Verliesrisico
Volgens de theorie gaan risico en rendement hand in hand: hoe hoger het risico, hoe hoger het rendement. Het klinkt logisch, maar hoe anders is de praktijk: verlies bij laagvolatiele aandelen het risico op verlies niet uit het oog.
Het is inmiddels een publiek geheim dat risicomaatstaven een probaat hulpmiddel zijn bij de selectie van individuele vermogenstitels.
Al in de jaren zestig was bekend dat het nemen van risico meestal niet loonde. Het verschijnsel dat aandelen met lage volatiliteit een hogere opbrengst bieden dan aandelen met een hoge volatiliteit staat te boek als het volatiliteitseffect. Tot aan de kredietcrisis van 2007 was het aantal professionele partijen dat met de taaie afwijking betere resultaten wilde behalen beperkt.
Ook in academische kringen werd de anomalie dat laagvolatiele aandelen een hoger rendement genereren lange tijd genegeerd. Het volatiliteitseffect is immers in tegenspraak met de Efficiënte markthypothese die eind jaren zestig furore maakte. De hypothese van de efficiënte markten stelt immers dat alle publieke informatie en toekomstverwachtingen in de koers van aandelen verwerkt zit. Uitzonderingen daargelaten, de conclusie die zich opdringt is dat het voor beleggers schier onmogelijk is structureel bovengemiddelde rendementen te behalen. Tegenwoordig neemt de wetenschap ten aanzien van de hypothese een genuanceerder standpunt in. De markten zijn efficiënt op informatieniveau. Beleggers die risico mijden kunnen zich aan hogere rendementen verblijden.
Verliesrisico
Volgens Bob Haugen, de ontdekker van het volatiliteitseffect, is volatiliteit de meest simpele, meest lucratieve en ook de meest miskende anomalie in de financiële industrie. Een andere veel verkeerd begrepen risicomaatstaf is Value at Risk. In essentie geeft de VaR-methode het antwoord op de simpele vraag: hoe erg kan het worden? De doelstelling van Philippe Jorion was om de omvang van het maximale verlies te voorspellen dat in een bepaalde periode onder normale marktbewegingen kan ontstaan uitgaande van een vooropgesteld betrouwbaarheidsinterval.
Omdat wordt uitgegaan van normaal verdeelde marktrisicofactoren interpreteerden veel risicomanagers de VaR-methode als een techniek die zich bezighoudt met de statistische kans op verlies en niet met de grootte ervan. De Duitse hoogleraar Stefan Mittnik borduurt voort op het werk van voornoemde Amerikaanse professoren: Haugen en Jorion. Zijn hybride-techniek selecteert de aandelen met de kleinste Value at Risk, zeg maar het kleinste verliesrisico, zonder dat het buitengewone risico hierbij buiten beschouwing blijft.
In de voorbije vijf jaar genereerde de low-risk-strategie van Mittnik een samengesteld rendement van bijna 11 procent, terwijl de Duitse hoofdindex DAX niet verder kwam dan vijf procent. Of anders verwoord: na verloop van tijd werd uit 10.000 euro respectievelijk 16.700 en 12.800 euro gehaald. Beleggers die elke vier weken hadden ingezet op de vijf aandelen met het laagste verliesrisico blikken zelfs terug op een gemiddeld jaarrendement van 21 procent. Ze zagen hun inleg aandikken tot 26.400 euro.
Beursplein 5
Onder de hoofdfondsen lopen beleggers volgens de standaardrekenmethode van Value at Risk met Royal Dutch, Unilever, Reed Elsevier, Wolters Kluwer en Ahold het kleinste verliesrisico en met Imtech, TNT Express, PostNL, KPN en SBM Offshore het grootste risico. Omdat Mittnik aandelen nadrukkelijk mijdt die recent grote koersuitslagen hebben laten optekenen, moet Ahold zijn plaats afstaan aan Corio en neemt Douwe Egberts de plaats in van SBM Offshore.
Bovenstaande tabel geeft per hoofdfonds het verliesrisico bij een betrouwbaarheidsinterval van 95 procent weer voor de komende 20 dagen. Helaas betekent dit niet dat met 95 procent zekerheid gesteld kan worden dat het te verwachten verlies nooit groter zal zijn dan berekend.
Enerzijds is dit te wijten aan de standaarddeviatie die uitgaat van een normaalverdeling. Mittnik tracht dit euvel te ondervangen door grote koersuitslagen uit het recente verleden meer gewicht toe te kennen. En anderzijds zijn financiële markten altijd in beweging. Het lijkt wel dat op de beurs verandering de enige constante is. Het advies van Mittnik: bereken wekelijks het verliesrisico en als er grote veranderingen zijn stap dan uit de markt. @ Ivan Snurer
Het is inmiddels een publiek geheim dat risicomaatstaven een probaat hulpmiddel zijn bij de selectie van individuele vermogenstitels.
