De overname van British Gas (BG) door Shell is de grootste uit de beursgeschiedenis van de oliegigant. Hoe zal de olie- en gasprijs zich ontwikkelen en hoe verstandig is deze overname?
Waar gaat de olieprijs heen?
In december noteerde een vat Brent-olie gemiddeld $38, het laagste maandgemiddelde sinds 2004. De twee voornaamste energieagentschappen, de US Energy Information Administration (EIA) en de International Energy Agency (IEA), lijken het over één ding eens: een snel herstel van de olieprijs zit er niet in. De EIA publiceerde in januari zijn Short-Term Energy Outlook. Voor 2016 verwacht de EIA een Brent-prijs van $40 en voor 2017 een verdere stijging tot $50. Daarbij merken de onderzoekers op dat de huidige waarde van future- en optiecontracten duidt op een grote onzekerheid over toekomstige prijzen. De olieproductie bedroeg in 2015 9,4 miljoen b/d (vaten per dag), en de verwachting is dat deze terugvalt naar 8,7 miljoen b/d in 2016 en 8,5 miljoen b/d in 2017. De gemiddelde gasprijs (Henry Hub spot price) bedroeg in 2015 $2,63 per mbtu (million British thermal units). Voor 2016 wordt een prijs van $2,65 per mbtu verwacht, die in 2017 oploopt tot $3,22 per mbtu. Voor zowel de olie- als gasprijs zijn dat geen prijzen om over naar huis te schrijven. De Europese IEA is evenmin optimistisch over de gas- en olieprijzen. In de laatste editie van de World Energy Outlook gaat de IEA uit van een geleidelijke stijging van de olieprijs tot 2020 naar een niveau van $53-83 per vat. Het Oil Market Report van januari gaat voor 2016 uit van een vraag naar olie van 1,2 miljoen b/d, waar in het derde kwartaal nog sprake was van een vraag van 2,1 miljoen b/d.
De neerwaartse trend bij Shell wordt gecompenseerd door de opwaartse bij BG
Verlaging kredietwaardigheid
De drie grote kredietbeoordelaars hebben de laatste tijd de kredietwaardigheid van oliemajors ofwel naar beneden bijgesteld, ofwel daarop gehint. Vorige week maandag verlaagde S&P de kredietwaardigheid van Shell van AA- naar A+, de laagste rating sinds 1990. S&P gaat voor 2016 uit van een gemiddelde olieprijs van $40 per vat, overeenkomstig de verwachting van het EIA. BP, Repsol, Statoil, Eni en Total staan op CreditWatch Negative, wat betekent dat het oordeel kan worden verlaagd. Moody’s zette een kleine twee weken eerder 175 olie-, gas- en mijnbouwbedrijven op een lijst van bedrijven die voor een afwaardering in aanmerking komen. Daaronder waren oliemajors als Shell, Total en BP. Opmerkelijk daarbij is dat de verwachte gemiddelde Brent-olieprijs voor 2016 met $10 naar beneden werd bijgesteld, naar een niveau van slechts $33 per vat. In de tussentijd liet ook een derde kredietbeoordelaar, Fitch, zich negatief uit over de olie- en gasbedrijven.
Lees meer over Shell
Door de onder druk staande olieprijs stevenen vijf van de zeven grote olieconcerns op een financial leverage af die hoger ligt dan het vereiste niveau. Het trage herstel van de olieprijs leidt ertoe dat verschillende oliemajors aanzienlijke maatregelen moeten gaan nemen om niet geconfronteerd te worden met een verlaging van hun kredietwaardigheid. Total zou volgens Fitch zijn investeringen het meest moeten terugschroeven. Het bedrijf heeft deze al verlaagd van $23-24 mrd in 2015 naar $20-21 mrd dit jaar, maar volgens Fitch is een verlaging van meer dan 30% nodig. Shell zou zijn uitgaven met 49% moeten terugbrengen om zijn huidige rating te behouden als het geen desinvesteringen zou doen. Opvallend is dat Fitch positiever is dan S&P en Moody’s ten aanzien van de verwachte olieprijs. Voor 2016 verwacht Fitch een prijs van $45 per vat, voor 2017 is dat $50 en voor 2018 $55.
