Beleggers Belangen Live

Recordinstroom in dividend-ETF’s

Harry Geels
Harry Geels Expert

In het derde kwartaal steeg het belegd vermogen in dividend-ETF’s naar een nieuw record, hoewel de instroom in september ineens wel stokte. Defensievere beleggers zien dividendaandelen als alternatief voor sparen. Verschillende analisten worden wel bezorgder over dividendaandelen.

Aandelen met een hoger dividendrendement behalen op de langere termijn meer rendement dan aandelen met een lager dividendrendement. Dit staat in de wetenschap bekend als het ‘dividend effect’ en wordt door wetenschappers op verschillende manieren verklaard. Een van die verklaringen zegt dat beleggers een hoger rendement eisen van dividendaandelen omdat ze meer belasting, dividendbelasting om precies zijn, moeten betalen en daarvoor gecompenseerd willen worden. Andere wetenschappers wijzen er op dat goedkope aandelen in termen van bijvoorbeeld koerswinst- of koersboekwaarde-verhouding op lange termijn beter presteren (waarde-effect) en dat dividendrendement ook een manier is om waarde uit te drukken: hoe hoger het dividendrendement, hoe meer waarde er in een onderneming zit. De grafiek bovenaan pagina 41 laat zien dat dividendaandelen het sinds het begin van deze eeuw beter hebben gedaan dan ‘gewone’ aandelen. Vooral sinds de kredietcrisis is er een bijna historische ‘outperformance’ te zien. Sinds februari 2009 is de MSCI World High Dividend Index 16 procentpunt meer gestegen dan de MSCI World Index. Ook dit jaar is weer ruim het dubbele aan rendement behaald. Dividendaandelen doen het overigens niet altijd beter dan gewone aandelen. Tijdens de kredietcrisis gingen ze ruim 55% onderuit, waar de MSCI World het verlies tot een kleine 50% wist te beperken. Maar meestal beperken dividendaandelen ook tijdens dalingen het verlies meer dan gewone aandelen, zoals tijdens de Dotcom-crash van 2001.

Nieuw record
In het derde kwartaal van dit jaar bereikte het belegde vermogen in dividend-ETF’s een nieuw record. Volgens S&P Dow Jones Indices kwam er alleen al in de Verenigde Staten $6 mrd bij. In de grootste twee wereldwijd beleggende dividend-ETF’s, die van Vanguard en iShares, is nu samen meer dan $38 mrd belegd. Maar het tempo van de groei neemt wel af. Dit heeft er mogelijk mee te maken dat vanaf juli de dividendindices niet meer zijn gestegen. Volgens David Dziekanski, fondsbeheerder van Toroso Investments, spelen er nu twee problemen voor dividendaandelen. Teveel beleggers zijn er in gaan beleggen waarmee het een ‘crowded trade’ is geworden. Daarnaast hebben veel bedrijven kunstmatig dividenden verhoogd, enerzijds vanwege gebrek aan investeringsmogelijkheden, anderzijds om de aandacht van dividendbeleggers te trekken. Dziekanski: ‘veel bedrijven zijn met hun dividenduitkeringen te ver gegaan. Ze hebben daarmee hun mogelijkheden om door R&D toekomstige winstgroei te realiseren pijn gedaan.’ Howard Silverblatt, analist bij S&P Dow Jones Indices, zegt dat dividendaandelen een van de weinige alternatieven zijn voor beleggers die inkomen zoeken in hun portefeuille. Maar Silverblatt is bang dat de populariteit van dividend ook kan omslaan als de rente stijgt. Dividendaandelen zijn volgens hem rentegevoeliger dan gewone aandelen. Er zijn ook zorgen over de winstgevendheid van bedrijven en de mogelijkheid om dividenden te laten groeien. Volgens S&P Dow Jones Indices verhoogden in het derde kwartaal 427 Amerikaanse bedrijven hun dividend (-14,1% ten opzichte van het jaar daarvoor), tegenover 115 bedrijven die in die periode het dividend verlaagden (+9,5%). Channing Smith, fondsbeheerder bij Capital Advisors zegt dat deze tragere dividendgroei een bron van zorg is: ‘vooral aangezien om het even welke waarderingsmaatstaf voor dividendaandelen aan de bovenkant van de historische range ligt.’ Niettemin blijft Smith in het thema geloven zolang de rente laag blijft. ‘Als we in een normale rente-omgeving terechtkomen, zou ik een negatievere prognose geven.’

