De publicatie van de Amerikaanse inflatiecijfers vorige week heeft ‘het verhaal’ op de financiële markten weer wat verder veranderd.
Het idee dat de Federal Reserve dit jaar de rente drie keer zou verlagen – te beginnen in juni – liep al een deukje op na de bekendmaking van meevallende banencijfers begin april. Maar hardnekkig hoge inflatie wordt door veel economen als de doodsteek gezien voor een snelle en stevige draai naar een soepeler monetair beleid van de Amerikaanse centrale bank.
Sterke dollar
Vooral het effect van deze veranderde inschatting op de Amerikaanse tienjaarsrente en op de aandelenbeurs krijgt veel aandacht. Maar net zo interessant zijn de gevolgen ervan op de valutamarkten. Zo steeg de Amerikaanse dollar eind vorige week tot het hoogste niveau ten opzichte van de Japanse yen in 34 jaar tijd.
Een index van de dollar afgezet tegen een mandje van de belangrijkste andere valuta’s is tot het hoogste niveau sinds medio november vorig jaar gestegen. En dat zorgt voor nog meer bijkomende schade, aangezien deze dollarindex een hoge negatieve correlatie heeft met valuta’s van opkomende landen, zo berekende Société Générale. Dat betekent dat een stijgende dollarindex gepaard gaat met druk op valuta’s van opkomende landen.
Europees probleem
Zelfs de ECB kan niet aan de marktverwachtingen voor de Federal Reserve ontkomen. ECB-president Christine Lagarde stelde bij de toelichting op het rentebesluit vorige week donderdag weliswaar dat het beleid van de ECB afhankelijk is van economische data en niet van de Federal Reserve, maar dat is niet de hele waarheid.
Een al maar sterkere dollar door uitblijvende renteverlagingen in de VS, in combinatie met een aanhoudend hoge olieprijs, kan voor opwaartse druk op de Europese inflatie zorgen. En dat brengt de ECB dan weer in een lastig parket. John Connally, de Amerikaanse minister van Financiën onder president Nixon, vatte deze positie 53 jaar geleden al kort en bondig samen voor zijn Europese collega’s met de uitspraak ‘de dollar is onze munt, maar jullie probleem’.