Beleggers Belangen Live

Democratisering van de grondstoffenmarkten

Harry Geels
Harry Geels Expert

Dankzij ETF’s zijn grondstoffen tegenwoordig ook toegankelijk voor particuliere beleggers. Het aanbod is bijzonder groot en divers. De meeste producten hebben een speculatief karakter. In deze bijdrage een overzicht en enkele handvatten om een verstandige keuze te maken.

Vroeger waren grondstoffen het domein van professionele beleggers. Pensioenfondsen die bijvoorbeeld een allocatie naar olie wilden doen, hadden (en hebben) handelaren in dienst die in oliefutures handelden. Ook bestaan er al tientallen jaren speculanten, denk aan hedgefondsen, die gebruikmaken van de soms snelle koersbewegingen in grondstoffen. Tot slot zijn daar sinds jaar en dag de bedrijven waarvan het businessmodel sterk afhankelijk is van de in- of verkoop van bepaalde grondstoffen en die grondstoffenfutures gebruiken om zich in te dekken (hedgen) tegen prijsschommelingen.

Sinds het begin van deze eeuw zijn de grondstoffenmarkten echter ook toegankelijk geworden voor het grote publiek, met dank aan ETF’s. Of eigenlijk moeten we voor grondstoffen spreken van ETP’s, Exchange Traded Products, omdat het aanbod van passieve producten zo divers is. Morningstar geeft de volgende definitie voor ETP’s: ‘open beleggingen, genoteerd en verhandeld aan de beurs en afgerekend als aandelen’. Het gaat meestal om open-end fondsen, die dicht rond de waarde van de onderliggende portefeuille noteren. In tegenstelling tot actief beheerde open-end fondsen, die meestal een keer per dag verhandeld worden, vindt er in ETP’s doorlopende handel op de beurs plaats. ETP’s en ETF’s worden als begrippen nog weleens door elkaar gebruikt, maar dat is feitelijk niet juist. ETP’s is een overkoepelend begrip dat naast ETF’s ook ETC’s (Exchange Traded Commodities) en ETN’s (Exchange Traded Notes) omvat (zie figuur 1). De laatste twee producten komen het meest op de grondstoffen- en valutamarkten voor. ETF’s voldoen aan bepaalde regelgeving, in Europa aan de UCITS III-richtlijn. ETC’s lijken op ETF’s, alleen voldoen ze niet aan de UCITS III-richtlijn. UCITS (Undertakings for Collective Investment in Transferable Securities)heeft strenge regels voor bijvoorbeeld spreiding, wat al snel in het gedrang komt als de aanbieder op bijvoorbeeld alleen goud of olie of een paar agrarische grondstoffen een passief product wil maken. Hier kan geen sprake zijn van spreiding. ETN’s zijn eigenlijk seniore, dus niet achtergestelde, obligaties uitgegeven door zakenbanken. De banken geven met deze producten de garantie dat een bepaald rendement van een index of een bepaalde grondstof gehaald wordt. Beleggers in deze producten verkrijgen dus een kredietrisico op de betreffende zakenbank. Zij moeten voor de aanschaf van ETN’s eigenlijk eerst onderzoek doen naar de kredietwaardigheid van de uitgever. Soms wordt er onderpand gegeven bij ETN’s, waarbij geheel of gedeeltelijk het kredietrisico wordt afgedekt.

Replicatie
Naast het soort ETP zijn er ook verschillen in de wijze van replicatie, ofwel het nabootsen van de index of onderliggende waarde. Dat kan fysiek of middels derivaten. Een van de grootste fysieke ETF’s is de SPDR® Gold Shares (GLD). Bezitters van deze ETF zijn naar rato eigenaar van de SPDR Gold Trust, die fysiek goud aanhoudt. Zij volgen daarmee de goudprijs, minus de kosten van de GLD en de kosten van de SPDR Gold Trust. Daarnaast zijn er ETF’s, bijvoorbeeld de PowerShares DB Gold ETF (DGL), die geen direct of indirect goud aanhouden maar futures op goud. Futures zijn derivatencontracten. Gekochte futures geven aan het eind van de looptijd de plicht de onderliggende waarde te kopen. Ze stijgen in waarde als de koers van de onderliggende waarde oploopt en vice versa. Omdat het niet wenselijk is dat de onderliggende waarde aan het eind van de looptijd daadwerkelijk wordt gekocht, worden futures ‘doorgerold’: vlak voor het eind van de looptijd wordt het contract verkocht en wordt de nieuwe future gekocht. In het prospectus van de ETF staat welke nieuwe future precies wordt gekocht.
De prijzen van futures met verschillende looptijden volgen een bepaalde termijnstructuur: langer lopende futures kunnen duurder zijn, maar ook goedkoper. In het eerste geval spreken we van een termijnstructuur in ‘contango’. Als futures met langere looptijden goedkoper worden is de termijnstructuur in ‘backwardation’. Het verloop van de termijnstructuur is in sterke mate bepalend voor het rendement dat de belegger maakt.