Al in de jaren zestig was bekend dat het nemen van risico meestal niet loonde. Het verschijnsel dat aandelen met lage volatiliteit een hogere opbrengst bieden dan aandelen met een hoge volatiliteit staat te boek als het volatiliteitseffect. Tot aan de kredietcrisis van 2007 was het aantal professionele partijen dat met de taaie afwijking betere resultaten wilde behalen beperkt.
Ook in academische kringen werd de anomalie dat laagvolatiele aandelen een hoger rendement genereren lange tijd genegeerd. Het volatiliteitseffect is immers in tegenspraak met de Efficiënte markthypothese die eind jaren zestig furore maakte. De hypothese van de efficiënte markten stelt immers dat alle publieke informatie en toekomstverwachtingen in de koers van aandelen verwerkt zit. Uitzonderingen daargelaten, de conclusie die zich opdringt is dat het voor beleggers schier onmogelijk is structureel bovengemiddelde rendementen te behalen. Tegenwoordig neemt de wetenschap ten aanzien van de hypothese een genuanceerder standpunt in. De markten zijn efficiënt op informatieniveau. Beleggers die risico mijden kunnen zich aan hogere rendementen verblijden.
Verliesrisico
Volgens Bob Haugen, de ontdekker van het volatiliteitseffect, is volatiliteit de meest simpele, meest lucratieve en ook de meest miskende anomalie in de financiële industrie. Een andere veel verkeerd begrepen risicomaatstaf is Value at Risk. In essentie geeft de VaR-methode het antwoord op de simpele vraag: hoe erg kan het worden? De doelstelling van Philippe Jorion was om de omvang van het maximale verlies te voorspellen dat in een bepaalde periode onder normale marktbewegingen kan ontstaan uitgaande van een vooropgesteld betrouwbaarheidsinterval.
Omdat wordt uitgegaan van normaal verdeelde marktrisicofactoren interpreteerden veel risicomanagers de VaR-methode als een techniek die zich bezighoudt met de statistische kans op verlies en niet met de grootte ervan. De Duitse hoogleraar Stefan Mittnik borduurt voort op het werk van voornoemde Amerikaanse professoren: Haugen en Jorion. Zijn hybride-techniek selecteert de aandelen met de kleinste Value at Risk, zeg maar het kleinste verliesrisico, zonder dat het buitengewone risico hierbij buiten beschouwing blijft.
In de voorbije vijf jaar genereerde de low-risk-strategie van Mittnik een samengesteld rendement van bijna 11 procent, terwijl de Duitse hoofdindex DAX niet verder kwam dan vijf procent. Of anders verwoord: na verloop van tijd werd uit 10.000 euro respectievelijk 16.700 en 12.800 euro gehaald. Beleggers die elke vier weken hadden ingezet op de vijf aandelen met het laagste verliesrisico blikken zelfs terug op een gemiddeld jaarrendement van 21 procent. Ze zagen hun inleg aandikken tot 26.400 euro.
Beursplein 5
Onder de hoofdfondsen lopen beleggers volgens de standaardrekenmethode van Value at Risk met Royal Dutch, Unilever, Reed Elsevier, Wolters Kluwer en Ahold het kleinste verliesrisico en met Imtech, TNT Express, PostNL, KPN en SBM Offshore het grootste risico. Omdat Mittnik aandelen nadrukkelijk mijdt die recent grote koersuitslagen hebben laten optekenen, moet Ahold zijn plaats afstaan aan Corio en neemt Douwe Egberts de plaats in van SBM Offshore.
Bovenstaande tabel geeft per hoofdfonds het verliesrisico bij een betrouwbaarheidsinterval van 95 procent weer voor de komende 20 dagen. Helaas betekent dit niet dat met 95 procent zekerheid gesteld kan worden dat het te verwachten verlies nooit groter zal zijn dan berekend.
Enerzijds is dit te wijten aan de standaarddeviatie die uitgaat van een normaalverdeling. Mittnik tracht dit euvel te ondervangen door grote koersuitslagen uit het recente verleden meer gewicht toe te kennen. En anderzijds zijn financiële markten altijd in beweging. Het lijkt wel dat op de beurs verandering de enige constante is. Het advies van Mittnik: bereken wekelijks het verliesrisico en als er grote veranderingen zijn stap dan uit de markt. @ Ivan Snurer