Op en neer, minder is meer
Begin deze week overleed Robert Haugen, de ontdekker van het volatiliteitseffect. De traditionele financiële theorie wil dat risico en rendement hand in hand gaan. Minder risico is echter niet een synoniem van lager rendement.
In 1967 introduceerde Dr. Robert A. Haugen (1942-2013) het concept van Minimum Variance. De Amerikaanse emeritus hoogleraar in kwantitatieve beleggingsstrategieën ontdekte al eind jaren zestig dat het nemen van risico meestal niet loont. Het algemeen erkende Capital Asset Pricing Model veronderstelt dat risico en rendement hand in hand gaan. Haugen ontdekte echter dat het verband tussen risico en rendement eerder negatief is.
Het verschijnsel dat aandelen met lage volatiliteit een hoger rendement genereren dan aandelen met een hogere volatiliteit staat in academische kringen te boek als het volatiliteitseffect. De anomalie dat laagvolatiele aandelen een hoger rendement bieden is al langer bekend. Tot de kredietcrisis in 2007 was het aantal professionele partijen dat met die taaie afwijking betere resultaten wilde behalen beperkt. Door de opeenstapeling van financiële crises integreerden inmiddels talrijke institutionele beleggers het concept in het beleggingsbeleid. Aanbieders van indices brachten zelfs Minimum Variance-indexen op de markt. Sommigen omschrijven de ontdekking van Haugen nu als een vorm van free lunch, een manier om op de financiële markten zonder risico geld te verdienen.
In de financiële wereld werd de ontdekking van Haugen voor meer dan 25 jaar genegeerd. Het volatiliteitseffect is immers in tegenspraak met de Efficiënte markthypothese dat eind jaren zestig furore maakt en wordt tegenwoordig op iedere economische faculteit onderwezen. De hypothese van de efficiënte markten postuleert dat alle publieke informatie en toekomstverwachtingen in de koers van aandelen verwerkt zitten. Een belangrijke conclusie is dat het onmogelijk is structureel bovengemiddelde rendementen te behalen, behalve door geluk. Tegenwoordig neemt de wetenschap ten aanzien van de hypothese een genuanceerder standpunt in. De markten zijn efficiënt op informatieniveau.
Publicaties
Haugen is ook bekend door zijn onderzoek naar het januari-effect en vermaard om zijn Expected return model, een regressiemodel waarin aandelen aan hand van ruim zeventig variabelen door de mangel worden genomen. In de wetenschappelijke publicatie Commonality in the Determinants of Expected Stock Returns doet hij zijn superregressiemodel uit de doeken. Naast talloze artikelen in gezaghebbende titels schreef hij in totaal 15 boeken over beleggen waarvan The Incredible January Effect samen met Josef Lakonishok en de trilogie van Beast on Wall Street, The Inefficient Market en The New Finance de bekendste zijn.
Op en neer
Volgens Haugen is volatiliteit de meest simpele, meest lucratieve anomalie en ook de meest miskende. Daar de bèta’s en standaarddeviaties van aandelen niet voor het oprapen liggen, volgt hieronder een overzicht met de tien meest en minst volatiele fondsen van Nederland.
Beleggingsstrategieën met laagrisico aandelen presteren tijdens een algemene baisse weliswaar beter dan de beurs, maar vertonen wel de onhebbelijke eigenschap dat zij de markt tijdens een hausse niet kunnen bijbenen, Dit was ook het in geval in 2012, maar door de jaren heen genereert het volatiliteitseffect betere resultaten.
In 1967 introduceerde Dr. Robert A. Haugen (1942-2013) het concept van Minimum Variance. De Amerikaanse emeritus hoogleraar in kwantitatieve beleggingsstrategieën ontdekte al eind jaren zestig dat het nemen van risico meestal niet loont. Het algemeen erkende Capital Asset Pricing Model veronderstelt dat risico en rendement hand in hand gaan. Haugen ontdekte echter dat het verband tussen risico en rendement eerder negatief is.
Het verschijnsel dat aandelen met lage volatiliteit een hoger rendement genereren dan aandelen met een hogere volatiliteit staat in academische kringen te boek als het volatiliteitseffect. De anomalie dat laagvolatiele aandelen een hoger rendement bieden is al langer bekend. Tot de kredietcrisis in 2007 was het aantal professionele partijen dat met die taaie afwijking betere resultaten wilde behalen beperkt. Door de opeenstapeling van financiële crises integreerden inmiddels talrijke institutionele beleggers het concept in het beleggingsbeleid. Aanbieders van indices brachten zelfs Minimum Variance-indexen op de markt. Sommigen omschrijven de ontdekking van Haugen nu als een vorm van free lunch, een manier om op de financiële markten zonder risico geld te verdienen.
In de financiële wereld werd de ontdekking van Haugen voor meer dan 25 jaar genegeerd. Het volatiliteitseffect is immers in tegenspraak met de Efficiënte markthypothese dat eind jaren zestig furore maakt en wordt tegenwoordig op iedere economische faculteit onderwezen. De hypothese van de efficiënte markten postuleert dat alle publieke informatie en toekomstverwachtingen in de koers van aandelen verwerkt zitten. Een belangrijke conclusie is dat het onmogelijk is structureel bovengemiddelde rendementen te behalen, behalve door geluk. Tegenwoordig neemt de wetenschap ten aanzien van de hypothese een genuanceerder standpunt in. De markten zijn efficiënt op informatieniveau.
Publicaties
Haugen is ook bekend door zijn onderzoek naar het januari-effect en vermaard om zijn Expected return model, een regressiemodel waarin aandelen aan hand van ruim zeventig variabelen door de mangel worden genomen. In de wetenschappelijke publicatie Commonality in the Determinants of Expected Stock Returns doet hij zijn superregressiemodel uit de doeken. Naast talloze artikelen in gezaghebbende titels schreef hij in totaal 15 boeken over beleggen waarvan The Incredible January Effect samen met Josef Lakonishok en de trilogie van Beast on Wall Street, The Inefficient Market en The New Finance de bekendste zijn.
Op en neer
Volgens Haugen is volatiliteit de meest simpele, meest lucratieve anomalie en ook de meest miskende. Daar de bèta’s en standaarddeviaties van aandelen niet voor het oprapen liggen, volgt hieronder een overzicht met de tien meest en minst volatiele fondsen van Nederland.
Beleggingsstrategieën met laagrisico aandelen presteren tijdens een algemene baisse weliswaar beter dan de beurs, maar vertonen wel de onhebbelijke eigenschap dat zij de markt tijdens een hausse niet kunnen bijbenen, Dit was ook het in geval in 2012, maar door de jaren heen genereert het volatiliteitseffect betere resultaten.