Bij een termijnstructuur in contango moet het goedkope contract voor het einde van de looptijd worden verkocht en het duurdere contract worden gekocht. Als dit iedere maand gebeurt, wordt er rendement ingeleverd. Zo blijft de PowerShares DB Gold ETF daardoor iets achter op de SPDR® Gold Shares. De doorrolkosten van goudfutures zijn echter blijkbaar laag voor goud, anders was de achterstand in de loop van de tijd wel groter geworden. Dat kan ook anders. ETP’s die bijvoorbeeld de gasprijs met futures volgen worden ook wel de slechtste ETP’s ooit genoemd, omdat de termijnstructuur hier doorgaans vrij steil is en doorrollen dus steeds flink geld kost. Zie in figuur 2 hoe de iPath® Bloomberg Natural Gas Sub ETF achterblijft bij de gasprijs.
Naast fysieke replicatie en replicatie met futures is er ook nog de synthetische replicatie van de onderliggende waarde. Meestal wordt er dan een ‘return swap’ afgesloten door de ETP met de zakenbank. De ETP levert het onderpand en de bank ‘garandeert’ een bepaald rendement. De meeste ETN’s zijn synthetisch. ETF’s en ETC’s kunnen fysiek, met futures of synthetisch zijn.

ETFS All Commodities ETC

Door de enorme diversiteit aan passieve grondstoffenproducten is er keuzestress bij de belegger ontstaan. In het hoofdverhaal zijn de twee dimensies van het aanbod beschreven, te weten het soort product (ETF, ETC en ETN) en de wijze van replicatie (fysiek, met futures of synthetisch). Zowel synthetische als fysieke ETP’s volgen de index of grondstof doorgaans beter dan ETP’s op basis van futures. Bij synthetische producten (meestal ook ETN’s) moet de belegger meer huiswerk doen, onder andere naar het tegenpartijrisico. De ETFS All Commodities ETC is een ETC die synthetische replicatie gebruikt om de Bloomberg Commodity Index te volgen. De aanbieder, het Britse ETFS, sluit bij UBS en Merrill Lynch ‘returns swaps’ op de verschillende grondstoffen uit de index af. De Bloomberg Commodity Index biedt een goede representatie van de grondstoffenmarkten: in totaal 22 grondstoffen met maximale wegingen van 15% (waardoor olie niet dominant is). De energiemarkten maken ruim 30% en edelmetalen ruim 16% van de index uit. De rest is toebedeeld aan agrarische producten (36%) en industriële metalen (17%). Hoewel de ETFS All Commodities ETC synthetisch is, hebben beleggers in dit product toch te maken met de termijnstructuren in de verschillende futuresmarkten omdat de index van Bloomberg de verschillende markten methodisch met futures volgt. De index is zo zuiver dat het ook rekening houdt met de opbrengst op de margin die voor futures moet worden aangehouden. Het product zal nooit perfect de index volgen. Ten eerste door de kosten. Naast de management fee (0,49%) zijn er kosten voor de swaps (0,45%) en de licentie om de index te mogen volgen (0,05%). Het product is daarmee duurder dan de Lyxor Commodities CRB ETF, die een andere index volgt en de helft zo goedkoop is. Ten tweede omdat de weging van de verschillende swaps door de tijd net iets anders kan worden dan de wegingen van de grondstoffen in de index. Voor de swaps wordt een borgstelling gedaan in de vorm van staatsobligaties van de G10-landen (71%), bedrijfsobligaties (23%) en aandelen uit OESO-landen (6%). In het geval de zakenbanken in default raken kan ETFS dit onderpand opeisen. Er worden geen stukken uit het onderpand uitgeleend. Gezien de grootte van de borgstelling (100,4%) en het ontbreken van ‘securities lending’ lijkt het product daarmee veilig.

Lees ook: De stier komt weer op adem

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Harry Geels

Harry Geels

Expert

Harry Geels (1969) schrijft sinds 1998 voor Beleggers Belangen, waarvoor hij onder andere de rubriek Beleggingsfondsen verzorgt. Verder is hij gespecialiseerd in technische analyse kwantitatieve analyse en hedgefunds. Harry is Senior Investment Adviseur bij vermogensbeheerder Auréus. Hij is auteur van het handboek ‘Beleggen met Technische Analyse’.

Meer artikelen van deze expert