
De comeback van waarde dit jaar vloeit voort uit de inflatie. De bovengemiddeld hoge inflatie zorgt voor een opwaartse druk op de rente en dat komt bijvoorbeeld bankaandelen ten goede. Zij beschikken over stabiele kasstromen en een lage koers-winstverhouding. Kenmerken die ook terug zijn te vinden bij olieproducenten. Zij profiteren nu volop van de oorlog in Oekraïne en de krapte op de internationale oliemarkten.
Groeiaandelen worden door de markt over het algemeen wat duurder geprijsd en zijn ook gevoeliger voor hogere rentes. Beleggers gaan bij deze aandelen, net als bij de topbedrijven uit de technologiesector, ervan uit dat een belangrijk deel van de winst in de toekomst ligt. En als de rente stijgt, daalt de intrinsieke waarde van groeiaandelen harder dan bij waarde.
Iedereen overtuigd
Maar als iedereen ervan overtuigd is dat waarde-aandelen voortaan betere rendementen bieden, zal iedereen die aandelen willen kopen, toch? In eerste instantie leidt die koopwoede tot hogere koersen van de onderliggende aandelen en daarmee extra rendement. Maar naarmate de beurskoersen stijgen, wordt het extra rendement dat nog kan worden behaald almaar kleiner, tot niets meer overblijft.
Het fenomeen momentum wordt verklaard met het kuddegedrag van beleggers: zien kopen, doet kopen. Beleggers zouden zich dus laten meeslepen, uit hebzucht of uit angst om de boot te missen. Hierdoor komen beurskoersen los van de realiteit en ontstaan er bubbels in de markt.
Ook overreactie speelt een rol. Beleggers hebben de neiging om op nieuwe informatie die in de koersen wordt verwerkt te sterk reageren of die juist te negeren. Bovendien zoeken beleggers in de recente koersontwikkeling een bevestiging ter rechtvaardiging van transactiebeslissingen, ‘confirmation bias’ zoals dat wordt genoemd.
Momentum
Wat de aanjager ook mag zijn, het effect is duidelijk. Tot voor kort liepen heel veel beleggers achter de kudde van momentumbeleggers aan. Maar dit jaar stroomde er al veel geld in waarde-aandelen. De kudde sloeg duidelijk een andere weg in.
In de kern is momentum als factor anders dan waarde en groei. Het momentumeffect is gebaseerd op rendement en marktdynamiek, terwijl de andere factoren bedrijfsspecifieke karakteristieken centraal stellen. Dat doet echter niets af van het feit dat momentumbeleggers meeliften met de trend. Met windhandel kan dat ook in een neerwaartse trend. Dat is wel een specialiteit op zich.
Terug naar de actualiteit. In een oorlog trek je met je sterkste soldaten naar het front. Op de aandelenmarkten is dat niet veel anders. Daar zetten momentumaandelen de toon. En als je mag afgaan op het koersverloop van de FANG-index, dan bereiden de topbedrijven van de technologiesector een aanval voor. Ogenschijnlijk hergroeperen momentumaandelen zich voor een offensief naar hogere beurskoersen.