Smart beta niet zaligmakend
We lezen er steeds vaker over: 'smart beta', een alternatieve vorm van het passief volgen van een index. Als belegger kunt u er eigenlijk niet veel mee. Het is vooral duur vanwege de vele transactiekosten en daarom met name een leuke vondst van de bank.
De zoektocht van beleggers naar rendement gaat door en de fondsenindustrie speelt daar happig en handig op in. Wie gelooft in efficiënte markten volgt klakkeloos een index en krijgt daarop het marktrendement, oftewel de beta. Voor velen is dat al lang niet meer voldoende. Vandaar de variant smart beta. Met de aantrekkelijke naam 'smart beta' wordt beleggers het beste van de twee werelden, passief en actief beheer, voor ogen gehouden.
Dat klinkt redelijk onmogelijk, beleggen binnen de veiligheid van een index met een superieur rendement ('alfa'). Smart beta kent grote nadelen die zeker nadrukkelijker naar voren zullen komen als deze producten wat langer bestaan. Aanbieders van het eerste uur zijn onder meer Blackrock en Robeco.
Wat is smart beta precies?
Smart beta kan worden gezien als het passief volgen van een index zoals trackers dat zo goed doen, maar dan met een verscheidenheid aan nuanceringen. Deze nuanceringen of stijlen zijn veelal gebaseerd op kwantitatieve rekenmodellen. Deze modellen suggereren dat er bepaalde patronen in de markt zijn te ontdekken ('anomalieën') waarmee extra rendement gemaakt kan worden zonder al te veel additionele risico's te lopen.
Meest eenvoudige variant is het loslaten van de wegingsfactor van de verschillende aandelen in een index, waarmee alle fondsen uit die index een gelijke invloed hebben op de waarde van het smart beta fonds. Een andere bekende variant is de aandelen uit de index te selecteren die de laagste koersbeweeglijkheid laten zien, 'low volatility'. Verder zijn er smart beta producten op de markt die aandelen selecteren op basis van fundamentele begrippen als boekwaarde en dividendrendement.
Grote nadelen
Smart beta klinkt aardig, maar lijkt in de praktijk op grote nadelen te stuiten. De al in de inleiding aangestipte transactiekosten zijn een belangrijk nadeel. Feitelijk spreken we hier gewoon over actief beleggen met als verkapte naam slim passief investeren.
Ander groot nadeel bij de low-volatility-variant is dat het hier gaat om historische data en dat je als snel uitkomt bij de meest defensieve sectoren als voeding en nutsbedrijven. De recente verschuiving van dure defensieve aandelen naar cyclische fondsen zal deze vorm van smart beta in negatieve zin beïnvloeden en voor een duidelijke underperfomance zorgen.
Het kan best zo zijn dat dit over een langere periode, lees een volledige conjunctuurcyclus, wel gunstig uitpakt, maar met een toch actieve benadering kun je zo aardig scheef komen te zitten. Dit probleem wordt veelal deels ondervangen door aandelen een maximale weging toe te kennen, maar kern van de kwestie blijft.
Intransparant
Smart beta behelst risico's die niet als zodanig worden aangeduid. Zo zullen rekenmodellen gericht op hoge dividendfondsen ongetwijfeld eens KPN en Aperam hebben meegenomen. De producten zorgen voor een verdere wildgroei wat het veld er niet overzichtelijker op maakt.
Beleggen is ook helderheid en transparantie, weten waar je aan begint en welke risico-rendementsverhouding daar bij hoort. Vaak valt het allemaal tegen en kunnen beleggers beter een eigen mandje aandelen samenstellen, eventueel aangevuld met wat opties om risico's af te dekken.
De zoektocht van beleggers naar rendement gaat door en de fondsenindustrie speelt daar happig en handig op in. Wie gelooft in efficiënte markten volgt klakkeloos een index en krijgt daarop het marktrendement, oftewel de beta. Voor velen is dat al lang niet meer voldoende. Vandaar de variant smart beta. Met de aantrekkelijke naam 'smart beta' wordt beleggers het beste van de twee werelden, passief en actief beheer, voor ogen gehouden.
Dat klinkt redelijk onmogelijk, beleggen binnen de veiligheid van een index met een superieur rendement ('alfa'). Smart beta kent grote nadelen die zeker nadrukkelijker naar voren zullen komen als deze producten wat langer bestaan. Aanbieders van het eerste uur zijn onder meer Blackrock en Robeco.
Wat is smart beta precies?
Smart beta kan worden gezien als het passief volgen van een index zoals trackers dat zo goed doen, maar dan met een verscheidenheid aan nuanceringen. Deze nuanceringen of stijlen zijn veelal gebaseerd op kwantitatieve rekenmodellen. Deze modellen suggereren dat er bepaalde patronen in de markt zijn te ontdekken ('anomalieën') waarmee extra rendement gemaakt kan worden zonder al te veel additionele risico's te lopen.
Meest eenvoudige variant is het loslaten van de wegingsfactor van de verschillende aandelen in een index, waarmee alle fondsen uit die index een gelijke invloed hebben op de waarde van het smart beta fonds. Een andere bekende variant is de aandelen uit de index te selecteren die de laagste koersbeweeglijkheid laten zien, 'low volatility'. Verder zijn er smart beta producten op de markt die aandelen selecteren op basis van fundamentele begrippen als boekwaarde en dividendrendement.
Grote nadelen
Smart beta klinkt aardig, maar lijkt in de praktijk op grote nadelen te stuiten. De al in de inleiding aangestipte transactiekosten zijn een belangrijk nadeel. Feitelijk spreken we hier gewoon over actief beleggen met als verkapte naam slim passief investeren.
Ander groot nadeel bij de low-volatility-variant is dat het hier gaat om historische data en dat je als snel uitkomt bij de meest defensieve sectoren als voeding en nutsbedrijven. De recente verschuiving van dure defensieve aandelen naar cyclische fondsen zal deze vorm van smart beta in negatieve zin beïnvloeden en voor een duidelijke underperfomance zorgen.
Het kan best zo zijn dat dit over een langere periode, lees een volledige conjunctuurcyclus, wel gunstig uitpakt, maar met een toch actieve benadering kun je zo aardig scheef komen te zitten. Dit probleem wordt veelal deels ondervangen door aandelen een maximale weging toe te kennen, maar kern van de kwestie blijft.
Intransparant
Smart beta behelst risico's die niet als zodanig worden aangeduid. Zo zullen rekenmodellen gericht op hoge dividendfondsen ongetwijfeld eens KPN en Aperam hebben meegenomen. De producten zorgen voor een verdere wildgroei wat het veld er niet overzichtelijker op maakt.
Beleggen is ook helderheid en transparantie, weten waar je aan begint en welke risico-rendementsverhouding daar bij hoort. Vaak valt het allemaal tegen en kunnen beleggers beter een eigen mandje aandelen samenstellen, eventueel aangevuld met wat opties om risico's af te dekken.