Het is moeilijk iets over de goudprijs te zeggen, zo betoogde ik afgelopen dinsdag. Er zijn vermeende statistische relaties, zoals tussen de goudprijs en inflatie of tussen de goudprijs en de dollar, maar harde wetenschappelijke onderbouwing ontbreekt. Goud is eigenlijk speelbal van speculanten en volgens sommigen ook van manipulatie (bijvoorbeeld door centrale banken).
In goud als langetermijnbelegging heb ik nooit geloofd, met twee potentiële uitzonderingen. Ten eerste heeft goud statistisch gezien enig nut als bron van spreiding in de portefeuille. Ten tweede zou een belegger goud als vluchthaven kunnen gebruiken als ons financiële systeem in zou storten.
Anders is het met goudmijnbedrijven. Daar kan wél iets gezegd worden over de fundamentele waardering. Of over de relatie tussen de koers van goudmijnbedrijven en die van goud zelf. Als we goudmijnbedrijven op dergelijke wijze analyseren, valt een aantal zaken op. Ten eerste dat de AMEX Gold Miners Index vanaf september 2011 met 80% is gezakt. Geen enkele aandelensector deed het de afgelopen jaren zó slecht.
Goudmijnbedrijven staan bijna op het laagste niveau van de afgelopen twintig jaar. Het dieptepunt dateert uit 2001. Toen stond goud op een veel lager niveau dan nu: $260 versus $1080 nu. Je zou zeggen dat goudmijnbedrijven dus bijna vier keer zo veel verdienen per verkochte troy ounce dan toen. Niettemin maakt die veel hogere verdiencapaciteit beleggers blijkbaar niet uit.
Ten tweede: wat betreft de fundamentele waarderingen kan gesteld worden dat goudmijnbedrijven op de laagste waarderingsniveaus van de afgelopen acht jaar staan, althans als we kijken naar een waarderingsmaatstaf als de koers versus de bezittingen op de balans. Ten derde: relateren we de koers van goudmijnbedrijven aan die van goud, dan zijn goudmijnbedrijven zelfs nog nooit zo goedkoop geweest als nu. De ratio bedraagt 20, terwijl die tot aan 2008 altijd onder 6 heeft gelegen.
Je zou zeggen dat goudmijnbedrijven een koop zijn (tenzij beleggers goudmijnbedrijven wel goed waarderen, maar dat speculanten en manipulatoren fysiek goud op veel te hoge niveaus hebben gezet).
Het nu kopen van goudmijnbedrijven behoort wel tot de strategie van bodemvissen. Een dergelijke strategie is tegengesteld aan een trendvolgende strategie en heeft zo zijn eigen voor- en nadelen. Een nadeel is dat je de bodem nooit precies pakt. Een bodemvisstrategie moet de belegger daarom altijd in zogenaamde ‘baby steps’ doen, ofwel de positie in een aantal stappen opbouwen.
Ik heb goudmijnbedrijven eerder als contraire strategie aangeraden eind 2013 . Achteraf was dit eerste babystapje nog te vroeg geweest. Wat mij betreft zetten we nu een tweede stapje. Met de onverwachte devaluatie van yuan door de Chinese autoriteiten – wat de angst voor een hernieuwde valutaoorlog heeft aangewakkerd – zijn goudmijnbedrijven gelukkig weer wat gaan stijgen.