Veel bedrijven hebben kunstmatig dividenden verhoogd om de aandacht van beleggers te trekken

Als het om waarderingen van dividendaandelen gaat, is overigens niet iedereen bezorgd. Volgens David Mazza, hoofd ETF Research bij State Street, zijn dividendaandelen tijdens de laatste zijwaartse beweging (vanaf de zomer dit jaar) weer teruggezakt richting de historische gemiddelden: ‘dividendaandelen zijn licht, niet excessief overgewaardeerd,’ Maar hier moet wel een belangrijke toevoeging worden gedaan. Mazza heeft het dan specifiek over aandelen die een dividendgroei laten zien: ‘de rest van de markt is ook niet goedkoop en dividendaandelen zijn hun prijs in het lage renteklimaat waard.’ Mazza raadt beleggers ETF’s aan die niet puur naar de hoogte van dividend kijken, maar ook naar de kwaliteit van (de groei van) het dividend (zie ook het kader hiernaast). Voor de Verenigde Staten noemt hij speciaal de SPDR S&P Dividend (van State Street), die de S&P High Yield Dividend Aristocrats Index volgt. Deze index belegt alleen in die bedrijven uit de S&P 1500 Composite Index die de afgelopen twintig jaar hun dividend steeds hebben verhoogd. Een solide dividendhistorie is meestal een teken van de kwaliteit van de winsten en kasstromen. Morningstar’s directeur voor Global ETF Research Ben Johnson suggereerde deze zomer ook dat beleggers beter een onderscheid kunnen maken in fondsen die puur een hoge yield hebben en dividendgroeiers. De laatste hebben niet absoluut het hoogste dividendrendement maar presteren volgens zijn onderzoek op lange termijn wel beter. Het Vanguard Dividend Growth, dat recent gesloten werd voor nieuwe instroom en dat belegt in Amerikaanse dividendgroeiers, is een van Morningstar’s favorieten. Het Amerikaanse researchinstituut meent terecht dat dividendgroeiers weliswaar aantrekkelijk zijn voor de lange termijn, maar vanwege de volatiliteit slechts voor een beperkt deel een alternatief voor obligaties en sparen.

DB x-trackers Stoxx Global Select Dividend 100

De meeste dividendfondsen kunnen onderverdeeld worden in fondsen die zich focussen op puur inkomen (hoogste yield) of op ‘total return’ (ook letten op kwaliteit van het dividend). Kijkend naar het huidige uitkeringsrendement van de DB x-trackers Stoxx Global Select Dividend 100 (5,5% versus 2,8% van de wereldmarkt in zijn algemeen) lijkt de index, en dus de ETF, op de eerste vorm. De index bouwt echter wel ‘kwaliteitsfilters’ in door te kijken naar dividendgroei en payout-ratio, om te voorkomen dat in bedrijven wordt belegd die in de problemen zitten. Door de toegepaste filters komt de index gemiddeld genomen op kleinere aandelen uit dan die van de vergelijkbare andere indices of ETF’s. Er is daarmee sprake van een ‘smallcap bias’. De onderliggende index is de STOXX Select Global Dividend 100 Index, die een compositie is van de STOXX Europe Select Dividend 30, STOXX North America Select Dividend 40 en de STOXX Asia/Pacific Select Dividend 30 indices. De index wordt in maart van ieder jaar geherbalanceerd. Voor opname in de index moeten bedrijven minimaal vijf jaar achter elkaar dividendgroei hebben laten zien. De pay-outratio moet tussen de 0 en 60% liggen. Als een bedrijf de dividendbetalingen stopzet, wordt het direct uit de index verwijderd. De maximale weging voor één aandeel is 15%, om te voorkomen dat er een te grote concentratie ontstaat. Ondanks de beperkte hoeveelheid filters is de index toch voldoende gediversifieerd, tussen landen en sectoren. De VS maken tussen de 20 en 22% van de index uit, gevolgd door het VK (11-13%) en Hong Kong, Australië en Singapore. De financiële sector heeft nu het zwaarste gewicht (15-18%), gevolgd door nuts- en industriële bedrijven. Dat de ETF net niet helemaal de hoogste score krijgt in de tabel komt door de synthetische replicatie waarbij een swap met Deutsche Bank wordt afgesloten. Er wordt hiervoor een veilige onderpand van 102,44% in de vorm van grote liquide aandelen op separate rekeningen bij Deutsche Bank en BNY Mellon aangehouden. Met een Total Expense Ratio van 0,5% is dit een van de duurdere ETF’s uit het segment. Dat de ETF niettemin gemiddeld een kleinere Tracking Difference (afwijking met de index ligt tussen de 0,29 en 0,32% per jaar) heeft, komt volgens Morningstar waarschijnlijk omdat de synthetische replicatie slimmer omgaat met belastinglekken en lagere bewaarkosten van de portefeuille die als borg wordt aangehouden.

Lees ook: Democratisering van de grondstoffenmarkten

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Harry Geels

Harry Geels

Expert

Harry Geels (1969) schrijft sinds 1998 voor Beleggers Belangen, waarvoor hij onder andere de rubriek Beleggingsfondsen verzorgt. Verder is hij gespecialiseerd in technische analyse kwantitatieve analyse en hedgefunds. Harry is Senior Investment Adviseur bij vermogensbeheerder Auréus. Hij is auteur van het handboek ‘Beleggen met Technische Analyse’.

Meer artikelen van deze expert