Moeilijke tijden bij Exxon Mobil en BP
Zowel Exxon Mobil als BP presenteerden tegenvallende cijfers over het vierde kwartaal. De winst per aandeel over 2015 daalde bij BP met 51% en bij Exxon Mobil met 49%. De grootste klappen vielen uiteraard bij de upstreamactiviteiten. Bij Exxon Mobil daalde de winst daar met 74% en bij BP veranderde de winst van ,9 mrd in 2014 in een verlies van 7 mln in 2015. De downstreamwinst steeg bij Exxon Mobil met 115% en bij BP met 90%. Bij Exxon Mobil daalde de kasstroom uit operationele activiteiten met 33%, terwijl die bij BP met 42% afnam. In het vierde kwartaal nam BP een last van 3 mln vanwege de milieuramp in de Golf van Mexico. In totaal heeft het bedrijf hiervoor al voor ,5 mrd aan afschrijvingen moeten doen. BP zal in 2016 5-10% minder gaan investeren, terwijl Exxon Mobil, ondanks een sterkere balans, een daling van 25% voorziet. Beide bedrijven handhaven hun dividend. Dat was echter te verwachten, want het op dit moment het enige dat de aandelenkoers nog een zekere bodem verschaft.
Acquisitie BG aantrekkelijk
Uit de jaarcijfers van Shell en BG blijkt dat de acquisitie van BG door Shell goed is getimed en ook noodzakelijk is. De neerwaartse trend bij Shell wordt gecompenseerd door de opwaartse bij BG. Bij Shell staat sinds de olieprijsdaling de winst uit de upstreamactiviteiten (oliewinning) zwaar onder druk en de winst bij downstream (raffinage en verkoop) kan dit slechts deels compenseren. De CCS-winst van Shell is in 2015 met 53% gedaald tot $10,7 mrd. Shell produceerde over 2015 2,954 miljoen boe/d (vaten olie-equivalent per dag), 4% minder dan de 3,08 miljoen boe/d uit 2014; de productie in 2014 lag ook al 4% lager dan die in 2013. Bij BG kwam de productie in 2015 uit op 704.000 boe/d, wat boven de verwachte 680.000-700.000 boe/d lag en 16% meer is dan de 606.000 boe/d uit 2014. Daarbij zijn er bovendien nog genoeg projecten die qua productie nog op stoom moeten komen. BG had over 2015 een netto kasstroom uit operationele activiteiten van $4,3 mrd, wat het bedrijf goed kan gebruiken voor de betaling van het dividend.
Diepwatervelden en LNG (liquified natural gas) zijn twee activa die BG bijzonder aantrekkelijk maken voor Shell door de bovengemiddelde groei. Shell verkocht in 2015 voor 22,6 miljoen ton (-6%) aan LNG. Bij BG was dat over dezelfde periode 17,9 miljoen ton (+63%). Shell bouwt met de overname zijn positie in LNG dus fors uit.
Lees ook: Wat zijn de gevolgen voor de AEX van de grote koersdaling van Shell?
Bij Shell komt zo’n 20% van de productie uit diepwater. Bij BG ligt dat percentage veel hoger, zodat Shell ook hier sterk uitbreidt in een aantrekkelijke markt. De combinatie vergroot Shells bewezen reserves aan olie en gas met 25% tot ongeveer 17 miljard vaten. De olieproductie gaat met 20% omhoog naar 3,7 miljoen b/d. Met BG erbij staat Shell sterker en kan het een periode van langdurige volatiliteit in de olieprijs het hoofd bieden.
Focus op LNG en diep water
Twee belangrijke redenen voor Shell om een bod op BG uit te brengen, zijn de posities van laatstgenoemde op het gebied van LNG en diep water. De vooruitzichten voor de olie- en gasmarkt zijn nog allesbehalve rooskleurig, maar de marktomstandigheden voor LNG en diep water zijn gunstiger.
Volgens onderzoeksbureau Douglas-Westwood, opsteller van het rapport World LNG Market Forecast 2016-2020, zijn de investeringen in LNG-faciliteiten de afgelopen jaren sterk gestegen door de groei van de wereldeconomie, die voor een toenemende vraag naar gas heeft gezorgd. De verwachting is dat deze trend doorzet en dat de investeringen in LNG-installaties tot $241 mrd zullen oplopen tussen 2016 en 2020. Dat is een toename van 34% ten opzichte van de vorige vijfjaarsperiode. Toch zal 2016 nog geen goed jaar worden voor LNG, omdat nieuwe LNG-projecten regelmatig worden uitgesteld door de afzwakkende vraag uit Azië en de lage gasprijs.
