Beleggers Belangen Live
Advies | Advies

Drie koopwaardige Europese bankaandelen

winst per aandeel
Michiel Pekelharing

Kunstmatige intelligentie prikkelt meer dan ooit de fantasie van beleggers, maar de mooiste rendementen konden de afgelopen tijd opvallend genoeg geboekt worden in de Europese banksector. Volgens Standard & Poor’s was dit zelfs de best presterende industrietak van het afgelopen kwartaal.

Ook op het Beursplein is die opmars goed zichtbaar. ABN Amro is bijvoorbeeld met een koersstijging van 66,3% de grootste stijger binnen de index in 2025. De winst van ING komt op 36% en bij Van Lanschot Kempen is dat 18%. Voor een groot deel zijn die mooie rendementen te danken aan sectorrotatie en een sterk meevallend renteklimaat.

Behoorlijke herwaardering

Op de beurs heeft dit een behoorlijke herwaardering in gang gezet. In het verleden waren beleggers hooguit bereid om 6 tot 8 maal de verwachte winst te betalen voor bankaandelen. In slechte tijden moesten banken namelijk flinke bedragen opzij zetten voor oninbare leningen, terwijl ook de financiële crisis van 2008 nog relatief vers in het geheugen zat. ABN Amro kwam indertijd zelfs in staatshanden terecht.

Inmiddels ziet de leningenportefeuille van Europese banken er behoorlijk anders uit dan vijftien jaar geleden. Het bedrijfsleven heeft beter de weg gevonden naar de obligatiemarkt, terwijl banken wat zwaarder leunen op de hypotheekportefeuilles. Onder meer dankzij de sterke huizenmarkt hebben Nederlandse grootbanken de afgelopen kwartalen nauwelijks geld opzij hoeven te zetten voor slechte leningen. Sterker nog: bij ABN Amro is er de laatste kwartalen vaker sprake van een vrijval uit dan een toevoeging aan de stroppenpot.

Ondanks de mooie winststijging en de aantrekkelijke dividenden moeten er toch wat kanttekeningen geplaatst worden bij de opwaardering van de Europese banksector. Als de economie vroeg of laat een tikje krijgt, moeten veel partijen toch wat meer opzij zetten voor slechte leningen dan wat beleggers nu lijken in te calculeren. Daar komt bij dat de consolidatieslag die de koersfantasie wat aanwakkert een wel heel wankele basis heeft.

Overnamespeculatie

De overnamespeculaties werden het afgelopen jaar onder meer aangewakkerd doordat Unicredit een positie van ruim 20% opbouwde in Commerzbank. De grootste bank van Italië vroeg en kreeg vervolgens groen licht van Europese toezichthouders om het belang te verhogen tot 29,9%. De transactie die het startschot had kunnen vormen voor een bredere overname- en fusieslag, is echter vastgelopen door weerstand vanuit Commerzbank, een kritische Duitse overheid die een grote ontslagronde vreest en complexe juridische obstakels. Op basis van dezelfde argumenten kon in september de vermeende interesse van KBC In ABN Amro al heel snel naar het rijk der fabelen worden verwezen.

Als overnamefantasie buiten beeld blijft, wordt het lastig om een prijskaartje op Nederlandse banken te plakken dat beduidend hoger ligt dan de beurskoers. ABN Amro stevent in het lopende boekjaar bijvoorbeeld af op een winst per aandeel van €2,50. 72% van de baten is afkomstig uit de netto rente-inkomsten. Die deinen na een scherp herstel in de afgelopen jaren nu vooral mee op het beleid van de ECB.

Dat geldt grotendeels ook voor ING, dat in 2025 eveneens voor driekwart van de baten afhankelijk is van de netto rente-inkomsten. Private bank Van Lanschot Kempen leunt juist relatief zwaar op commissie-inkomsten. Die groeien mee met het beheerd vermogen, zodat beleggers meer zicht hebben op een gestaag, voorspelbaar groeitempo. Na een koersstijging van ruim 500% sinds het voorjaar van 2000, heeft de koers echter een stapje terug gedaan toen die vermogensgroei leek stil te vallen.

Drie interessante koopkansen

Met het oog op de behoorlijk opgerekte waardering loont het voor beleggers in bankaandelen om verder te kijken dan Euronext Amsterdam. Zelfs voor wie wil profiteren van de consolidatieslag in de banksector, liggen er in andere landen mooiere kansen.

