Welk nut hebben staatsobligaties nog?
John Bogle hield beleggen graag simpel. De legendarische oprichter van Vanguard maakte indexbeleggen bereikbaar voor de massa en koppelde er een eenvoudige strategie aan. Door het vermogen voor 60% in aandelen en 40% in (staats)obligaties te beleggen konden beleggers ‘buitengewoon goede spreiding tegen minimale kosten realiseren’, schreef Bogle in 1992. Deze strategie staat bekend als de 60/40 portefeuille.
Staatsobligaties leveren op lange termijn weliswaar een lager rendement op dan aandelen, maar hebben enkele eigenschappen die ze toch tot een aantrekkelijke vermogenscategorie maken. Volgens vermogensbeheerder GMO zijn er twee redenen om staatsobligaties in portefeuille te nemen. Obligaties geven beleggers een stabiel inkomen en bieden hen bescherming tegen recessies of depressies. Bovendien, zo voegt Morgan Stanley daar nog aan toe, dempen staatsobligaties de schommelingen in rendement van de portefeuille (volatiliteit).
Bijna gratis
Het spreidingsvoordeel van het opnemen van staatsobligaties in de portefeuille heeft beleggers lange tijd niet al te veel rendement gekost. Over de afgelopen veertig jaar bedroeg het jaarlijks gemiddeld rendement van Amerikaanse staatsobligaties met een looptijd van zeven tot tien jaar 4,3% na inflatie, berekende UBS. In diezelfde periode lag het jaarlijks gemiddeld rendement van Amerikaanse aandelen op 7,7% na inflatie. Het jaarlijks gemiddelde rendement van de 60/40-portefeuille kwam daarmee over die periode op een alleszins acceptabele 6,7% na inflatie, blijkt uit berekeningen van UBS. Beleggers hebben het spreidingsvoordeel van staatsobligaties de afgelopen veertig jaar dus bijna gratis gekregen, constateert de bank terecht.
Maar dat verandert, waarschuwt UBS, die de toekomstige rol van staatsobligaties in de portefeuille dan ook in twijfel trekt. Daarin staat de bank niet alleen. Ook GMO en Morgan Stanley zien het nut van staatsobligaties niet meer in. Dat heeft om te beginnen te maken met het lage inkomen en het lage rendement ervan. Het effectief rendement op tienjarige Amerikaanse staatsobligaties bedraagt immers slechts 0,8%. Het effectief rendement is een belangrijke indicatie voor het te verwachten rendement op staatsobligaties. Morgan Stanley verwacht de komende tien jaar dan ook een jaarlijks gemiddeld rendement van niet meer dan 1,2% voor Amerikaanse staatsobligaties. Dat biedt nauwelijks bescherming tegen de huidige inflatie, laat staan tegen eventueel verder oplopende inflatie.
Ongekend
Het wordt daarnaast almaar lastiger voor obligaties om koersdalingen van aandelen te compenseren, laat een simpel rekenvoorbeeld van Morgan Stanley zien. Om een koersdaling van aandelen van 10% in een 60/40-portefeuille te neutraliseren moeten de koersen van staatsobligaties met 15% stijgen. Dat is niet onmogelijk, maar het leidt wel tot implosie van het effectief rendement. De in augustus 2019 uitgegeven tienjarige Amerikaanse staatsobligatie (coupon 1,625%) noteert tegen een koers van bijna 107,50. Dat correspondeert met een effectief rendement van 0,8%. Als de koers van deze Amerikaanse staatsobligatie ongeveer 15% stijgt, dan daalt het effectief rendement tot een nog niet eerder vertoonde -0,7%. Voor staatsobligaties uit de eurozone vallen deze berekeningen nog extremer uit.
GMO erkent dat staatsobligaties beleggers de afgelopen jaren door verschillende crises heen hebben geholpen, ook door de coronacrisis. Maar de uitgangspositie van langlopende staatsobligaties is nu dusdanig beroerd dat beleggers goed over alternatieven voor staatsobligaties – bijvoorbeeld cash – moeten gaan nadenken.