Als we de periode van 20 juli – de dag dat ASML als eerste bedrijf van de portefeuille NL de boeken openden – tot en met afgelopen dinsdag als uitgangspunt nemen, was fietsenfabrikant Accell het enig fonds dat een duidelijk betere performance liet zien dan de index waarvan ze deel uitmaakt.
Binnen de smallcapindex AScX (+6,0%) scoorde Accell (+11,6%) beduidend beter over de genoemde periode, vooral omdat het bedrijf over de eerste jaarhelft de omzet volledig autonoom met 10% wist op te voeren. Een tweede portefeuillefonds binnen deze index, Acomo, scoorde met +2,0% beduidend minder goed.
Binnen de midcapindex AMX, die vanaf 20 juli een rendement boekte van +3,4%, waren TKH en Besi qua koersontwikkeling niet meer dan middenmoters. De grote tegenvaller was hier Sligro (-4,2%), dat de groei in het eerste halfjaar vooral te danken bleek te hebben aan overnames, hetgeen beleggers kennelijk maar matig kon bekoren.
Binnen de AEX, die zeven fondsen levert voor de portefeuille NL, was er ook één fonds dat in negatieve zin de aandacht trok. Hoewel zowel de omzet als de operationele marge van Heineken zich goed ontwikkelen, drukten de eenmalige kosten de winst. Terwijl de AEX in de genoemde periode +0,8% won, noteerde de bierbrouwer -3,3%.
De overige vijf AEX-fondsen die met cijfers kwamen – AkzoNobel, Randstad, ASML, Aalberts en Wolters Kluwer – voldeden min of meer aan de verwachtingen, maar blonken ook zeker niet uit. En ook de koers van Ahold, dat in juli officieel fuseerde met het Belgische Delhaize en volgende week donderdag als laatste aandeel binnen de Nederlandse portefeuille de halfjaarcijfers publiceert, bewoog deze zomer vooral zijwaarts.
De langetermijnperformance van de portefeuille NL is nog steeds uitstekend, ook ten opzichte van de AEX, maar het cijferseizoen heeft tot nu toe niet het verschil groter kunnen maken. Desalniettemin zien wij nu geen reden om mutaties in de portefeuille aan te brengen.
