Morgan Stanley vindt het voorbarig om te veronderstellen dat de berenmarkt voorbij is. Daar zijn diverse redenen voor.
De recente rally van de aandelenmarkt suggereert dat veel beleggers verwachten dat de Fed bijna klaar is met zijn missie van agressieve monetaire verkrapping en dat de berenmarkt weleens voorbij zou kunnen zijn. Morgan Stanley denkt dat er twee redenen zijn om aan te nemen dat dit nog niet het geval is. Allereerst zullen de rentes naar verwachting verder stijgen. Ondanks de recente renteverhoging staat de beleidsrente van de Fed op basis van de Personal Consumption Expenditures-index nog altijd meer dan drie procentpunten onder de inflatie. In de afgelopen vijftig jaar was het zeer zeldzaam dat de Fed haar beleidsrente gedurende een langere periode onder deze inflatiemeter hield. Het is mogelijk dat de Fed het tempo van de beleidsverkrapping zal vertragen, maar onwaarschijnlijk dat het programma op korte termijn zal eindigen.
Als tweede tekent Morgan Stanley aan dat de consumentenprijzen sneller stijgen dan de lonen. De consumentenprijsindex (CPI) staat op 9,1% en dat zou de nodige maanden van 0% inflatie vergen om de CPI terug te brengen tot 5%, het niveau waarop de loongroei momenteel ligt. Bij dat evenwicht verliezen consumenten geen terrein meer op de inflatie, maar dat moment is volgens Morgan Stanley nog ver weg. Beleggers moeten volgens de Amerikaanse zakenbank de inflatie en de arbeidsmarktgegevens in de gaten houden voor aanwijzingen dat de Fed een reden heeft om haar beleidskoers te wijzigen. De Amerikaanse zakenbank blijft zich richten op individuele aandelen die een goede kasstroom, bovengemiddeld rendement en groei bieden tegen een redelijke prijs. Financials, energie- en gezondheidszorgbedrijven staan hoog op hun favorietenlijst.