Peter van Driel, hoofd Investor Relations Europa: ‘Met BG erbij verbetert de kasstroom en wordt Shell een nog robuuster bedrijf
Shell volgt BG al vijftien jaar. Wat waren de overwegingen om in april een bod te doen?
‘Ieder jaar kijken we naar een aantal bedrijven, en de leidraad daarbij is of die strategisch in de portefeuille passen. Wat dat betreft heeft BG altijd nummer 1 gestaan door de fit met diepwateractiviteiten en LNG (liquified natural gas, red.). Ook analisten waren er positief over. Toen we BG begonnen te volgen, een jaar of tien geleden, zat het bedrijf echter nog heel nadrukkelijk in de investeringsfase. Australië liep nog niet, evenals Brazilië, en het risico was dus vrij groot. Een aantal ceo’s en winstwaarschuwingen later zag je echter dat de markt te heftig reageerde: de aandelenkoers halveerde zo’n beetje. Tegelijkertijd was het bedrijf steeds meer uit de investeringsfase aan het komen. Zowel Australië als Brazilië stonden op het punt om te gaan produceren. Je zag dus een lage aandelenkoers en een verbeterd risico, en dat is bepalend geweest voor de timing.’
De kasstroom kwam dus weer op gang?
‘Absoluut. Dat is wat BG zo aantrekkelijk maakt. Bij een lage olieprijs hebben bedrijven druk op hun kasstroom. Shell is een robuust bedrijf. Met BG erbij verbetert de kasstroom en worden wij nog robuuster.’
De productiekosten van BG zijn per vat. Wat zijn die van Shell?
‘Die zijn hoger, maar nemen langzaam af. Dat komt omdat de toeleveranciers zich richten op het huidige klimaat, waarin er minder wordt geïnvesteerd en er in de kosten wordt gesneden. Als de olieprijs stijgt, zullen we daar direct flink van profiteren.’
Hoe hoog zijn de kosten van Shell vergeleken met die van BG?
‘In 2015 zijn de kosten bij Shell met mrd gedaald. We verwachten dat de kosten in 2016 met nog eens mrd omlaag gaan, naar mrd. Daarmee gaat onze cash break-even omlaag, maar die zit nog wel boven die van BG.’
Shell vindt BG mede aantrekkelijk vanwege de posities in diep water. Hoeveel procent komt bij Shell uit diep water en hoeveel wordt dat met BG erbij?
‘BG is voor ons om drie redenen aantrekkelijk. Ten eerste versnelt het de implementatie van onze strategie, waar diep water een belangrijke rol in speelt. Ten tweede krijgen we er een bedrijf bij met een positieve kasstroom. Ten derde wordt Shell er simpeler door: meer gericht op diep water en op LNG. Bij Shell maakt diep water eenvijfde uit van de productie. In combinatie met BG gaan we alleen al in Brazilië van 170.000 naar 550.000 vaten per dag in vier jaar tijd.’
LNG wordt als aantrekkelijk gezien, maar er is ook een groot overaanbod, vooral in de VS. Zal de druk op de prijs geen roet in het eten gooien?
‘Die vraag krijgen we ook veel van investeerders. Voordat je capaciteit bijplaatst, wil je die al verkocht hebben. De volumes die in de VS op de markt komen, zijn grotendeels al verkocht. Dat is anders dan bij olie. Bij Shell is 85 tot 90% gedekt door langlopende contracten. We zijn niet alleen sterk in de traditionele markten, maar ook in nieuwe markten als Jordanië, Singapore en Gibraltar. Daar zit onze groei. Met BG krijgen we veel meer capaciteit en kennis om de nieuwe markten te bedienen.’
Is het niet erg kostbaar om olie uit diepwatervelden te halen, gezien de lage olieprijs?
‘Als wij beslissingen nemen over nieuwe investeringen, is dat precies de vraag die we onszelf stellen. In diep water heb je niet zoveel spelers, en ook het aantal aanbieders is niet zo groot. Het is een technologie-gedreven business. Je gaat dus met je aanbieders eraan werken om de kosten omlaag te brengen. Dat bereik je door standaardisatie, waardoor je aanbieders een hogere productie kunnen draaien, en door een efficiëntere logistiek. Kortom, de business case voor diep water is erg sterk.’
Met de overname van BG zullen ook onderdelen worden afgestoten, zoals in Noorwegen en Thailand. Op welke gebieden vallen nog meer desinvesteringen te verwachten?
