Terwijl er in Amsterdam en op andere West-Europese marktplaatsen, zoals Londen, Frankfurt en Brussel, afgelopen week per saldo nauwelijks beweging was op de aandelenbeurzen, bleven de hoofdgraadmeters van wat verder gelegen buitenlanden wel degelijk hard op en neer gaan. Het rustige verloop van de AEX, FTSE, DAX en Bel20 (slotkoersen van maandag) was dus verraderlijk.
Door de rally’s sinds eind januari is het rendement van de Bovespa dit jaar tot nu toe +18,0% opgelopen en de RTSI +17,0%
De indices van de opkomende landen zetten hun opmars voort. Om uiteenlopende redenen rendeerden de Russische RTSI (+7,8%), de Shanghai Composite (+5,6%), de Turkse BIST30 (+4,8%) en de Braziliaanse Bovespa (+4,7%) bovengemiddeld goed. En ook de hoofdgraadmeter van het BRIC-land dat u in deze opsomming heeft gemist, de Indiase Sensex, beleefde met een plus van 1,9% een prima week. In ieder geval bij de Russische RTSI en bij de Braziliaanse Bovespa speelt de verder verbeterende olieprijs een belangrijke rol. En verder geldt dat deze twee graadmeters, net als de Shanghai Composite, per saldo al jarenlang achter waren gebleven bij onder meer de AEX (zie grafiek). Voor de beurs van São Paulo is bovendien van belang dat steeds openlijker wordt gespeculeerd op het vertrek van premier Dilma Rousseff.
Door de rally’s sinds eind januari is het rendement van de Bovespa dit jaar tot nu toe +18,0% opgelopen en de RTSI +17,0%. Daarmee zijn deze graadmeters, die jarenlang te vinden waren in de onderste regionen van de ranglijst van 93 hoofdindices die persbureau Bloomberg bijhoudt, de op twee en op drie na best renderende indices in 2016 tot nu toe.
Al op 13 november vorig jaar, toen de RTSI en de Bovespa op het laagste punt stonden sinds 2010, raadden we u aan vanuit het ‘buy the dips’-idee de Russische en Braziliaanse aandelenmarkt op de voet te volgen. Dat hebben wij zelf ook gedaan, maar we zagen en zien (nog) geen reden om in te stappen. Dit herstel wordt toch teveel gedreven door het onzekere verloop van de olieprijs.
De slechtst renderende indices van afgelopen week waren de Japanse Nikkei (-3,0%) en verder vrijwel uitsluitend Europese graadmeters, waarbij vooral de verliezen van twee belangrijke beurzen buiten de eurozone – de Zwitserse SMI (-2,1%) en de Zweedse OMX (-3,3%) – in het oog sprongen. Van de beurzen binnen de muntunie verloor de Griekse ASE (-4,3%) het meeste terrein.
Op het hoe en waarom van deze uitschieters naar beneden gaan we op dit moment niet in, maar we constateren wel dat u voor stabiele aandelenbeleggingen momenteel goed uit de voeten kunt met de Europese en Amerikaanse bedrijven die wij hebben opgenomen in ons internationale aandelenuniversum.
Op Wall Street herstelden afgelopen week zowel de Dow Jones (+2,3%) als de breder samengestelde S&P500 (+1,6%) verder. Binnen de Dow Jones behoorden de farmaceuten Pfizer, Johnson & Johnson en Merck tot de weinige achterblijvers. Dit jaar tot nu toe noteren zowel de Dow Jones (+1,1%) als de S&P500 (+0,4%) nu een kleine winst; de zware verliezen van de eerste weken van 2016 zijn goedgemaakt.
In Europa bleef – in lijn met Amsterdam, Londen, Frankfurt en Brussel – zowel de Stoxx50 van meest verhandelde aandelen (-1,4%) als de breder samengestelde Stoxx600 (-0,0%) dicht bij huis. Binnen de Stoxx50 wogen de koersdalingen van de financiële instellingen zwaar mee, nadat de Europese banken in de weken daarvoor juist forse koerswinsten hadden laten zien.
De bewegelijkheid van de Europese financiële waarden zien wij als een symptoom van de onrust die, ondanks de schijnbaar rustige omstandigheden van afgelopen week, ook op de West-Europese marktplaatsen onder de oppervlakte aanwezig is. Het lichte negatieve effect van de aanslagen dinsdag in Brussel hebben we bij de berekening van de bovenstaande rendementen niet meegenomen. <
Lees ook: Maïs is het buitenbeentje