Credit Suisse kan zich bijna helemaal vinden in de winstdoelstellingen van AkzoNobel voor 2023.
Medio februari schetste AkzoNobel tijdens een update voor beleggers het pad naar een ebitda – operationele winst voor afschrijvingen en amortisatie van immateriële activa – van €2 mrd voor 2023. Credit Suisse legde de doelstellingen van de verffabrikant langs de meetlat. De bank rekent op een iets lagere omzetgroei dan AkzoNobel (6 tegen 7%) waardoor de ebitda-taxatie voor 2023 5% onder de prognose van AkzoNobel ligt.
Toch is Credit Suisse zeker niet negatief over het aandeel. Er zijn drie wegen waarlangs het (kleine) gat tussen de winstverwachting van de bank en die van AkzoNobel gedicht kan worden. De eerste is een hogere autonome omzetgroei. Haalt AkzoNobel zijn doelstelling voor de omzetgroei, dan gaat de ebitda-prognose van Credit Suisse voor 2023 met €83-207 mln omhoog. De bandbreedte wordt bepaald door de verdeling van deze extra omzetgroei tussen prijsstijging en volumegroei.
Een andere route is het terugbrengen van het kostenniveau op dat van zijn Amerikaanse concurrenten. Dat zou €600 mln aan extra ebitda opleveren. Verder verwacht Credit Suisse dat de grondstoffenprijzen in het derde en vierde kwartaal van dit jaar weer iets zullen dalen. AkzoNobel heeft laten weten dat grondstofkosten – zoals pigmenten – in het eerste kwartaal €375 mln hoger zullen zijn en Credit Suisse rekent voor het hele jaar op een negatief effect van €662 mln.
Credit Suisse vindt AkzoNobel koopwaardig
Maar volgens de bank is de verffabrikant goed in staat om de prijzen te verhogen. Wel komen deze prijsstijgingen met één of twee kwartalen vertraging door. Credit Suisse handhaaft niettemin het koopadvies voor het aandeel AkzoNobel. Wel verlaagde de bank het koersdoel met €2 tot €105 omdat de waarderingen van de sectorgenoten zijn gedaald en vanwege een hogere schuldpositie.