‘In 2014 en 2015 hebben we voor mrd verkocht. De komende drie jaar stoten we voor nog eens mrd aan onderdelen af. Bij een lage olieprijs verkoop je niet snel je olie-assets, maar eerder je downstream-assets, want die zijn niet gelinkt aan de olieprijs. Van de mrd komt
Peter van Driel, hoofd Investor Relations Europa: ‘Met BG erbij verbetert de kasstroom en wordt Shell een nog robuuster bedrijf
Shell volgt BG al vijftien jaar. Wat waren de overwegingen om in april een bod te doen?
‘Ieder jaar kijken we naar een aantal bedrijven, en de leidraad daarbij is of die strategisch in de portefeuille passen. Wat dat betreft heeft BG altijd nummer 1 gestaan door de fit met diepwateractiviteiten en LNG (liquified natural gas, red.). Ook analisten waren er positief over. Toen we BG begonnen te volgen, een jaar of tien geleden, zat het bedrijf echter nog heel nadrukkelijk in de investeringsfase. Australië liep nog niet, evenals Brazilië, en het risico was dus vrij groot. Een aantal ceo’s en winstwaarschuwingen later zag je echter dat de markt te heftig reageerde: de aandelenkoers halveerde zo’n beetje. Tegelijkertijd was het bedrijf steeds meer uit de investeringsfase aan het komen. Zowel Australië als Brazilië stonden op het punt om te gaan produceren. Je zag dus een lage aandelenkoers en een verbeterd risico, en dat is bepalend geweest voor de timing.’
De kasstroom kwam dus weer op gang?
‘Absoluut. Dat is wat BG zo aantrekkelijk maakt. Bij een lage olieprijs hebben bedrijven druk op hun kasstroom. Shell is een robuust bedrijf. Met BG erbij verbetert de kasstroom en worden wij nog robuuster.’
De productiekosten van BG zijn $20 per vat. Wat zijn die van Shell?
‘Die zijn hoger, maar nemen langzaam af. Dat komt omdat de toeleveranciers zich richten op het huidige klimaat, waarin er minder wordt geïnvesteerd en er in de kosten wordt gesneden. Als de olieprijs stijgt, zullen we daar direct flink van profiteren.’
Hoe hoog zijn de kosten van Shell vergeleken met die van BG?
‘In 2015 zijn de kosten bij Shell met $4 mrd gedaald. We verwachten dat de kosten in 2016 met nog eens $3 mrd omlaag gaan, naar $37 mrd. Daarmee gaat onze cash break-even omlaag, maar die zit nog wel boven die van BG.’
Shell vindt BG mede aantrekkelijk vanwege de posities in diep water. Hoeveel procent komt bij Shell uit diep water en hoeveel wordt dat met BG erbij?
‘BG is voor ons om drie redenen aantrekkelijk. Ten eerste versnelt het de implementatie van onze strategie, waar diep water een belangrijke rol in speelt. Ten tweede krijgen we er een bedrijf bij met een positieve kasstroom. Ten derde wordt Shell er simpeler door: meer gericht op diep water en op LNG. Bij Shell maakt diep water eenvijfde uit van de productie. In combinatie met BG gaan we alleen al in Brazilië van 170.000 naar 550.000 vaten per dag in vier jaar tijd.’
LNG wordt als aantrekkelijk gezien, maar er is ook een groot overaanbod, vooral in de VS. Zal de druk op de prijs geen roet in het eten gooien?
‘Die vraag krijgen we ook veel van investeerders. Voordat je capaciteit bijplaatst, wil je die al verkocht hebben. De volumes die in de VS op de markt komen, zijn grotendeels al verkocht. Dat is anders dan bij olie. Bij Shell is 85 tot 90% gedekt door langlopende contracten. We zijn niet alleen sterk in de traditionele markten, maar ook in nieuwe markten als Jordanië, Singapore en Gibraltar. Daar zit onze groei. Met BG krijgen we veel meer capaciteit en kennis om de nieuwe markten te bedienen.’
Is het niet erg kostbaar om olie uit diepwatervelden te halen, gezien de lage olieprijs?
‘Als wij beslissingen nemen over nieuwe investeringen, is dat precies de vraag die we onszelf stellen. In diep water heb je niet zoveel spelers, en ook het aantal aanbieders is niet zo groot. Het is een technologie-gedreven business. Je gaat dus met je aanbieders eraan werken om de kosten omlaag te brengen. Dat bereik je door standaardisatie, waardoor je aanbieders een hogere productie kunnen draaien, en door een efficiëntere logistiek. Kortom, de business case voor diep water is erg sterk.’
