Beleggers Belangen Live

Dit zijn goedkope AEX- en AMX-aandelen om in september op te pikken

Ivan Snurer
Ivan Snurer Expert

De AEX steeg in 2025 al met 10% en het jaar is nog niet voorbij. September is vaak een slechte beursmaand, wat kansen biedt om aandelen goedkoop op te pikken. Welke Nederlandse aandelen zijn nu goedkoop?

Oktober heeft de reputatie van crashmaand, september heeft de twijfelachtige eer de slechtst presterende beursmaand van het jaar te zijn. Het is de enige maand waarin aandelen vaker dalen dan stijgen. Niet alleen in de recente geschiedenis, ook over decennia.

Aandelenmarkten schakelen in september vaak een versnelling hoger. Ze laten de rustige zomermaanden met lage handelsvolumes en beperkte volatiliteit achter zich en gaan een periode in die historisch gezien wordt gekenmerkt door seizoensgebonden zwakte en toegenomen marktinstabiliteit.

Seizoengebonden trends moeten altijd in de context van de marktomstandigheden bekeken worden. Aandelenmarkten volgen niet per definitie het maandpatroon. De geschiedenis leert dat de seizoensgebonden zwakte in september afneemt als aandelen in de aanloop ernaar stijgen.

Omdat september vaak een slechte beursmaand is, biedt dit kansen voor beleggers die aandelen willen bijkopen of goedkoop oppikken.

Goedkope aandelen

Als er een allesbepalende maatstaf bestond, dan zou het niet moeilijk zijnn om de goedkoopste aandelen eruit te halen. Veel beleggers gebruiken niet één, maar verschillende waarderingsratio’s naast elkaar. Om te bepalen welke Nederlandse aandelen goedkoop zijn, bedienen wij ons van vier vertrouwde waarderingsratio’s, namelijk de koers/boekwaarde, koers-winstverhouding, koers/omzet en het dividendrendement.

  1. De koers-boekwaarde meet de verhouding tussen de marktwaarde en de boekwaarde van de onderneming. De term boekwaarde verwijst niet naar het verschil in aanschafwaarde en de afschrijving van zakelijke vermogensbestanddelen, maar naar het eigen vermogen op de balans en het wordt voor waarderingsdoeleinden gedeeld door het aantal uitstaande aandelen. Over het algemeen geldt: hoe lager de ratio, hoe goedkoper het aandeel.
  2. De koers-winstverhouding vergelijkt de nettowinst per aandeel met de huidige koers en is een van de meest gebruikte waarderingsmaatstaven. Het geeft aan hoeveel keer beleggers op de beurs betalen voor de jaarwinst van het bedrijf en is alleen bruikbaar bij winstgevende bedrijven. Ook hier geldt: hoe lager de ratio, hoe goedkoper het aandeel.
  3. Een handig alternatief voor de koers-winstverhouding is koers/omzet, die zich ook leent voor verlieslatende bedrijven. Deze ratio is eveneens sterk sectorafhankelijk, maar telt ook drie voordelen. Ten eerste zijn verkoopcijfers moeilijker te manipuleren dan winstcijfers, ten tweede fluctueert de omzet aanzienlijk minder en ten derde biedt het een betere vergelijkbaarheid op de lange termijn. Ook bij de koers/omzet geldt: hoe lager, hoe beter.
  4. Het dividend is het deel van de winst dat bedrijven aan aandeelhouders betalen. Hoeveel dividend er wordt uitgekeerd, is nooit helemaal zeker, maar bedrijven streven naar een consistent of licht stijgend dividend. Het dividendrendement wordt berekend door het jaarlijkse dividend te delen door de koers van het aandeel en te vermenigvuldigen met 100. Bij de beoordeling geldt: hoe hoger het rendement, hoe aantrekkelijk het aandeel geprijsd is.

Met vereende kracht

Onder het motto: twee is beter dan een en vier is beter dan twee, wordt er per maatstaf een klassement opgemaakt en het fonds met het hoogste waardeoordeel is het goedkoopste aandeel uit de AEX dan wel AMX.

Wanneer het waardeoordeel past in het kader van factorstrategieën, dan voldoet de combinatie van koers/boekwaarde en koers/omzet. Is er echter sprake van een expliciete voorkeur voor goedkope aandelen, dan geniet de blik op alle ratio’s de voorkeur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Ivan Snurer

Ivan Snurer

Expert

Ivan Snurer (1965) studeerde in Brussel autotechnieken aan de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst. Bij Volvo Cars was hij als productingenieur en later als kwaliteitsingenieur nauw betrokken bij de ontwikkeling en de assemblage van de Volvo 400-reeks in Born. Via een omweg in de Europese nucleaire industrie kwam hij medio jaren negentig terecht in de financiële wereld, nadat hij aan Nyenrode Business Universiteit zijn MBA-titel had behaald en zich aan de Erasmus Universiteit Rotterdam had verdiept in quantitative finance. Snurer publiceert sinds eind jaren negentig met enige regelmaat in de Belgische en Nederlandse financiële pers en schrijft sinds 2002 voor Beleggers Belangen. Hij is directeur van Quantalytica, een onafhankelijk adviesbureau dat onderzoek verricht naar de efficiëntie van beleggingsstrategieën en selectiemethodieken.

Meer artikelen van deze expert