Beleggers Belangen Live

Hoe beoordeel ik een obligatie-prospectus?

Jeroen Boogaard

Hoewel ze voor een veilige, stabiele inkomstenstroom kunnen zorgen, zijn obligaties niet zonder risico. De risico’s zitten niet alleen opgesloten in de kredietwaardigheid van de uitgever, maar ook in de voorwaarden van de lening. Het prospectus geeft hier inzicht in.

Obligaties zijn onmisbaar voor de risicomijdende belegger. Ze staan normaliter garant voor vaste rentevergoedingen, terwijl het geïnvesteerde bedrag wordt terugbetaald nadat de looptijd is verstreken. Omdat ze minder volatiel zijn dan aandelen, dragen ze bovendien bij aan een goede spreiding van de beleggingsportefeuille. Obligaties kunnen worden gekocht op de beurs, maar er worden ook geregeld nieuwe leningen uitgegeven. Vaak zijn die alleen bestemd voor professionele beleggers. Er zijn echter ook emissies met kleinere coupures waarop particulieren kunnen inschrijven. Om de risico’s te doorgronden, is het doorspitten van het prospectus onontbeerlijk. Waar moet u op letten?

Stap 1

Beoordeel de uitgever

Het grootste risico voor obligatiebeleggers is de kans dat de uitgever in gebreke blijft. Obligaties van de Nederlandse overheid of van andere stabiele rijke landen worden door beleggers beschouwd als risicovrij. Niet elke uitgever van obligaties is echter goed voor zijn geld. Bedrijven kunnen in zodanige financiële moeilijkheden komen dat zij de rente niet meer kunnen betalen of zelfs failliet gaan. Voor obligatiebeleggers is het daarom essentieel om een goed beeld te krijgen van de kwaliteit van de emittent, ook omdat een verslechtering van de kredietwaardigheid tot een tussentijdse koersdaling van de obligatie zal leiden. Lees daarom het bedrijfsprofiel, de financiële gegevens en de risicofactoren in het prospectus goed door. Beoordeel aan de hand van de schuldgraad en de rentedekking in welke mate onvoorziene tegenvallers opgevangen kunnen worden.

Stap 2

Wat vinden de professionals?

Grote winstgevende ondernemingen met een riante vrije kasstroom en producten of diensten waar ongeacht het economische klimaat altijd wel vraag naar is, zijn vanzelfsprekend een stuk minder kwetsbaar dan kleine cyclische bedrijven. Toch kunnen ook de grootste ondernemingen in problemen komen. Om beleggers te helpen het kredietrisico in kaart te brengen, geven de ratingbureaus (Standard & Poor’s, Moody’s en Fitch) de uitgever en hun obligatie-uitgiftes een kredietrating. Zij delen de ondernemingen in verschillende risicoklassen in. Hoe hoger de rating, hoe beter de kredietwaardigheid wordt ingeschat. In de categorie ‘investment grade’ (AAA tot BBB) zijn de risico’s beperkt. Ondernemingen die daar buiten vallen, ook wel ‘high yield’ of junkleningen genoemd, zijn speculatief van aard. Vanaf CCC is er een grote kans op wanbetaling.


[su_accordion]

[su_spoiler title=”Koers”]

De koers van een obligatie wordt uitgedrukt in procenten van de nominale waarde. Een obligatie met een nominale waarde van €1.000 en een koers van 105% is dus €1.050 waard.[/su_spoiler]

[su_accordion]

[su_spoiler title=”Markt”]

Reeds verhandelbare obligatieleningen staan genoteerd op de secundaire markt. Nieuwe leningen worden uitgegeven op de primaire markt.[/su_spoiler]

[su_accordion]

[su_spoiler title=”Record”]

In 2015 werd er voor een recordbedrag van €306 mrd aan nieuwe euro-bedrijfsleningen uitgegeven.[/su_spoiler]

[su_accordion]

[su_spoiler title=”Verhandelbaar”]

Bedrijfsleningen zijn door hun kleinere omvang op de beurs veel slechter verhandelbaar dan staatsobligaties.

[/su_spoiler]


Stap 3

Lees de algemene kenmerken

In het prospectus staan de belangrijkste algemene kenmerken van de obligatie, ofwel de nominale waarde, de couponrente en de aflossingsdatum. Gezien de hogere risico’s van bedrijfsleningen willen beleggers een extra risico-opslag (ook wel ‘spread’ genoemd ) bovenop het rendement van veilige staatsleningen. De hoogte van de coupon wordt niet alleen door de kredietrating, maar ook door de looptijd van de lening bepaald. De kans op wanbetaling neemt immers toe met het verstrijken van de tijd. Als de obligatie tegen 100% wordt uitgegeven is de coupon ook het daadwerkelijke rendement dat de houder ontvangt. Obligaties worden echter vaak iets boven of ook wel onder de nominale waarde uitgegeven, zodat er een negatief respectievelijk positief aflossingsrendement ontstaat. Uiteindelijk gaat het om het zogeheten effectieve rendement (‘yield’), ofwel het bedrag dat de belegger ontvangt als hij de obligatie tot het einde van de looptijd aanhoudt. Zet die opbrengst af tegen vergelijkbare reeds genoteerde obligaties. Banken houden overzichten bij van de gemiddelde yields per ratingcategorie. Een hoog effectief rendement  kan verleidelijk zijn, maar weeg het rendement altijd af tegen de risico’s. Bedrijven met een zwak kredietoordeel kunnen zeker bij een verslechtering van de economie snel in de problemen komen en mogelijk zelfs failliet gaan. Wees ook voorzichtig met leningen in andere valuta. Hogere rentevergoedingen wegen niet op tegen mogelijk stevige valutaverliezen. Kiest u voor een veilige obligatiebelegging, neem dan een lening in de eigen valuta. De omvang van de lening doet er ook toe. Kleine leningen zijn slecht verhandelbaar.

