Verlies nemen is voor veel beleggers moeilijker dan winst nemen. Dat kan ertoe leiden dat verliezen blijven oplopen, zodat de kans steeds kleiner wordt dat de koers ooit het aankoopniveau bereikt. Een stoplossorder kan helpen om dit soort situaties te voorkomen.
Elke belegger heeft vroeg of laat een aandeel in portefeuille waarvan de koers een andere richting kiest dan bij het innemen van de positie werd ingecalculeerd. Het is dan niet altijd makkelijk om te bepalen wanneer er verlies genomen moet worden. Een aandeel dat voor een prijs van €10 al aantrekkelijk lijkt, zou een koopje moeten zijn als de koers daalt tot €8. Meestal is er echter een goede reden voor de koersdaling. Het beursklimaat kan verslechterd zijn, of er zijn signalen dat een onderneming er minder goed voorstaat dan beleggers dachten.
Als een belegger reeds een positie heeft ingenomen, blijkt het in de praktijk vaak heel lastig te zijn om de nieuwe situatie objectief te analyseren. Maar al te vaak wordt er dan besloten om de ontwikkelingen nog even af te wachten, waarna de koers verder wegzakt en het verlies verder oploopt. In het ergste geval wordt de koersschade dermate groot dat het niet eens meer de moeite loont om de positie te sluiten, terwijl de kans dat de koers ooit weer in de buurt komt van het aankoopniveau verwaarloosbaar klein is. Het gevolg is dat een belegger dan lange tijd steeds weer die positie met het enorme verlies in zijn portefeuilleoverzicht ziet. Dit soort ellende kan worden voorkomen met het instellen van een stoploss.
Stap 1
Begrijp de werking
Een stoplossorder zorgt ervoor dat een aandeel of ander beleggingsinstrument meteen verkocht wordt zodra de koers onder een vooraf vastgesteld niveau terechtkomt. Deze order wordt automatisch (‘bestens’) uitgevoerd. Het gevaar bestaat niettemin dat de verkoopprijs ver onder de limietprijs ligt, bijvoorbeeld als de openingskoers van een aandeel veel lager ligt dan de slotkoers van de vorige beursdag. Op maandag 7 juli opende BAM maar liefst 16% in de min toen de onderneming een flinke winstwaarschuwing naar buiten bracht. Een stoplossorder met een niveau van 5% onder de koers van de vorige beursdag had beleggers dus niet kunnen beschermen tegen een koersverlies dat ruim drie maal zo groot was.
Winst en verlies nemen
Het is veel makkelijker om winst te nemen dan om een verlies te slikken. Uit een studie van Terrence Odean uit 1998 blijkt dat beleggers 1,6 maal vaker een aandeel verkochten dat in waarde was gestegen dan een waarvan de koers was gedaald. Sindsdien is dit patroon, het zogenoemde dispositie-effect, ook in allerlei andere studies zichtbaar geworden. Het wordt veroorzaakt door het verschijnsel dat de pijn van verlies veel harder aankomt dan de vreugde bij een vergelijkbare winst. Beleggers zijn daarom geneigd om winsten af te kappen en verliezen te laten oplopen, terwijl de omgekeerde tactiek juist de sleutel is voor beleggingssucces op de lange termijn.
Stap 2
Ken de alternatieven
In het hierboven beschreven scenario zou een belegger waarschijnlijk liever zelf de keuze maken om verlies te nemen of een mogelijk herstel af te wachten. Er zijn verschillende manieren waarop kan worden voorkomen dat een stoplossorder ertoe leidt dat de positie met een groot verlies wordt verkocht zonder dat er een mogelijkheid is om de schade te beperken. Sommige brokers en beleggingssites bieden beleggers de mogelijkheid om (soms tegen betaling) een signaal te ontvangen als een aandeel een bepaald koersniveau overschrijdt. Een voorwaarde is wel dat een belegger de discipline heeft om de stukken inderdaad te verkopen als dit niveau wordt bereikt. Een andere optie is om een stoplimietorder in te leggen. Hierbij wordt de positie gesloten als de koers onder het vooraf ingestelde niveau terecht komt, maar zit er een grens aan de verkooporder in de vorm van een limietkoers. Als de koers daaronder terecht komt, wordt de stoplossorder niet uitgevoerd en kan de belegger zelf bepalen of hij alsnog het grote verlies neemt of dat hij liever afwacht.
Theorie
Wetenschappers Daniel Kahneman en Amos Tversky onderzochten hoe mensen omgaan met financiële beslissingen die een onzekere uitkomst hebben. Het onderzoek vormde de basis van de vooruitzichttheorie die ze in 1979 lanceerden. Kahnemann ontving in 2002, zes jaar na Tversky’s overlijden, de Nobelprijs voor hun gezamenlijke werk.
Zekerheid of kans
De vooruitzichttheorie beschrijft dat mensen zich bij een keuze niet puur laten leiden door de verwachte uitkomst. Zekerheden wegen zwaarder dan kansen.
