Beleggers Belangen Live

Ellen Engelhart

Kredietwaardigheid Franse bedrijfsobligaties blijft solide

De zwakke Franse staatsfinanciën en het versnipperde politieke landschap hebben (nog) weinig effect op Franse bedrijfsobligaties.

De Franse staatsobligatiemarkt ligt al enige tijd onder het vergrootglas van beleggers en het renteverschil met Duitsland is toegenomen. Dit komt vooral door het hoge begrotingstekort (5,8% in 2024). Politici weten wel dat dit omlaag moet. Maar doordat er een minderheidsregering zit, slagen zij er nauwelijks in om hiervoor gedegen plannen op te stellen.

De staatsschuld ten opzichte van de totale verdiencapaciteit van de economie (113% eind 2024) zal nog verder toenemen bij aanhoudend hoge tekorten. Door de politieke impasse en weinig zicht op structurele hervormingen van de economie hebben ratingbureaus de kredietbeoordelingen van Frankrijk het afgelopen jaar omlaag gebracht. Het meest recent door Fitch (nu A+) en S&P (nu A+), waardoor de gemiddelde rating van Frankrijk in oktober is gezakt van het AA- naar het A-segment.

De economische en fiscale uitdagingen van het land kunnen ook gevolgen hebben voor Franse bedrijven en daarmee voor de koersontwikkeling van bedrijfsobligaties. Bijvoorbeeld doordat het vertrouwen van consumenten en producenten afneemt, wat de groeiperspectieven schaadt. Of doordat bedrijven in de toekomst mogelijk meer belasting moeten betalen om de inkomstenkant van de Franse begroting te stutten.

Kredietwaardigheid

Bedrijven hebben echter (nog) nauwelijks last van de onrust over de Franse staatsfinanciën. Dit is op de eerste plaats te danken aan het feit dat de meeste Franse bedrijven met uitstaande euro-obligaties niet alleen actief zijn in Frankrijk, maar wereldwijd opereren. Denk bijvoorbeeld aan Schneider Electric (6% van omzet uit Frankrijk), Saint-Gobain (24%), BNP Paribas (Franse consumentenbank 14%) en AXA (25%).

Op de tweede plaats hebben Franse banken een zeer beperkte positie in Franse staatsleningen. Momenteel is het gemiddelde gewicht ten opzichte van het balanstotaal circa 2%. En dit is veel lager dan in andere voormalige probleemlanden zoals Portugal, Italië en Griekenland (bron: Capital Economics).

Mede dankzij deze aspecten verlaagden de ratingbureaus (Fitch en S&P) de kredietratings van Franse bedrijven en financiële instellingen de afgelopen tijd niet, terwijl de kredietwaardigheid van Frankrijk wel omlaag werd gebracht. Zelfs voor EDF (Baa1, BBB), de Franse elektriciteitsproducent, die volledig in handen is van de Franse staat, lieten de kredietbeoordelaars de ratings ongemoeid.

Franse bedrijfsobligaties

Een gemiddeld passief euro-bedrijfsobligatiefonds zoals het iShares Euro Corp ESG ETF Index Fund (IE00BYZTVT56) bestaat voor ruim 20% uit obligaties van Franse bedrijven en financiële instellingen. Daarbij zijn de belangrijkste kenmerken van het totale mandje en het Franse deel nagenoeg aan elkaar gelijk, met een effectief rendement van circa 3,1%, een gewogen gemiddelde duur van ongeveer 4,5 jaar en een bijna gelijke gemiddelde kredietrating (A3/Baa1 voor het Franse deel versus A3 voor het gehele mandje).

Door de bestendige kredietwaardigheid van de bedrijven sijpelt de onrust op de Franse staatsobligatiemarkt tot nu toe slechts beperkt door naar de solide bedrijfsobligatiemarkt. De gemiddelde risico-opslag ligt voor Franse investment grade bedrijfsleningen (> = BBB-) eind oktober 2025 7 basispunten hoger dan voor het totale euro-bedrijfsobligatiemandje (bron: iBoxx). Vóór 2024 waren deze risico-opslagen nog aan elkaar gelijk. Een stijgende risico-opslag betekent een negatieve koersimpact en vice versa.

Als de Franse overheidsproblemen in de toekomst verder zouden escaleren, kan dit Franse bedrijfsobligaties wel wat extra onder druk zetten. Oftewel het verschil in risico-opslag kan dan nog verder oplopen, wat betekent dat Franse bedrijfsleningen wat achterblijven bij het gehele euro-bedrijfsobligatiemandje. Maar door de solide financiële positie van Franse bedrijven en de beperkte afhankelijkheid van de Franse economie en kredietwaardigheid, verwachten wij dat deze bedrijfsobligaties ook in zo’n scenario minder grote neerwaartse bewegingen zullen laten zien dan Franse staatsobligaties.

Ellen Engelhart

Ellen Engelhart (1970) schrijft sinds 2011 voor Beleggers Belangen over ontwikkelingen op de obligatiemarkt. Ze studeerde bedrijfseconomie aan de Universiteit Tilburg en is sinds 1996 actief als obligatiespecialist. Ze begon haar carrière als portefeuillemanager obligaties bij Ohra/Delta Lloyd en werkte sinds 2001 bij Van Lanschot en Kempen als portefeuillemanager en analist.

Meer artikelen van deze expert