Met de overname van BG zullen ook onderdelen worden afgestoten, zoals in Noorwegen en Thailand. Op welke gebieden vallen nog meer desinvesteringen te verwachten?
‘In 2014 en 2015 hebben we voor $20 mrd verkocht. De komende drie jaar stoten we voor nog eens $30 mrd aan onderdelen af. Bij een lage olieprijs verkoop je niet snel je olie-assets, maar eerder je downstream-assets, want die zijn niet gelinkt aan de olieprijs. Van de $30 mrd komt $1 mrd tot $1,5 mrd van onze Amerikaanse deelneming MLP. Daarnaast komt een groot deel van downstream-assets en een beetje van upstream-assets. We kijken vooral naar oudere assets die veel kapitaal vergen en minder concurrerend zijn. Australië is vorig jaar verkocht en daar komt Japan nu bij voor ruim $1 mrd.’
Kan de corruptie-aanpak in Brazilië voor BG nog een rol gaan spelen?
‘Hoewel we onze due diligence hebben gedaan, is die vraag lastig te beantwoorden. Vergeet niet dat BG opereert vanuit Londen, en zelf niet in de operaties zit. BG is aandeelhouder en de operaties worden uitgevoerd door Petrobras. Als participant in een joint-venture is BG veel minder blootgesteld aan mogelijke schandalen.’
Peter van Driel, hoofd Investor Relations Europa: ‘Met BG erbij verbetert de kasstroom en wordt Shell een nog robuuster bedrijf
Shell volgt BG al vijftien jaar. Wat waren de overwegingen om in april een bod te doen?
‘Ieder jaar kijken we naar een aantal bedrijven, en de leidraad daarbij is of die strategisch in de portefeuille passen. Wat dat betreft heeft BG altijd nummer 1 gestaan door de fit met diepwateractiviteiten en LNG (liquified natural gas, red.). Ook analisten waren er positief over. Toen we BG begonnen te volgen, een jaar of tien geleden, zat het bedrijf echter nog heel nadrukkelijk in de investeringsfase. Australië liep nog niet, evenals Brazilië, en het risico was dus vrij groot. Een aantal ceo’s en winstwaarschuwingen later zag je echter dat de markt te heftig reageerde: de aandelenkoers halveerde zo’n beetje. Tegelijkertijd was het bedrijf steeds meer uit de investeringsfase aan het komen. Zowel Australië als Brazilië stonden op het punt om te gaan produceren. Je zag dus een lage aandelenkoers en een verbeterd risico, en dat is bepalend geweest voor de timing.’
De kasstroom kwam dus weer op gang?
‘Absoluut. Dat is wat BG zo aantrekkelijk maakt. Bij een lage olieprijs hebben bedrijven druk op hun kasstroom. Shell is een robuust bedrijf. Met BG erbij verbetert de kasstroom en worden wij nog robuuster.’
De productiekosten van BG zijn $20 per vat. Wat zijn die van Shell?
‘Die zijn hoger, maar nemen langzaam af. Dat komt omdat de toeleveranciers zich richten op het huidige klimaat, waarin er minder wordt geïnvesteerd en er in de kosten wordt gesneden. Als de olieprijs stijgt, zullen we daar direct flink van profiteren.’
Hoe hoog zijn de kosten van Shell vergeleken met die van BG?
‘In 2015 zijn de kosten bij Shell met $4 mrd gedaald. We verwachten dat de kosten in 2016 met nog eens $3 mrd omlaag gaan, naar $37 mrd. Daarmee gaat onze cash break-even omlaag, maar die zit nog wel boven die van BG.’
Shell vindt BG mede aantrekkelijk vanwege de posities in diep water. Hoeveel procent komt bij Shell uit diep water en hoeveel wordt dat met BG erbij?
‘BG is voor ons om drie redenen aantrekkelijk. Ten eerste versnelt het de implementatie van onze strategie, waar diep water een belangrijke rol in speelt. Ten tweede krijgen we er een bedrijf bij met een positieve kasstroom. Ten derde wordt Shell er simpeler door: meer gericht op diep water en op LNG. Bij Shell maakt diep water eenvijfde uit van de productie. In combinatie met BG gaan we alleen al in Brazilië van 170.000 naar 550.000 vaten per dag in vier jaar tijd.’