BPER Banca

In Italië bewijst BPER Banca dat er wel degelijk mogelijkheden liggen om in te spelen op de zoektocht naar schaalgrootte van Europese banken. De bank slaagt er bijvoorbeeld heel knap in om kleine en middelgrote overnames aan elkaar te rijgen, zonder daarbij overigens de landsgrens over te steken. In 2022 werd bijvoorbeeld Banca Carige ingelijfd en dit jaar werd €4,3 mrd op tafel gelegd voor Banco Popolaire di Sondrio. Omdat BPER naast traditionele bankdiensten ook sterk inzet op onder meer beleggen en verzekeren, is de bank minder afhankelijk van netto rente-inkomsten dan Nederlands grootbanken. In de eerste jaarhelft waren netto rente-inkomsten goed voor bijna 40% van de totale baten. De onderneming zet in de periode als onderdeel van het B:Dynamic-plan in op een groei van de commissie-inkomsten met €250 mln in de periode tot 2027, om zo de verwachte margedruk in het rentesegment te compenseren.

Onder meer door de overnamestrategie zijn de operationele risico’s wat groter. De bank heeft echter een sterk trackrecord voor de integraties en slaagt er goed in om de kosten voor slechte leningen in de hand te houden. Deze zogenaamde risicokosten daalden in het eerste halfjaar met 10 basispunten tot 31 basispunten. De aankoop van Banco Popolaire di Sondrio levert ondertussen mooie schaal- en kostenvoordelen op. BPER groeit in één klap uit tot de derde bank in Italië, gemeten naar leningen, spaartegoed en vestigingen. In de periode tot 2027 moeten de operationele kosten dankzij schaalvoordelen met 7% dalen. De combinatie van hogere commissie-inkomsten en dalende kosten, levert op papier een gemiddelde winstgroei op van circa 10%. Voor inkomstenbeleggers is het magische cijfer dat het streefniveau voor kapitaalbuffer CET1 over twee jaar uitkomt op 14,5%. Aan het eind van het eerste halfjaar kwam dat percentage nog uit op 16,2%. Het grote verschil onderstreept dat er nog veel ruimte ligt om het dividend (6,3% rendement) of de inkoop van eigen aandelen op te schroeven. Bovendien toont de wijze waarop BPER de marktpositie versterkt aan dat de onderneming een extra groeimotor heeft in vergelijking met de Nederlandse grootbanken.

Julius Baer

Voor beleggers die meer waarde hechten aan een gestaag groeiende inkomstenstroom, vormt Julius Baer een aantrekkelijk alternatief voor bijvoorbeeld Van Lanschot Kempen. De Zwitserse private bank beheerde eind juni een vermogen van 491 mrd Zwitserse frank voor haar klanten. Dat was 3% minder dan een jaar eerder. Die daling is deels het gevolg van de kracht van de frank, die binnen een jaar 12% won ten opzichte van de dollar. Meer dan de helft (52%) van het klantvermogen wordt aangehouden in de Amerikaanse munt. Ook de verkoop van Julius Baer Brazilië droeg bij aan de vermogensdaling. De netto vermogensinstroom verdubbelde in de eerste jaarhelft ruimschoots tot CHF7,9 mrd. Dat vertaalt zich naar een organisch groeitempo van net iets meer dan 3%. Het overgrote deel van de instroom is afkomstig uit landen die de zakenbank als sleutelmarkten ziet, zoals Hongkong, Singapore, India, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en het Midden-Oosten.

Waar Van Lanschot Kempen inzet op kralen rijgen via kleinere overnames, kiest Julius Baer juist meer voor samenwerkingsverbanden. In 2022 nam de onderneming een strategisch belang in de Chinese vermogensbeheerder GROW, om zo toegang te krijgen tot de onshore-markt van dat land. Overigens houdt het bedrijf wel de ogen open voor aankopen om de positie in sleutelmarkten te versterken. Vorig jaar werd bekend dat er overnamegesprekken waren gevoerd met branchegenoot EFG International. Die zijn uiteindelijk op niets uitgelopen, omdat de private bank indertijd al onder het vergrootglas lag van toezichthouders. Julius Baer had eerder dat jaar topman Philipp Rickenbacher opzij gezet nadat CHF606 mln afgeschreven moest worden op een leningenpakket aan vastgoedfonds Signa Holding. Het bedrijf heeft de private debt-activiteiten sindsdien gestaakt en de vrijgevallen topfunctie is nog altijd niet definitief ingevuld.

