Banken delen hun leningen in op basis van het risicoprofiel. In stage 1 staan leningen zonder verhoogd risico. Als er toch enige risico’s naar boven komen, verschuift een lening naar stage 2. In stage 3 zitten leningen waarvan de kredietnemer duidelijk in gebreke blijft wat betreft rente- en aflossingsverplichtingen.
ING moest in dat laatstgenoemde segment €451 mln opzij zetten in het tweede kwartaal. Dat hoge bedrag was volgens de bank het gevolg van enkele individuele gevallen in het wholesale-segment.
Omdat wat leningen doorschoven naar stage 3 vanuit stage 2, viel in dit segment €147 mln vrij. In stage 1 was dat €4 mln, zodat de stroppenpot bij ING per saldo met €300 mln groeide.
Onder een vergrootglas
Bij ABN Amro viel er per saldo €4 mln vrij uit de stroppenpot. Bij beide banken hadden meevallende netto rente-inkomsten echter meer invloed op de kwartaalresultaten.
Voorlopig heeft ING iets betere vooruitzichten, maar de ontwikkeling van de stage 3-leningen komt de komende kwartalen onder een vergrootglas te liggen. Voor het aandeel geldt een houdenadvies, terwijl dat voor ABN Amro een verkoopadvies is.