Wie een beleggingsfonds koopt, verwacht dat het fonds beter presteert dan de index waartegen de prestaties worden afgezet. Is het fonds daar niet toe in staat, dan zijn beleggers beter af met een ETF. Een ETF bootst het rendement van een onderliggende index immers zo nauwkeurig mogelijk na en is goedkoper dan een beleggingsfonds. Om een index te kunnen verslaan moeten de fondsbeheerders durven af te wijken van de samenstelling van die index. De mate waarin dat gebeurt wordt ‘active share’ genoemd. In de praktijk blijk echter dat de samenstelling van een aantal fondsen nauwelijks afwijkt van de index, terwijl beleggers daar wel voor betalen. Dergelijke fondsen worden indexknuffelaars genoemd en dat is bepaald geen compliment.
Vorig jaar publiceerde de Europese financieel toezichthouder Esma een onderzoek naar 2600 beleggingsfondsen. Zo’n 5 tot 15% daarvan zou indexknuffelaar genoemd kunnen worden. Esma noemde geen namen, tot teleurstelling van Better Finance, een belangenorganisatie van afnemers van financiële diensten. Better Finance deed daarom zelf het Esma-onderzoek nog eens over en publiceerde de resultaten ervan begin deze week in samenwerking met de Financial Times. Better Finance noemde liefst 165 fondsen met naam en toenaam als indexknuffelaar (de lijst is beschikbaar op betterfinance.eu). Het is goed dat beleggingsfondsen kritisch op dit punt worden bekeken. Bedenk echter wel dat een hoge active share alleen aangeeft dat een beheerder durft af te wijken van een index. Over resultaten zegt het niks.
Lees ook: Obligaties zijn veel minder saai dan je denkt
Wie mag dit artikel niet missen? U kunt als abonnee dit artikel cadeau geven aan uw vrienden of familie. Klik bovenaan het artikel op de link en het artikel wordt per e-mail doorgestuurd.