Maïs is het buitenbeentje

Hedgefondsen haasten zich om de shortpositie in allerlei grondstoffen te sluiten. Deze koopdrift drijft de prijzen over een breed front op. De beweging gaat echter voorbij aan maïs, aangezien handelaren inspelen op een flinke oogst later dit jaar.

Hedgefondsen hebben hun instroom in agrarische grondstoffen vorige week opgeschroefd tot het hoogste niveau in meer dan vijf maanden. Uit cijfers van de Commodity Futures Trading Commission (CFTC) blijkt dat deze partijen per saldo meer dan 100.000 contracten hebben gekocht dan verkocht in de dertien meest verhandelde grondstoffen op de Amerikaanse beurzen. De koopdrift van hedgefondsen is echter geen signaal dat agrarische gewassen als beleggingscategorie snel aan populariteit winnen. De aankopen waren bedoeld voor het sluiten van shortposities, waarmee de afgelopen maanden juist positie was gekozen voor een daling van de prijzen. In veel segmenten bleef de correctie echter uit of liepen de prijzen zelfs juist licht op. De prijzen van koffie en suiker zijn sinds half februari bijvoorbeeld met circa 20% gestegen.

Die opmars is voor een groot deel te danken aan de kracht van de Braziliaanse real. Het Zuid-Amerikaanse land is de belangrijkste producent van beide gewassen en door de stijging van de munt neemt de in dollars uitgedrukte waarde van grondstoffen uit dit land toe. Dit effect werd versterkt doordat speculanten de short-positie in koffie met 13.873 contracten lieten afnemen tot 5.490, terwijl de long-positie in suiker met 38.863 contracten groeide naar 79.881. Dit wijst erop dat deze partijen niet verwachten dat de beweging snel weer omkeert. De Braziliaanse real is sinds half februari met ruim 10% gestegen ten opzichte van de dollar en die opmars volgt na een daling van ruim 60% in de voorgaande vijf jaar. Ook in agrarische gewassen waarvan het prijsverloop minder sterk wordt bepaald door valutaschommelingen brachten hedgefondsen de short-positie terug (zie tabel).

Niet te nat en niet te droog

Een opvallende uitzondering was maïs, waarin het aantal short-posities met een tiende toenam tot veruit het grootste aantal van alle grondstoffen. De verwachte prijsdruk op maïs is terug te leiden naar het vooruitzicht dat de productie in topproducent de Verenigde Staten (bijna 40% van de wereldproductie en een derde van de totale export) tijdens het komende seizoen nog hoger ligt dan de al goede oogst van vorig jaar. Het Amerikaanse ministerie van Landbouw voorspelt dat de oppervlakte van het gebied dat met maïs wordt ingezaaid met 3% toeneemt tot 36,6 miljoen hectare. Een andere factor die de maïsprijs drukt is het gunstige weer in de aanloop naar het zaaiseizoen. Als er in april en mei overvloedige neerslag valt of juist een zeer droge periode aanbreekt, kiezen boeren er vaak voor om over te schakelen naar sojabonen waarvoor de zaaiperiode enkele weken later ligt. Dat is nu niet het geval, zodat het aanbod van maïs in het najaar naar verhouding groter zal zijn dan dat van sojabonen. In de afgelopen twee jaar bewegen de prijzen van beide gewassen redelijk in tandem. Aan die overlap kan binnenkort dus een einde komen door het vooruitzicht van een relatief grote krapte op de sojabonenmarkt. Dat maakt het verstandig om de positie in de ETFS Soybeans ETC vast te houden en de ETFS Corn ETC te sluiten.

Hedgefondsen haasten zich om de shortpositie in allerlei grondstoffen te sluiten. Deze koopdrift drijft de prijzen over een breed front op. De beweging gaat echter voorbij aan maïs, aangezien handelaren inspelen op een flinke oogst later dit jaar.

Hedgefondsen hebben hun instroom in agrarische grondstoffen vorige week opgeschroefd tot het hoogste niveau in meer dan vijf maanden. Uit cijfers van de Commodity Futures Trading Commission (CFTC) blijkt dat deze partijen per saldo meer dan 100.000 contracten hebben gekocht dan verkocht in de dertien meest verhandelde grondstoffen op de Amerikaanse beurzen. De koopdrift van hedgefondsen is echter geen signaal dat agrarische gewassen als beleggingscategorie snel aan populariteit winnen. De aankopen waren bedoeld voor het sluiten van shortposities, waarmee de afgelopen maanden juist positie was gekozen voor een daling van de prijzen. In veel segmenten bleef de correctie echter uit of liepen de prijzen zelfs juist licht op. De prijzen van koffie en suiker zijn sinds half februari bijvoorbeeld met circa 20% gestegen.

Die opmars is voor een groot deel te danken aan de kracht van de Braziliaanse real. Het Zuid-Amerikaanse land is de belangrijkste producent van beide gewassen en door de stijging van de munt neemt de in dollars uitgedrukte waarde van grondstoffen uit dit land toe. Dit effect werd versterkt doordat speculanten de short-positie in koffie met 13.873 contracten lieten afnemen tot 5.490, terwijl de long-positie in suiker met 38.863 contracten groeide naar 79.881. Dit wijst erop dat deze partijen niet verwachten dat de beweging snel weer omkeert. De Braziliaanse real is sinds half februari met ruim 10% gestegen ten opzichte van de dollar en die opmars volgt na een daling van ruim 60% in de voorgaande vijf jaar. Ook in agrarische gewassen waarvan het prijsverloop minder sterk wordt bepaald door valutaschommelingen brachten hedgefondsen de short-positie terug (zie tabel).

Niet te nat en niet te droog

Een opvallende uitzondering was maïs, waarin het aantal short-posities met een tiende toenam tot veruit het grootste aantal van alle grondstoffen. De verwachte prijsdruk op maïs is terug te leiden naar het vooruitzicht dat de productie in topproducent de Verenigde Staten (bijna 40% van de wereldproductie en een derde van de totale export) tijdens het komende seizoen nog hoger ligt dan de al goede oogst van vorig jaar. Het Amerikaanse ministerie van Landbouw voorspelt dat de oppervlakte van het gebied dat met maïs wordt ingezaaid met 3% toeneemt tot 36,6 miljoen hectare. Een andere factor die de maïsprijs drukt is het gunstige weer in de aanloop naar het zaaiseizoen. Als er in april en mei overvloedige neerslag valt of juist een zeer droge periode aanbreekt, kiezen boeren er vaak voor om over te schakelen naar sojabonen waarvoor de zaaiperiode enkele weken later ligt. Dat is nu niet het geval, zodat het aanbod van maïs in het najaar naar verhouding groter zal zijn dan dat van sojabonen. In de afgelopen twee jaar bewegen de prijzen van beide gewassen redelijk in tandem. Aan die overlap kan binnenkort dus een einde komen door het vooruitzicht van een relatief grote krapte op de sojabonenmarkt. Dat maakt het verstandig om de positie in de ETFS Soybeans ETC vast te houden en de ETFS Corn ETC te sluiten.