Toen twee maanden geleden de handelsruzie tussen de Verenigde Staten en China dreigde te escaleren, was dat voor beleggers in goud goed nieuws.
Degenen die op dat moment een positie hadden in het edelmetaal, profiteerden juist van deze onrust, zoals wel vaker bij zogeheten geopolitieke spanningen.
In die bange aprilmaand tikte de goudprijs zelfs nog de belangrijke grens van $1365 aan. Maar toen zag het er nog naar uit dat er zelfs militaire conflicten dreigden.
Het afnemen van de geopolitieke spanningen sindsdien is een van de drie redenen waarom de rally na de eerste maanden van het jaar, net als in 2016 en 2017, snel stukliep.
In mei had het gele metaal alle opgebouwde winst sinds de start van 2018 kwijtgespeeld. De goudprijs dook zelfs onlangs voor het eerst sinds december 2017 onder de $1300.
Opmars Amerikaanse dollar
De grootste boosdoener voor goud is echter niet de de afname van de wereldwijde spanningen, maar de recente opmars van de Amerikaanse dollar.
De rente op de tienjarige Amerikaanse overheidsobligaties klom vorige maand voor het eerst in vier jaar tot boven de 3%, gevolgd door overheidspapier met kortere looptijden.
In Europa worden nog geen aanstalten gemaakt om de rente te verhogen, zodat het renteverschil met de Verenigde Staten steeds verder oploopt.
Daardoor steeg de dollar naar het hoogste peil sinds eind vorig jaar, wat een negatieve impact had op de goudprijs.
Fundamentele verslechtering
Een derde reden waarom het sentiment rondom goud is verslechterd, is fundamenteel van aard.
Uit een recent rapport bleek namelijk dat de vraag naar goud in het eerste kwartaal van 2018 met 7% was afgenomen. Tegelijk klom het aanbod met 3%.
De opmars van de dollar en de hogere rente kunnen in de visie van Beleggers Belangen nog een tijdje aanhouden.
Toch verwachten we niet dat de goudprijs nog veel dieper zal zakken. En dat dus de bodem is bereikt.