Dubbele pijn
Deze behoudende instelling wordt veroorzaakt doordat de pijn van verlies circa 2,25 keer zo groot is als de vreugde om een even grote winst.
Stap 3
Kies het juiste niveau
Er is geen magische formule voor het ideale stoplossniveau. De juiste hoogte van de stoploss wordt namelijk bepaald door de persoonlijke risicotolerantie en de beleggingsstijl. Een veel voorkomende tactiek is om te bepalen hoe groot het maximale verlies is dat een belegger op een bepaalde positie wil of kan incasseren. Een risicomijdende investeerder zal bijvoorbeeld een stoploss instellen die 10% onder de aankoopkoers ligt, terwijl dat voor een meer speculatief ingestelde belegger makkelijk 25 of 30% kan zijn. Het niveau kan ook bepaald worden met behulp van technische analyse. Als de beurskoers vaak rond een bepaald niveau van richting verandert, wordt dat als een weerstand gezien. De stoploss wordt dan op, of net iets boven of onder die weerstand ingesteld. Beleggers die er weinig voor voelen om zelf een grafiek te ‘lezen’, kunnen een stoploss instellen op de stand van het 50- of 200-daags voortschrijdend gemiddelde, niveaus die vaak gezien worden als belangrijke weerstanden.
[su_accordion]
[su_spoiler title=”Limietorder”]
Een limietorder is het tegenovergestelde van een stoplossorder: er wordt een koersniveau bepaald waarop of waarboven de aandelen verkocht worden. Limietorders worden gebruikt als een belegger een duidelijk koersdoel heeft, maar kunnen ook worden gebruikt als een aandeel zich in een zijwaarts trendkanaal beweegt. Dan stappen handelaren op de bodem van het trendkanaal in en leggen ze een limietorder op of net onder de bovenkant ervan.[/su_spoiler]
[su_accordion]
[su_spoiler title=”Bracketlimiet”]
Een belegger die een bracketlimiet instelt, geeft zowel een limietkoers als een stoplossniveau op. Zo ontstaan bij het innemen van een positie al een redelijk beeld van de maximale winst of verlies. Net als bij een traditionele stoplossorder bestaat echter de kans dat de schade groter is dan gedacht als de koers plotseling fors daalt. Een ander nadeel is dat het opwaarts potentieel bij voorbaat wordt ingeperkt, terwijl de beste strategie juist is om verliezen te nemen en winsten te laten (op)lopen. Een bracketlimiet wordt dan ook meestal in heel specifieke situaties gebruikt.[/su_spoiler]
[su_accordion]
[su_spoiler title=”Beleggingsproducten”]
Een stoploss zit ingebakken bij veel hefboomproducten, zoals turbo’s, sprinters en speeders. Deze producten vergroten de koersbewegingen van de onderliggende waarde uit, doordat de productaanbieder een groot deel van het aankoopbedrag financiert. De belegger legt het resterende gedeelte bij, maar ontvangt vervolgens wel de volledige koerswinst of -verlies. Om te voorkomen dat het verlies groter wordt dan de aanschafprijs van het hefboomproduct, wordt een stoploss ingesteld.[/su_spoiler]
[su_spoiler title=”Risico’s buitenland”]
Beleggers die een stoploss willen instellen bij buitenlandse aandelen, moeten er rekening mee houden dat er verschillen bestaan met de Nederlandse handel. In de Verenigde Staten zijn de laatste jaren enkele ‘flashcrashes’ voorgekomen. Doordat zich bijvoorbeeld een fout voordoet in een handelsprogramma, schieten de koersen van veel aandelen plotseling razendsnel omlaag, om zich daarna weer te herstellen. Het gevaar bestaat dat een belegger wordt uitgestopt en hierdoor de hele herstelbeweging mist. Ook zijn er verschillen in de beursregels. Op de Amerikaanse Nasdaq is in 2007 bijvoorbeeld een regel ingevoerd die bepaalt dat een stoplossorder in werking treedt als de bied- of laatprijs het stoplossniveau bereikt. Hierdoor is het mogelijk dat aandelen worden verkocht zonder dat de koers daadwerkelijk het op-gegeven niveau heeft bereikt.[/su_spoiler]
Stap 4
Gebruik een trailing stoploss
Een stoploss kan niet alleen gebruikt worden om te voorkomen dat een verlies te hoog oploopt, maar ook om ervoor te zorgen dat behaalde winsten niet verdampen. Veel brokers bieden als geavanceerde optie de mogelijkheid om een zogenoemde trailing stoploss in te voeren. Hierbij stijgt het stoplossniveau mee met de koers, maar blijft onveranderd als de koers terugvalt. Dit is vergelijkbaar met een bergbeklimmer die zichzelf regelmatig zekert om ervoor te zorgen dat hij niet helemaal naar beneden valt naarmate hij dichter bij de top komt. Aan een trailing stoploss kleeft overigens wel hetzelfde risico als aan de traditionele stoploss, namelijk dat de uiteindelijke verkoopprijs door een felle prijsdaling lager ligt dan het geldende stoplossniveau.
Lees ook: Hoe beleg ik in alternatieve ETF’s?