LNG wordt als aantrekkelijk gezien, maar er is ook een groot overaanbod, vooral in de VS. Zal de druk op de prijs geen roet in het eten gooien?
‘Die vraag krijgen we ook veel van investeerders. Voordat je capaciteit bijplaatst, wil je die al verkocht hebben. De volumes die in de VS op de markt komen, zijn grotendeels al verkocht. Dat is anders dan bij olie. Bij Shell is 85 tot 90% gedekt door langlopende contracten. We zijn niet alleen sterk in de traditionele markten, maar ook in nieuwe markten als Jordanië, Singapore en Gibraltar. Daar zit onze groei. Met BG krijgen we veel meer capaciteit en kennis om de nieuwe markten te bedienen.’
Is het niet erg kostbaar om olie uit diepwatervelden te halen, gezien de lage olieprijs?
‘Als wij beslissingen nemen over nieuwe investeringen, is dat precies de vraag die we onszelf stellen. In diep water heb je niet zoveel spelers, en ook het aantal aanbieders is niet zo groot. Het is een technologie-gedreven business. Je gaat dus met je aanbieders eraan werken om de kosten omlaag te brengen. Dat bereik je door standaardisatie, waardoor je aanbieders een hogere productie kunnen draaien, en door een efficiëntere logistiek. Kortom, de business case voor diep water is erg sterk.’
Met de overname van BG zullen ook onderdelen worden afgestoten, zoals in Noorwegen en Thailand. Op welke gebieden vallen nog meer desinvesteringen te verwachten?
‘In 2014 en 2015 hebben we voor $20 mrd verkocht. De komende drie jaar stoten we voor nog eens $30 mrd aan onderdelen af. Bij een lage olieprijs verkoop je niet snel je olie-assets, maar eerder je downstream-assets, want die zijn niet gelinkt aan de olieprijs. Van de $30 mrd komt $1 mrd tot $1,5 mrd van onze Amerikaanse deelneming MLP. Daarnaast komt een groot deel van downstream-assets en een beetje van upstream-assets. We kijken vooral naar oudere assets die veel kapitaal vergen en minder concurrerend zijn. Australië is vorig jaar verkocht en daar komt Japan nu bij voor ruim $1 mrd.’
Kan de corruptie-aanpak in Brazilië voor BG nog een rol gaan spelen?
‘Hoewel we onze due diligence hebben gedaan, is die vraag lastig te beantwoorden. Vergeet niet dat BG opereert vanuit Londen, en zelf niet in de operaties zit. BG is aandeelhouder en de operaties worden uitgevoerd door Petrobras. Als participant in een joint-venture is BG veel minder blootgesteld aan mogelijke schandalen.’
Peter van Driel, hoofd Investor Relations Europa: ‘Met BG erbij verbetert de kasstroom en wordt Shell een nog robuuster bedrijf
Shell volgt BG al vijftien jaar. Wat waren de overwegingen om in april een bod te doen?
‘Ieder jaar kijken we naar een aantal bedrijven, en de leidraad daarbij is of die strategisch in de portefeuille passen. Wat dat betreft heeft BG altijd nummer 1 gestaan door de fit met diepwateractiviteiten en LNG (liquified natural gas, red.). Ook analisten waren er positief over. Toen we BG begonnen te volgen, een jaar of tien geleden, zat het bedrijf echter nog heel nadrukkelijk in de investeringsfase. Australië liep nog niet, evenals Brazilië, en het risico was dus vrij groot. Een aantal ceo’s en winstwaarschuwingen later zag je echter dat de markt te heftig reageerde: de aandelenkoers halveerde zo’n beetje. Tegelijkertijd was het bedrijf steeds meer uit de investeringsfase aan het komen. Zowel Australië als Brazilië stonden op het punt om te gaan produceren. Je zag dus een lage aandelenkoers en een verbeterd risico, en dat is bepalend geweest voor de timing.’
De kasstroom kwam dus weer op gang?
‘Absoluut. Dat is wat BG zo aantrekkelijk maakt. Bij een lage olieprijs hebben bedrijven druk op hun kasstroom. Shell is een robuust bedrijf. Met BG erbij verbetert de kasstroom en worden wij nog robuuster.’
De productiekosten van BG zijn $20 per vat. Wat zijn die van Shell?
