Beleggers Belangen Live

Biotech kijkt weer omhoog

Harry Geels
Harry Geels Expert

De biotechnologiesector heeft van 2009 tot en met de zomer van 2015 een enorme groei doorgemaakt op de beurs. Daarna hebben de Amerikaanse verkiezingen roet in het eten gegooid. Dit jaar is de sector eindelijk weer eens goed begonnen. Het ligt aan Trump of er een vervolg komt.

Vorig jaar verloor de Dow Jones US Biotechnology Index 11,6% (in euro’s), terwijl de S&P500 14,6% steeg. Deze grote underperformance steek schril af tegen de prestaties die de sector in de jaren daarvoor heeft laten zien. Biotechnologie steeg van eind 2009 tot en met de zomer van 2015 maar liefst 500%, waarmee het over deze periode veruit de beste presterende aandelensector was. Maar de Amerikaanse verkiezingen hebben het feestje verstoord. Zowel Hillary Clinton als Donald Trump heeft in de verkiezingscampagne gezegd iets te willen doen aan de erg hoge prijzen van medicijnen. Trump heeft dat na zijn verkiezing herhaald. In een interview in Time Magazine zei hij: ‘Ik ga de prijzen van medicijnen terugbrengen…het bevalt me niet wat er met de prijzen van medicijnen is gebeurd’. Maar het lijkt erop alsof de markt niet meer zo bang is. Sinds de laatste bodem van oktober jongstleden is de Dow Jones US Biotechnology Index gestegen met 14,5% waarvan 5% dit jaar. Wellicht dat de markt is teruggevallen op de oude beurswijsheid dat als de Republikeinen zowel het Witte Huis als het Congres domineren, farmaceuten geen strobreed in de weg wordt gelegd. Maar totdat Trump zijn precieze plannen bekendmaakt, is het lastig de contouren van het politieke risico voor de sector goed te schetsen. Dus lopen beleggers mogelijk wat op de muziek vooruit. Het kan ook zijn dat beleggers rekenen op goede vierdekwartaalcijfers. Maar voor de vier grote biotechbedrijven Gilead, Amgen, Biogen en Celgene geldt eigenlijk dat de resultaten eerder in de categorie ‘make or break’ vallen dan dat analisten hier nu zo positief gestemd zijn. Van de grote vier had alleen Biogen over het derde en vierde kwartaal van vorig jaar goede cijfers en dit aandeel is dan ook de laatste maanden het hardst gestegen, mede op geruchten over overnamebelangstelling van Pfizer en Sanofi.

Potentiële fusies en overnames in de sector zijn voor Bret Jensen, hoofdredacteur van The Biotech Forum, een van de drie redenen waarom hij verder stijgende koersen van biotech verwacht. De sector heeft tot en met 2015 altijd veel fusie- en overname-activiteit genoten, maar in 2016 was het opmerkelijk stil. De politieke onzekerheid en de blokkade door het Amerikaanse Ministerie van Financiën van de in 2015 aangekondigde megafusie tussen Pfizer en Allergan speelden hierbij een belangrijke rol. Maar de giganten zijn weer op jacht, merkt Jensen op. Pijplijnen moeten weer gevuld worden en er staan grote hoeveelheden kasgeld op de balansen te branden. Wat ook kan helpen is dat Trump voor minder regulering is en hij komt mogelijk met een belastingherziening die het voor bedrijven makkelijker maakt de in belastingparadijzen gestalde miljarden terug naar de VS te halen. De tweede oorzaak voor Jensens positieve blik is ‘mean reversing’: wat relatief hard is gedaald, gaat vroeg of laat weer relatief hard stijgen. Hij vergelijkt de biotechnologie met de energiesector van ruim een jaar geleden: ook hard onderuit, maar met grote potentie op een ‘rebound’. Ten derde wijst Jensen op de waarderingen. Volgens hem zijn de waarderingen van de grote namen uit de biotechnologie, na de correctie van 2016, die zo laag als die van 2011. Normaal is de gemiddelde koers-winstverhouding van de sector hoger dan het marktgemiddelde, maar voor de grote biotechbedrijven geldt nu het tegenovergestelde. Ze zijn met korting te koop. Jensen vindt vooral Mylan, AbbVie en Gilead goedkoop.

Trend naar biosimilars
In een researchrapport van vermogensbeheerder NN wordt biotechnologie ook als een aantrekkelijke sector voor de lange termijn bestempeld, door bovengemiddelde groei, overnameactiviteiten en een interessante pijplijn aan nieuwe medicijnen. Verder is NN nog niet zo bang voor de trend naar ‘biosimilars’. Zoals voor gewone medicijnen (gebaseerd op een chemische reactie van één molecuul) geldt dat het patent na tien tot twintig jaar verloopt en dat ze worden vervangen door generieke medicijnen die 80-90% goedkoper zijn, worden medicijnen gebaseerd op biotechnologie (uitsluitend geproduceerd uit levende organismen zoals gist- of baarmoedercellen) na verloop van tijd vervangen door biosimilars. Maar dat gaat volgens NN minder makkelijk omdat biosimilars meestal niet identiek zijn en uiteindelijk ‘slechts’ 40-60% lager geprijsd worden. Wel noemt de vermogensbeheerder de kleinere biotechnologiebedrijven risicovol, hetgeen ook terug te zien is in de beweeglijkheid van de aandelen.

