De toonaangevende internationale aandelenmarkten kunnen terugzien op een relatief kalme week (tot woensdag) zonder grote koersuitslagen. Er kwam dan ook weinig bedrijfsnieuws naar buiten. Op het macro-economisch front was er wel vuurwerk. De aandacht van beleggers ging daarbij op voorhand vooral uit naar het banenrapport in de Verenigde Staten. Dat viel vies tegen. Vorige maand zijn er slechts 38.000 banen bijgekomen, duidelijk minder dan verwacht. Daardoor is een renteverhoging voorlopig niet aan de orde. En dat verzachtte de impact van een mogelijk lagere economische groei. Op de obligatiemarkt dook de rente op tienjarige Amerikaanse staatsleningen omlaag en de Duitse tienjaarsrente zakte zelfs naar een nieuw dieptepunt van 0,045%. Dit terwijl er uit Europa juist positief macronieuws naar buiten kwam. Zo is de economie in de eurozone met 0,6% gegroeid in het eerste kwartaal vergeleken met het laatste kwartaal van vorig jaar, waar eerder nog rekening werd gehouden met een plusje van 0,5%. De Europese Centrale Bank blijft echter somber gestemd over de vooruitzichten voor de economische groei en inflatie. Voor de internationale aandelenmarkten blijft de uitzonderlijk lage rente voorlopig een belangrijke steun en ook de verdere stijging van de olieprijzen deed het sentiment afgelopen week goed.
In de Verenigde Staten wisten de belangrijkste indices terrein te winnen. De S&P500 boekte over de vijf handelsdagen met slotkoersen van dinsdag een koerswinst van 0,7% en blijft daarmee dicht tegen de hoogste stand ooit aan schurken. Kleinere bedrijven vertegenwoordigd in de Russell2000 deden het een stuk beter met een koersstijging van 2,2%. Gerekend vanaf begin dit jaar staat de smallcapindex (+3,9%) nu op een kleine voorsprong vergeleken met de S&P500 (+3,3%). Aangezien kleinere Amerikaanse bedrijven vooral gericht zijn op de binnenlandse economie zou je uit de relatief goede prestaties van de Russell2000 voorzichtig kunnen concluderen dat beleggers voorlopig geen recessie in de VS verwachten. Standard Life Investments deelt die mening. Volgens de Britse vermogensbeheerder neemt de tegenwind voor de Amerikaanse economie die veroorzaakt wordt door afnemende investeringen in de energiesector, de zwakke groei van de wereldeconomie, de toename van de financiële stress en de sterke US dollar af. Dankzij de hogere olieprijs ging afgelopen week vooral de energiesector aan kop. In de S&P500 waren er grote koerswinsten voor onder andere Transocean (+16,3%), Marathon Oil (+11,9%) en Halliburton (+9,2%). Sterkste stijger was echter kledingfabrikant Michael Kors, die na beter dan verwachte kwartaalcijfers en de aankondiging van een aandeleninkoopprogramma circa 19% hoger sloot. Met een verlies van 12,7% was Biogen een van de sterkste dalers onder de grotere Amerikaanse beursfondsen, nadat het bedrijf tegenvallende studieresultaten voor een medicijn tegen multiple sclerose bekendmaakte. Daarnaast moesten vooral de financials het ontgelden vanwege het uitblijven van een renteverhoging op korte termijn. De rentemarge van banken staat vanwege de lage rente onder druk.
In Europa waren er lichte verliezen voor zowel de breed samengestelde Stoxx600 als de Eurostoxx50 (Blue Chips in de eurozone) van respectievelijk 0,3% en 0,7%. Ook hier waren vooral de banken de gebeten hond. Deutsche Bank verloor 8,1% en was daarmee de hekkensluiter in de Eurostoxx50, ook waren er stevige verliezen voor Unicredit (-7,0%) en BNP Paribas (-5,4%). Bayer kon zich met een winst van ruim 3% weer enigszins herstellen van de koersschade die werd opgelopen sinds de aankondiging van het bod op Monsanto. Het blijft afwachten hoeveel de Duitsers uiteindelijk zullen neertellen voor de Amerikaanse branchegenoot.
