De tempel van spijt
Er bestaan heel wat theorieën over hoe je in aandelen moet beleggen. Het verschil tussen denken en doen, twijfelen en toch niet verkopen, maakt veelal het verschil tussen winst en verlies. Aan beleggen kleven meer risico’s dan je denkt. Kies voor de juiste strategie, een strategie die bij je persoonlijkheid past.
Als je geen risico wilt lopen, dan doe je jezelf met beleggen tekort. Hoe meer je in veilige havens zoals spaarrekeningen of staatsobligaties belegt, des te kleiner de kans op een mooi rendement. Daartegenover staat: naarmate je meer risico neemt, des te groter de kans op verlies.
De afweging tussen de mate van risico en het rendement dat je verwacht, heeft veel weg van de eeuwige strijd tussen rendement en risico. Van te voren weet je nooit wat de gerealiseerde opbrengst zal zijn. Heel cru gesteld: risico is de kans die je willens en wetens neemt om met je beleggingen geld te verliezen.
Vijf hoofdrisico's
Als je gaat beleggen, loop je risico. Volledig risicoloos beleggen bestaat niet. In feite kun je spreken van vijf hoofdrisico’s, waarbij het marktrisico het meest voor de hand ligt. Op termijn doen aandelen het beter dan eender welke vermogenscategorie, maar als de koersen op de brede markt dalen dan is de kans groot dat als gevolg daarvan de aandelen in je beleggingsportefeuille eveneens dalen. Inflatie zorgt ervoor dat je geld in de toekomst minder waard wordt. Hoewel geldontwaarding de grootste bedreiging is voor het opbouwen van een vermogen, bieden aandelen de beste bescherming tegen inflatie. Om de geldontwaarding het hoofd te bieden, verhogen centrale bankiers de rente. Dat is op zijn beurt slecht nieuws voor beleggers, zowel in aandelen als in obligaties. Wanneer de rente stijgt, daalt de waarde van bestaande obligaties – beleggers geven dan de voorkeur geven aan nieuwe obligaties met een hogere couponrente. Voor beleggers in aandelen betekent de hogere rente dat bedrijven minder winst produceren. Per saldo vormt het renterisico de grootste bedreiging voor beleggers. Het debiteurenrisico is met name van belang voor beleggers in schuldpapieren. De waarde van obligaties wordt bepaald in de mate waarin de debiteur aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen kan voldoen. Als de instantie failliet gaat, zijn de obligaties waardeloos (net als aandelen) ook al werden de obligaties uitgegeven door een overheidsinstelling. En tot slot het valutarisico: beleggers die binnen de grenzen van de eurozone blijven, die zal het een zorg wezen. Als je rechtstreeks in de Verenigde Staten of Azië investeert, moet je daarentegen rekening houden met de kans dat het rendement lager uitpakt als tegelijkertijd ook de Amerikaanse dollar of de Chinese yuan/Hongkong dollar/Japanse yen of anderszins in waarde dalen, maar omgekeerd kan natuurlijk ook.
Eeuwige afweging
De afweging tussen risico en rendement die je als belegger maakt, is ook afhankelijk van je persoonlijke ervaring. Een ding waar beleggers het meest naar verlangen is veiligheid, zeker met de retrovisie op de woelige periode van de voorbije jaren. Niet alle beleggers maken gebruik van een doordachte beleggingsstrategie wanneer zij zich op de beursvloer begeven. Bij de aankoop van een televisietoestel laten ze zich uitvoerig informeren – de aankoop van aandelen daarentegen gebeurt vaak impulsief of op basis van een kort gesprek met een beleggingsadviseur. Een veelgebruikte uitspraak van beleggers is: “Had ik maar…”. Gemakzucht kan ook een rol spelen. Een voorbeeld: vandaag zit je krap in de tijd en vermits je binnenkort toch naar de bank moet gaan, besluit je tegen beter weten in je foute posities volgende week maar te regelen.
In een onzekere en nerveuze markt, zoals we die de jongste jaren kennen, is het bijzonder moeilijk om vast te houden aan een op voorhand vastgestelde strategie. Als belegger heb je eenmaal emoties, daar ben je immers mens voor en soms kun je die gemakkelijk onder controle houden, maar vaak ook niet. Emoties en succesvol beleggen zijn moeilijk met elkaar te rijmen. Het verleden leert ook dat angst en hebzucht slechte raadgevers zijn.
De drie d’s van beleggen
Er zijn drie dingen van groot belang bij het beleggen: discipline, diversificatie en dividend. Dit zijn de drie d’s van succesvol beleggen. Het is ook goed om een theoretische en parallelle effectenportefeuille naast elkaar op te zetten. Het bijhouden van de papieren beleggingsportefeuille laat je zien hoe groot het implementatieverschil is en zal je aanzetten om gedisciplineerd te werk te gaan, opdat je plezier beleeft aan je aandelen en die ook beter laat renderen. Je krijgt dan ook steeds minder vaak spijt dat je bepaalde beleggingsbeslissingen al dan niet hebt uitgevoerd.
