Updates

Aandelen Nederland

HAL Trust

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Home Depot

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

Aegon

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

HSBC

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Walmart

Advies
verkopen
Aandelen Internationaal

Siemens

Advies
houden
Aandelen Internationaal

L'Oréal

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Enel

Advies
houden
Aandelen Nederland

ASML

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ABN Amro

Advies
houden
Aandelen Nederland

OCI

Advies
houden

Updates

Aandelen Nederland

HAL Trust

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Home Depot

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

Aegon

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

HSBC

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Walmart

Advies
verkopen
Aandelen Internationaal

Siemens

Advies
houden
Aandelen Internationaal

L'Oréal

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Enel

Advies
houden
Aandelen Nederland

ASML

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ABN Amro

Advies
houden
Aandelen Nederland

OCI

Advies
houden
Opinie Harry Geels, 22 jan 2013 12:07

De grens van populaire aandelen

0 0 Leestijd ongeveer

Een populaire belegging of beleggingscategorie wordt op een gegeven moment duur, met negatieve gevolgen voor het toekomstige rendement. De beurswaarde (van een aandeel of sector) kan een indicatie geven wanneer de limieten van de populariteit zijn bereikt.

In mijn vorige column schreef ik dat een belegger moet oppassen met beleggingen die al ruime tijd stijgen en veel aandacht in de media krijgen. Ik kreeg toen een e-mail dat het een leuke theorie is, maar dat ik geen concrete regels noemde wanneer iets te populair wordt.

In eerste instantie zou ik zeggen ‘welkom in de wereld die beleggen heet’. Er zijn zelden of nooit concrete regels. Een bekend beursgezegde luidt niet voor niets: ‘er gaat geen belletje rinkelen op de top (of op bodem) van de koers’.

Er zijn echter wel aanwijzingen. Zo haalde ik in mijn column Grote winnaars presteren niet een onderzoek aan waaruit bleek dat als we op de Amerikaanse aandelenmarkt zouden beleggen, maar het grootste (waarschijnlijk populairste) bedrijf uit iedere sector zouden vermijden, we de index op de lange termijn zouden verslaan. 

Weging in de index is aanwijzing

Er zijn meer potentiële aanwijzingen. Onderstaande grafiek toont aan dat aandelen uit de S&P500 zelden of nooit een individuele weging krijgen van meer dan 5% in die index. Toen respectievelijk GE, ExxonMobil (XOM) en Apple door koersstijgingen de magische grens van de 5%-weging in de index bereikten was het over met de pret (de S&P500 is een index die de 500 grootste Amerikaanse bedrijven weegt op basis van beurswaarde).


Bron: Barron’s

Een heel mooie grafiek van sectorwegingen is gemaakt door de Franse onafhankelijke vermogensbeheerder TOBAM, en wel vanaf 1967. We zien dat er bij tijd en wijle zeepbellen ontstaan in bepaalde sectoren: Cyclische consumentgoederen eind jaren zestig, begin jaren zeventig, Energie eind jaren zeventig, Technologie eind jaren negentig en bankaandelen in de periode 2003-2007.

 


Bron: TOBAM


Een ballon die knapt

Iedere keer als een aandelensector een totale weging van meer dan 20% krijgt, raakt het overgewaardeerd. Het probleem van beleggen is echter dat het nog even kan duren voordat beleggers bij zinnen komen. In de jaren negentig groeide technologie – in een 10-jarige bubble – bijvoorbeeld naar een gewicht van maar liefst 35%. We weten (helaas) van te voren niet hoeveel lucht we in een ballon (aandeel of sector) kunnen pompen. Maar hoe meer lucht erin komt, hoe groter de kans dat die knapt.

Er zijn ook fundamentele aanwijzingen of iets te populair wordt of niet. Vaak gaan die fundamentele waarderingen gelijk op met de wegingen in de index. Op dit moment zijn er op basis van fundamentele ratio’s aanwijzingen dat er zich in bepaalde gedeelten van de financiële markten (opnieuw) bubbles aan het vormen zijn, waarover meer in mijn column van aanstaande donderdag.

 

Harry Geels is directeur Research en partner bij Inmaxxa Vermogensbeheer in Naarden (www.inmaxxa.nl). Daarnaast is hij hoofdredacteur van Traders Club Magazine (TCM) en partner van de ML Finance Academy (www.mlfa.eu ). De informatie in deze opinie is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Geels geven zijn persoonlijke mening weer.


In mijn vorige column schreef ik dat een belegger moet oppassen met beleggingen die al ruime tijd stijgen en veel aandacht in de media krijgen. Ik kreeg toen een e-mail dat het een leuke theorie is, maar dat ik geen concrete regels noemde wanneer iets te populair wordt.

In eerste instantie zou ik zeggen ‘welkom in de wereld die beleggen heet’. Er zijn zelden of nooit concrete regels. Een bekend beursgezegde luidt niet voor niets: ‘er gaat geen belletje rinkelen op de top (of op bodem) van de koers’.

Er zijn echter wel aanwijzingen. Zo haalde ik in mijn column Grote winnaars presteren niet een onderzoek aan waaruit bleek dat als we op de Amerikaanse aandelenmarkt zouden beleggen, maar het grootste (waarschijnlijk populairste) bedrijf uit iedere sector zouden vermijden, we de index op de lange termijn zouden verslaan. 

Weging in de index is aanwijzing

Er zijn meer potentiële aanwijzingen. Onderstaande grafiek toont aan dat aandelen uit de S&P500 zelden of nooit een individuele weging krijgen van meer dan 5% in die index. Toen respectievelijk GE, ExxonMobil (XOM) en Apple door koersstijgingen de magische grens van de 5%-weging in de index bereikten was het over met de pret (de S&P500 is een index die de 500 grootste Amerikaanse bedrijven weegt op basis van beurswaarde).


Bron: Barron’s

Een heel mooie grafiek van sectorwegingen is gemaakt door de Franse onafhankelijke vermogensbeheerder TOBAM, en wel vanaf 1967. We zien dat er bij tijd en wijle zeepbellen ontstaan in bepaalde sectoren: Cyclische consumentgoederen eind jaren zestig, begin jaren zeventig, Energie eind jaren zeventig, Technologie eind jaren negentig en bankaandelen in de periode 2003-2007.

 


Bron: TOBAM

Een ballon die knapt

Iedere keer als een aandelensector een totale weging van meer dan 20% krijgt, raakt het overgewaardeerd. Het probleem van beleggen is echter dat het nog even kan duren voordat beleggers bij zinnen komen. In de jaren negentig groeide technologie – in een 10-jarige bubble – bijvoorbeeld naar een gewicht van maar liefst 35%. We weten (helaas) van te voren niet hoeveel lucht we in een ballon (aandeel of sector) kunnen pompen. Maar hoe meer lucht erin komt, hoe groter de kans dat die knapt.

Er zijn ook fundamentele aanwijzingen of iets te populair wordt of niet. Vaak gaan die fundamentele waarderingen gelijk op met de wegingen in de index. Op dit moment zijn er op basis van fundamentele ratio’s aanwijzingen dat er zich in bepaalde gedeelten van de financiële markten (opnieuw) bubbles aan het vormen zijn, waarover meer in mijn column van aanstaande donderdag.

 

Harry Geels is directeur Research en partner bij Inmaxxa Vermogensbeheer in Naarden (www.inmaxxa.nl). Daarnaast is hij hoofdredacteur van Traders Club Magazine (TCM) en partner van de ML Finance Academy (www.mlfa.eu ). De informatie in deze opinie is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Geels geven zijn persoonlijke mening weer.