De olieprijs weet voorlopig geen richting te kiezen. Vorige week liet de variant West Texas Intermediate (WTI) met een verlies van 4,4% de grootste daling in twee maanden zien. Bij Brent bleef het verlies beperkt tot 2,8%. Olie werd goedkoper nadat president Trump in een reeks Twitter-berichten voor $100 mrd aan nieuwe importheffingen op Chinese producten aankondigde. Daar kwam een eerder tegenvallend arbeidsmarktrapport bovenop. Het nieuws dat het aantal operationele boorplatforms in de Verenigde Staten blijft toenemen, droeg evenmin bij aan het sentiment. Er zijn nu 808 actieve installaties en dat cijfer was sinds maart 2015 niet meer zo hoog. De nieuwe week werd wel ingezet met een stijging van 2% na het oplaaiende geweld in Syrië.
Verschil neemt toe
Opmerkelijk is dat de spread tussen Brent en WTI verder is opgelopen naar meer dan $5 per vat. Dit prijsverschil bedroeg een maand geleden nog maar $3. Dit heeft te maken met het relatieve overaanbod aan WTI en de relatieve schaarste aan Brent. De productie van het OPEC-kartel bereikte in maart met 32,1 miljoen vaten per dag het laagste niveau in elf maanden. Saoedi-Arabië is ook een verlenging van de productiebeperking in 2019 niet ongenegen. Intussen is de Amerikaanse uitvoer van ruwe olie opgelopen naar 2,2 miljoen vaten per dag, een nieuw recordniveau. De VS profiteren van een lagere productie in Mexico en Venezuela.