Waken voor overwaardering
Een compleet overzicht van de rendementen van onze pensioenportefeuille.
De belangrijke Amerikaanse beursindices zetten record na record neer, een reeks waar geen eind aan lijkt te komen zolang de Fed zijn expansieve beleid handhaaft. Door de enorme overwaardering dreigt op termijn echter een flinke correctie.
Ieder kwartaal publiceert Jeremy Grantham, een van de oprichters van vermogensbeheerder GMO, zijn 'beleggersbrief'. Die is wat ons betreft verplichte kost, want Grantham is een van de beste strategen die wij kennen. In zijn meest recente brief spreekt hij van een zwaar overgewaardeerde Amerikaanse beurs. Hij raadt 'prudente' beleggers dan ook aan hun aandelenbelangen terug te brengen en hun risicoposities af te bouwen. In dat proces zullen zij echter een pijnlijke beleggersles leren, want richting de top van de markt gaat veel van de 'fun' aan deze voorzichtige beleggers voorbij, aldus Grantham.
Deze pijnlijke les doet momenteel ook opgeld bij de pensioenportefeuille van Beleggers Belangen. Met die portefeuille willen we op een relatief 'onderhoudsvrije' manier en tegen een minimaal risico − permanente verliezen willen we absoluut vermijden! − vermogen voor de lange termijn opbouwen. Dat betekent een conservatieve invulling van de portefeuille. Het gevolg is wel dat het rendement achter kan blijven bij dat van een pure aandelenindex als de AEX Net Return Index (nu 11,8 tegen 23,4%). Dat ligt niet aan de prestaties, maar aan de conservatieve weging van de aandelenposities in de portefeuille (43%). Onze aandelenselectie presteert met 28,4% namelijk fors beter dan de AEX NR Index. We willen de weging van aandelen in de portefeuille echter niet verhogen, omdat we ervan overtuigd zijn dat de Amerikaanse aandelenbeurs zwaar overgewaardeerd is.
Zowel Grantham's collega-strateeg Ben Inker als gewaardeerd fondsbeheerder John Hussman komt op basis van waarderingsmaatstaven voor de lange termijn − onder meer de Shiller k/w, het rendement op de omzet en de verhouding tussen de beurswaarde van niet-financiële bedrijven en het Amerikaanse bbp − tot een 'fair value' voor de S&P500-index van 1100 punten. Onze forse cashpositie biedt een buffer tegen dit scenario, maar die buffer heeft helaas wel een prijs.
De belangrijke Amerikaanse beursindices zetten record na record neer, een reeks waar geen eind aan lijkt te komen zolang de Fed zijn expansieve beleid handhaaft. Door de enorme overwaardering dreigt op termijn echter een flinke correctie.
Ieder kwartaal publiceert Jeremy Grantham, een van de oprichters van vermogensbeheerder GMO, zijn 'beleggersbrief'. Die is wat ons betreft verplichte kost, want Grantham is een van de beste strategen die wij kennen. In zijn meest recente brief spreekt hij van een zwaar overgewaardeerde Amerikaanse beurs. Hij raadt 'prudente' beleggers dan ook aan hun aandelenbelangen terug te brengen en hun risicoposities af te bouwen. In dat proces zullen zij echter een pijnlijke beleggersles leren, want richting de top van de markt gaat veel van de 'fun' aan deze voorzichtige beleggers voorbij, aldus Grantham.
Deze pijnlijke les doet momenteel ook opgeld bij de pensioenportefeuille van Beleggers Belangen. Met die portefeuille willen we op een relatief 'onderhoudsvrije' manier en tegen een minimaal risico − permanente verliezen willen we absoluut vermijden! − vermogen voor de lange termijn opbouwen. Dat betekent een conservatieve invulling van de portefeuille. Het gevolg is wel dat het rendement achter kan blijven bij dat van een pure aandelenindex als de AEX Net Return Index (nu 11,8 tegen 23,4%). Dat ligt niet aan de prestaties, maar aan de conservatieve weging van de aandelenposities in de portefeuille (43%). Onze aandelenselectie presteert met 28,4% namelijk fors beter dan de AEX NR Index. We willen de weging van aandelen in de portefeuille echter niet verhogen, omdat we ervan overtuigd zijn dat de Amerikaanse aandelenbeurs zwaar overgewaardeerd is.
Zowel Grantham's collega-strateeg Ben Inker als gewaardeerd fondsbeheerder John Hussman komt op basis van waarderingsmaatstaven voor de lange termijn − onder meer de Shiller k/w, het rendement op de omzet en de verhouding tussen de beurswaarde van niet-financiële bedrijven en het Amerikaanse bbp − tot een 'fair value' voor de S&P500-index van 1100 punten. Onze forse cashpositie biedt een buffer tegen dit scenario, maar die buffer heeft helaas wel een prijs.