Passief beleggen
Beleggers die passief in Europese biotechnologie willen beleggen hebben weinig opties. Healthcare is de brede sector. Er zijn enkele ETF’s op bijvoorbeeld de Stoxx Europe 600 Healthcare. Maar deze index heeft maar een beperkte spreiding omdat Europa vooral enkele grote farmaceuten kent. Natuurlijk maakt biotechologie ook deel uit van de activiteiten van deze bedrijven, maar directe blootstelling naar biotechnologie wordt er met deze ETF’s niet opgebouwd. In de VS hebben passieve beleggers veel meer mogelijkheden. Er zijn ETF’s in alle soorten en maten voor Healthcare (breed), Farmaceuticals (minder breed, zie ook kader) en Biotechnology (niche). Er zijn de laatste jaren zelfs initiatieven om nog specifieker te zijn, bijvoorbeeld de Loncar Cancer Immunotherapy ETF (CNCR), die zich focust op bedrijven die het immuunsysteem van kankerpatiënten modificeert. Deze ETF heeft nog geen trackrecord van drie jaar en is derhalve niet in de tabel opgenomen. Dergelijke ETF’s zijn overigens alleen geschikt voor specialistische of ideële beleggers.

 

Complexe smart-beta ETF verslaat ‘gewone’ index

Beleggen in ETF’s kan grofweg op drie manieren. ETF’s die in indices beleggen die de onderliggende instrumenten wegen op basis van beurswaarde zijn het bekendst. Daarnaast zijn er nog actief beheerde ETF’s en ETF’s op alternatieve indices, ofwel indices die een andere weging dan de beurswaarde toepassen. Deze indices worden ook wel ‘smart’- of ‘strategic beta’ genoemd. De PowerShares Dynamic Pharmaceuticals ETF is zo’n smart-beta product. Het is gebaseerd op de Dynamic Pharmaceutical IntellidexSM Index. Deze index weegt aandelen op verschillende factoren, zoals prijsmomentum (als koersen stijgen, meer gewicht), ‘earnings momentum’ (als winsten toenemen, meer gewicht), waarde (hoe goedkoper, hoe meer gewicht) en kwaliteit van het management (hoe beter de kwaliteit, hoe meer gewicht). De index en daarmee ook het fonds wordt op basis van de laatste standen van die factoren geherbalanceerd, en wel in februari, mei, augustus en november. In totaal bestaat de index uit dertig Amerikaanse farmaceuten. PowerShares, het passieve huis van de grote vermogensbeheerder Invesco, gelooft dat smart-beta producten het beste van twee werelden bieden, namelijk gebruikmaken van de wetenschappelijk vastgestelde factoren die tot outperformance moeten leiden en vervolgens zo goedkoop mogelijk in die factoren beleggen middels een intelligente index (naast de complexe Intellidex-indices heeft Invesco ook ETF’s gebaseerd op de FTSE RAFI® methodiek die vooral fundamentele factoren meewegen). En het moet gezegd worden: in dit geval loopt de Intellidex-index (en daarmee de ETF) sterk op de ‘gewone’ Dow Jones US Pharmaceuticals Index vooruit (zie grafiek). Er valt zeker voor een sector-ETF iets te zeggen om te beleggen op basis van smart-beta. Sector-ETF’s zijn vaak niet goed gespreid, omdat enkele dominante bedrijven in de sector (wat betreft beurswaarde) een grote weging krijgen. Daarmee wordt een sector-ETF vaak erg afhankelijk van het wel en wee van een of enkele bedrijven. Het nadeel van smart-beta producten is dat ze voor beleggers moeilijker te doorgronden zijn, vooral als, zoals in dit geval, meerdere factoren door elkaar worden gebruikt. Ze zijn ook duurder, waardoor een van de argumenten voor ETF’s, namelijk dat ze goedkoop zijn, minder krachtig wordt.

Lees ook: ETF portefeuille: Belegger schuilt in zilveren haven


Wie mag dit artikel niet missen? U kunt als abonnee dit artikel cadeau geven aan uw vrienden of familie. Klik bovenaan het artikel op de link en het artikel wordt per e-mail doorgestuurd.


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Harry Geels

Harry Geels

Expert

Harry Geels (1969) schrijft sinds 1998 voor Beleggers Belangen, waarvoor hij onder andere de rubriek Beleggingsfondsen verzorgt. Verder is hij gespecialiseerd in technische analyse kwantitatieve analyse en hedgefunds. Harry is Senior Investment Adviseur bij vermogensbeheerder Auréus. Hij is auteur van het handboek ‘Beleggen met Technische Analyse’.

Meer artikelen van deze expert