‘Die zijn hoger, maar nemen langzaam af. Dat komt omdat de toeleveranciers zich richten op het huidige klimaat, waarin er minder wordt geïnvesteerd en er in de kosten wordt gesneden. Als de olieprijs stijgt, zullen we daar direct flink van profiteren.’
Hoe hoog zijn de kosten van Shell vergeleken met die van BG?
‘In 2015 zijn de kosten bij Shell met $4 mrd gedaald. We verwachten dat de kosten in 2016 met nog eens $3 mrd omlaag gaan, naar $37 mrd. Daarmee gaat onze cash break-even omlaag, maar die zit nog wel boven die van BG.’
Shell vindt BG mede aantrekkelijk vanwege de posities in diep water. Hoeveel procent komt bij Shell uit diep water en hoeveel wordt dat met BG erbij?
‘BG is voor ons om drie redenen aantrekkelijk. Ten eerste versnelt het de implementatie van onze strategie, waar diep water een belangrijke rol in speelt. Ten tweede krijgen we er een bedrijf bij met een positieve kasstroom. Ten derde wordt Shell er simpeler door: meer gericht op diep water en op LNG. Bij Shell maakt diep water eenvijfde uit van de productie. In combinatie met BG gaan we alleen al in Brazilië van 170.000 naar 550.000 vaten per dag in vier jaar tijd.’
LNG wordt als aantrekkelijk gezien, maar er is ook een groot overaanbod, vooral in de VS. Zal de druk op de prijs geen roet in het eten gooien?
‘Die vraag krijgen we ook veel van investeerders. Voordat je capaciteit bijplaatst, wil je die al verkocht hebben. De volumes die in de VS op de markt komen, zijn grotendeels al verkocht. Dat is anders dan bij olie. Bij Shell is 85 tot 90% gedekt door langlopende contracten. We zijn niet alleen sterk in de traditionele markten, maar ook in nieuwe markten als Jordanië, Singapore en Gibraltar. Daar zit onze groei. Met BG krijgen we veel meer capaciteit en kennis om de nieuwe markten te bedienen.’
Is het niet erg kostbaar om olie uit diepwatervelden te halen, gezien de lage olieprijs?
‘Als wij beslissingen nemen over nieuwe investeringen, is dat precies de vraag die we onszelf stellen. In diep water heb je niet zoveel spelers, en ook het aantal aanbieders is niet zo groot. Het is een technologie-gedreven business. Je gaat dus met je aanbieders eraan werken om de kosten omlaag te brengen. Dat bereik je door standaardisatie, waardoor je aanbieders een hogere productie kunnen draaien, en door een efficiëntere logistiek. Kortom, de business case voor diep water is erg sterk.’
Met de overname van BG zullen ook onderdelen worden afgestoten, zoals in Noorwegen en Thailand. Op welke gebieden vallen nog meer desinvesteringen te verwachten?
‘In 2014 en 2015 hebben we voor $20 mrd verkocht. De komende drie jaar stoten we voor nog eens $30 mrd aan onderdelen af. Bij een lage olieprijs verkoop je niet snel je olie-assets, maar eerder je downstream-assets, want die zijn niet gelinkt aan de olieprijs. Van de $30 mrd komt $1 mrd tot $1,5 mrd van onze Amerikaanse deelneming MLP. Daarnaast komt een groot deel van downstream-assets en een beetje van upstream-assets. We kijken vooral naar oudere assets die veel kapitaal vergen en minder concurrerend zijn. Australië is vorig jaar verkocht en daar komt Japan nu bij voor ruim $1 mrd.’
Kan de corruptie-aanpak in Brazilië voor BG nog een rol gaan spelen?
‘Hoewel we onze due diligence hebben gedaan, is die vraag lastig te beantwoorden. Vergeet niet dat BG opereert vanuit Londen, en zelf niet in de operaties zit. BG is aandeelhouder en de operaties worden uitgevoerd door Petrobras. Als participant in een joint-venture is BG veel minder blootgesteld aan mogelijke schandalen.’
Kan de corruptie-aanpak in Brazilië voor BG nog een rol gaan spelen?
‘Hoewel we onze due diligence hebben gedaan, is die vraag lastig te beantwoorden. Vergeet niet dat BG opereert vanuit Londen, en zelf niet in de operaties zit. BG is aandeelhouder en de operaties worden uitgevoerd door Petrobras. Als participant in een joint-venture is BG veel minder blootgesteld aan mogelijke schandalen.’