Als je geen risico wilt lopen, dan doe je jezelf met beleggen tekort. Hoe meer je in veilige havens zoals spaarrekeningen of staatsobligaties belegt, des te kleiner de kans op een mooi rendement. Daartegenover staat: naarmate je meer risico neemt, des te groter de kans op verlies.
De afweging tussen de mate van risico en het rendement dat je verwacht, heeft veel weg van de eeuwige strijd tussen rendement en risico. Van te voren weet je nooit wat de gerealiseerde opbrengst zal zijn. Heel cru gesteld: risico is de kans die je willens en wetens neemt om met je beleggingen geld te verliezen.
Vijf hoofdrisico's
Als je gaat beleggen, loop je risico. Volledig risicoloos beleggen bestaat niet. In feite kun je spreken van vijf hoofdrisico’s, waarbij het marktrisico het meest voor de hand ligt. Op termijn doen aandelen het beter dan eender welke vermogenscategorie, maar als de koersen op de brede markt dalen dan is de kans groot dat als gevolg daarvan de aandelen in je beleggingsportefeuille eveneens dalen. Inflatie zorgt ervoor dat je geld in de toekomst minder waard wordt. Hoewel geldontwaarding de grootste bedreiging is voor het opbouwen van een vermogen, bieden aandelen de beste bescherming tegen inflatie. Om de geldontwaarding het hoofd te bieden, verhogen centrale bankiers de rente. Dat is op zijn beurt slecht nieuws voor beleggers, zowel in aandelen als in obligaties. Wanneer de rente stijgt, daalt de waarde van bestaande obligaties – beleggers geven dan de voorkeur geven aan nieuwe obligaties met een hogere couponrente. Voor beleggers in aandelen betekent de hogere rente dat bedrijven minder winst produceren. Per saldo vormt het renterisico de grootste bedreiging voor beleggers. Het debiteurenrisico is met name van belang voor beleggers in schuldpapieren. De waarde van obligaties wordt bepaald in de mate waarin de debiteur aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen kan voldoen. Als de instantie failliet gaat, zijn de obligaties waardeloos (net als aandelen) ook al werden de obligaties uitgegeven door een overheidsinstelling. En tot slot het valutarisico: beleggers die binnen de grenzen van de eurozone blijven, die zal het een zorg wezen. Als je rechtstreeks in de Verenigde Staten of Azië investeert, moet je daarentegen rekening houden met de kans dat het rendement lager uitpakt als tegelijkertijd ook de Amerikaanse dollar of de Chinese yuan/Hongkong dollar/Japanse yen of anderszins in waarde dalen, maar omgekeerd kan natuurlijk ook.
Eeuwige afweging
De afweging tussen risico en rendement die je als belegger maakt, is ook afhankelijk van je persoonlijke ervaring. Een ding waar beleggers het meest naar verlangen is veiligheid, zeker met de retrovisie op de woelige periode van de voorbije jaren. Niet alle beleggers maken gebruik van een doordachte beleggingsstrategie wanneer zij zich op de beursvloer begeven. Bij de aankoop van een televisietoestel laten ze zich uitvoerig informeren – de aankoop van aandelen daarentegen gebeurt vaak impulsief of op basis van een kort gesprek met een beleggingsadviseur. Een veelgebruikte uitspraak van beleggers is: “Had ik maar…”. Gemakzucht kan ook een rol spelen. Een voorbeeld: vandaag zit je krap in de tijd en vermits je binnenkort toch naar de bank moet gaan, besluit je tegen beter weten in je foute posities volgende week maar te regelen.
In een onzekere en nerveuze markt, zoals we die de jongste jaren kennen, is het bijzonder moeilijk om vast te houden aan een op voorhand vastgestelde strategie. Als belegger heb je eenmaal emoties, daar ben je immers mens voor en soms kun je die gemakkelijk onder controle houden, maar vaak ook niet. Emoties en succesvol beleggen zijn moeilijk met elkaar te rijmen. Het verleden leert ook dat angst en hebzucht slechte raadgevers zijn.
De drie d’s van beleggen
Er zijn drie dingen van groot belang bij het beleggen: discipline, diversificatie en dividend. Dit zijn de drie d’s van succesvol beleggen. Het is ook goed om een theoretische en parallelle effectenportefeuille naast elkaar op te zetten. Het bijhouden van de papieren beleggingsportefeuille laat je zien hoe groot het implementatieverschil is en zal je aanzetten om gedisciplineerd te werk te gaan, opdat je plezier beleeft aan je aandelen en die ook beter laat renderen. Je krijgt dan ook steeds minder vaak spijt dat je bepaalde beleggingsbeslissingen al dan niet hebt uitgevoerd.