Commodities
Het was weer een dieprode week voor grondstoffen. De brede grondstoffenindex van Bloomberg daalde met 2,1%. De hoofdrol in deze index was, zoals wel vaker in de afgelopen weken, weggelegd voor olie. De meest gehoorde opmerking deze week was dat de daling van de olieprijs komt door het opheffen van de Amerikaanse en Europese economische sancties tegen Iran. Doordat Iran olie op de wereldwijde markt mag gaan verkopen, zou het aanbod toenemen terwijl er uiteraard niets verandert in de vraag naar olie. Wij denken om twee redenen dat dit geen valide redenatie is. Ten eerste was het geen verrassing dat de sancties tegen Iran werden opgeheven, waardoor het al in de koersen van de oliefutures was verwerkt. Ten tweede kan Europa pas olie invoeren als de Europese raad, met de leiders van alle 28 lidstaten, instemt met het einde van de sancties. Het verlies van 9,6% voor de olieprijs (WTI) moet dus anders uitgelegd worden.
De regelmatige lezer van dit stukje kent onze verklaring: het razendsnel afkoelen van de economie van China. Wij konden dit tot vorige week meten aan de hand van de prijs van de yuan. Daalt die munt, dan koelt de Chinese economie af en is er minder vraag naar grondstoffen van de wereldwijd grootste gebruiker. De link tussen de Chinese munt en de prijzen van grondstoffen hebben wij uitgebreid beschreven in nummer 1 van dit jaar. Sinds vorige week is het helaas niet meer mogelijk om op weekbasis conclusies te trekken uit de stand van de yuan. De Chinese centrale bank is namelijk begonnen met het interveniëren in die munt. Om te onderzoeken hoe het met de druk op de yuan gesteld is, kijken wij naar de valutareserves van de Chinese centrale bank. Deze bedragen nu $3,3 bln en op 7 februari wordt een nieuwe cijfer bekend. Zijn de reserves gedaald, dan trekken wij de conclusie dat er buitenlandse valuta’s zijn verkocht om de eigen munt te ondersteunen.
De dalende vraag naar olie zorgt wereldwijd voor steeds extremere situaties. In de Amerikaanse staat Noord-Dakota zijn de opslagplaatsen vol en het stilleggen van projecten is niet op stel en sprong mogelijk. Het gevolg is dat olie in Noord-Dakota op te halen is met geld toe. Voor elk vat van 159 liter krijgt de ophaler 50 cent mee. Bij dit soort zwaar verliesgevende operaties wordt met man en macht geprobeerd om de bron zo snel mogelijk stil te leggen. Wat dat betreft is het opvallend dat in de afgelopen week nog op 515 plekken in de Verenigde Staten olie uit de grond kwam, maar één minder dan vorige week. Wij blijven derhalve negatief tegenover elke investering in de grondstoffensector.