Stap 4

Pas op voor speciale voorwaarden

Er zijn veel soorten obligaties met afwijkende voorwaarden. Zo zijn er obligaties die na een bepaalde datum of onder bepaalde voorwaarden vervroegd aflosbaar zijn. Dat is een mooie clausule voor de emittent. Die kan de obligatie aflossen wanneer de marktrente lager is dan de couponrente. Voor beleggers is dit echter een groot nadeel omdat het dan moeilijk is 23-6-2016 16-24-58om de vrijgekomen middelen tegen een vergelijkbaar rendement te herbeleggen. Ook zijn er leningen waarbij de coupon – deels – gekoppeld is aan de marktrente en dus variabel is. Het koersrisico op dergelijke leningen is bij een stijgende marktrente veel lager. Aan de andere kant is de kans op tussentijdse koerswinst ook kleiner. Daarnaast zijn er leningen waarbij de rentebetaling onder voorwaarden kan worden opgeschort. Vaak is de rente dan wel cumulatief: bij hervatting van de uitkering moet ook de achterstallige rente worden betaald. Tot slot is het belangrijk om te kijken naar de plaats van de lening in de kapitaalstructuur. Vooral banken en verzekeraars geven vaak leningen met een achtergesteld karakter uit. De bezitters van deze leningen staan bij een faillissement achteraan de rij van schuldeisers. Dit achterstellingsrisico zal tot uiting moeten komen in de risico-opslag.

Hoofdcategorieën

In de bedrijfsobligatiemarkt zijn twee beleggingcategorieën te onderscheiden. De eerste groep bevat leningen met een rating van AAA tot BBB/Baa. In dit zogeheten ‘investment grade’ segment zijn de risico’s vrij beperkt. In de tweede categorie ‘non-investment grade’ is de kwaliteit van de uitgever beduidend lager en hebben de leningen een speculatief karakter. Het onderscheid wordt gemaakt omdat er grote verschillen zijn tussen de wanbetalingspercentages. De kans op wanbetaling binnen vijf jaar bij bedrijven die bij Moody’s de laagste investment grade lening hebben (Baa) is 1,6%, terwijl dat in de categorie daaronder (Ba) al 7,86% is en nog een stapje lager (B) toeneemt naar 20,66%.

Voorspellende waarde

Hoewel de ratingbureaus niet over een glazen bol beschikken, is er een duidelijke correlatie tussen ratings van de twee grootste organisaties Moody’s en Standard & Poor’s en het aantal wanbetalingen. Lagere ratings corresponderen met hogere wanbetalingspercentages. In 2009 gedurende de financiële crisis was er een ware slachting onder bedrijven. Bijna de helft van de bedrijven met een CCC/C rating bij Standard & Poor’s voldeed dat jaar niet aan de rente- en aflossingsverplichtingen. Daarentegen hebben ondernemingen met de hoogste AAA-rating bij Standard & Poor’s in het verleden altijd nog aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen.

Prospectus

In het prospectus vindt de obligatiebelegger alle relevante informatie die nodig is om een goed oordeel te vormen over de obligatie. Daarin staan gegevens over de uitgever, de risicofactoren, de algemene kenmerken en de speciale voorwaarden van de lening.

Beleggen in bedrijfsobligaties

Wie wil beleggen in individuele bedrijfsobligaties doet er verstandig aan om zich te beperken tot het investment grade papier, met een voorkeur voor hogere ratings vanaf A. Daarbij is het altijd aan te bevelen om een goede spreiding over verschillende sectoren aan te houden en de blootstelling aan een bedrijf te beperken tot maximaal 10%. Spreiding van de looptijden vermindert daarnaast het herbeleggingsrisico. Bij een investering in high yield leningen verdient een Exchange Traded Fund (ETF) of een gespecialiseerd beleggingsfonds de voorkeur.

Lees ook: Educatie: Hoe moet ik een prospectus lezen?

Wilt u nog sneller uw kennisniveau verbeteren? Schrijf u in voor de Beleggers Belangen Academy. Binnen de Academy delen de specialisten van Beleggers Belangen hun bewezen kennis over beleggen, omdat het nemen van de juiste beleggingsbeslissingen belangrijker is dan ooit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Jeroen Boogaard

Jeroen Boogaard

Expert

Jeroen Boogaard (1973) schrijft sinds 2011 voor Beleggers Belangen. Sinds 2010 is hij actief als zelfstandig financieel journalist, daarvoor werkte hij twaalf jaar bij een beleggingsmagazine als analist en later als adjunct-hoofdredacteur. Zijn specialisaties zijn vastgoed, Exchange Traded Funds (ETF's) en Nederlandse small- en midcaps.

Meer artikelen van deze expert