Hoogdividendportefeuille: saai maar volgens plan
De laatste weken werd mij veelvuldig gevraagd waarom het rendement van de Hoogdividendportefeuille dit jaar zo ver achterblijft ten opzichte van dat van de reguliere Dividendportefeuille. De Hoogdividendportefeuille plust in 2019 bij de slotkoersen van 4 maart 4,8%, terwijl de Dividendportefeuille het dit jaar een stuk beter doet, met +12%.
Het verschil is niet verrassend gezien de ontwikkelingen in 2019, met vooral sectoren als basismaterialen (chemie), industrials, technologie en cyclische consumentenaandelen die uitblinken. Daartegenover staat een minder sterke performance voor onder meer financials, telecom, nuts, energie en (Europese) healthcare. Dat zijn stuk voor stuk sectoren die worden gekenmerkt door aandelen met een relatief hoog dividendrendement, vaak meer dan 4%. Juist deze aandelen vormen de basis van de Hoogdividendportefeuille.
Niet te vergelijken
Deze is niet alleen qua samenstelling, maar ook qua doelstelling eigenlijk niet te vergelijken met de gewone Dividendportefeuille, die voor de zeer lange termijn meer investeert in groeiaandelen. Een hoog en betrouwbaar (veilig) dividend als aanvulling op het inkomen staat centraal bij de Hoogdividendportefeuille, en wat dat betreft verloopt alles nog altijd volgens plan.
Voor deze twintig aandelen tellende portefeuille breekt een belangrijke periode aan. Novartis ging op 4 maart ex-dividend en wordt op 7 maart gevolgd door het Franse vastgoedaandeel Klépierre, dat met 6,8% een van de hoogste dividendrendementen biedt.
- Rendement 2019: +4,8%
- Rendement sinds start: +4,3%