Dat vormt een behoorlijk contrast met Van Lanschot Kempen, waar Maarten Edixhoven sinds oktober 2021 een heel duidelijke strategie uitstippelt. De Nederlandse bank mikt via een mix van organische instroom, overnames en marktrendement op een groei van het beheerd vermogen met gemiddeld 10% per jaar. Julius Baer richt zich in dit opzicht alleen op het opschroeven van de netto-vermogensinstroom tot 4% à 5% van het totaal beheerd vermogen in 2028. Een tweede doelstelling is om de verhouding tussen operationele kosten en inkomsten terug te brengen tot minder dan 67%. In de eerste jaarhelft was deze efficiency ratio nog 72,8%. Bij Van Lanschot Kempen is dat percentage sinds 2020 al gedaald van 85,7% tot 70,1%. Het laatste doel van de huidige strategie van Julius Baer, is voor beleggers misschien nog wel het meest interessant.

De onderneming wil het aangepaste resultaat op het CET1-vermogen opschroeven tot minstens 30%. Behalve via een operationele verbeteringsslag, kan die doelstelling ook behaald worden via het verkleinen van de kapitaalbuffer. De huidige CET1 ratio van 15,6% biedt ruimte om het dividend wat verder op te schroeven. De belangrijkste beleggingscase voor Julius Baer is echter dat de waardering met een verwachte k/w van 9,8 kan toegroeien richting de 15,6 waarvoor Van Lanschot Kempen wordt verhandeld. De belangrijkste ingrediënten daarvoor zijn een betrouwbare topman die de markt overtuigt dat het beheerd vermogen gestaag gaat groeien. Het verwachte dividendrendement van 5,5% maakt het interessant om positie te kiezen in het Zwitserse aandeel in afwachting van een inhaalslag.

Banco Comercial Português

Banco Comercial Português (BCP) is net als BPER een voorbeeld van een Zuid-Europese bank die een metamorfose heeft ondergaan. Waar het concern tien jaar geleden nog kampte met een zwakke balans en beperkte winstcapaciteit, heeft het sindsdien de kapitaalbuffers aanzienlijk versterkt en het risico in de kredietportefeuille teruggebracht. Die schoonmaakoperatie maakt nu ruimte voor groei. Dankzij de sterke positie op de Portugese thuismarkt – waar BCP onder de merknaam Millennium bcp actief is – en de winstgevende activiteiten in Polen en Mozambique, beschikt de bank over meerdere groeipijlers die minder afhankelijk zijn van louter rentemarge.

In 2024 wist BCP de nettowinst met dubbele cijfers te verhogen, geholpen door stijgende commissie-inkomsten en een verdere afbouw van probleemkredieten. In 2021 heeft de bank een efficiëntie-slag ingezet die vorig jaar tot uitdrukking kwam in een efficiency ratio van 43%. Tegelijkertijd bouwt BCP gestaag aan een stabielere inkomstenmix, vergelijkbaar met de strategie van BPER Banca. Beleggings- en verzekeringsactiviteiten dragen inmiddels bijna een kwart bij aan de totale baten, waardoor de afhankelijkheid van de rentemarge verder afneemt. Het strategisch plan tot 2026 mikt op een jaarlijkse winstgroei van rond 8 à 10 %, ondersteund door digitale innovatie, kostenreductie en verdere normalisering van de kredietkosten. De bank wil de CET1-ratio op ten minste 14 % houden – voldoende ruimte voor een aantrekkelijk aandeelhouders- en dividendrendement (4,0%).

Advies aandelen BPER Banca, Julius Baer en Banco Comercial Português is ‘kopen’

Dankzij de combinatie van een solide kapitaalpositie, verbeterende efficiëntie en groei in fee-based activiteiten positioneert Banco Comercial Português (Investeerderspagina) zich als een aantrekkelijke belegging binnen de Zuid-Europese bankensector. Het aandeel noteert nog altijd tegen een bescheiden koers-winstverhouding van onder de 8, wat ruimte laat voor herwaardering zodra de doelstellingen uit het strategisch plan worden waargemaakt. Voor beleggers die, net als bij BPER Banca (Investeerderspagina) en Julius Baer (Investeerderspagina), zoeken naar banken met een herkenbare groeistrategie en duurzaam dividend, biedt BCP daarmee een interessant instappunt. Alle drie de banken verdienen een koopadvies. Het houd- en verkoopadvies voor respectievelijk ING en ABN Amro blijft ongewijzigd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Michiel Pekelharing

Michiel Pekelharing

Expert

Michiel Pekelharing (1976) schrijft sinds midden jaren ‘90 voor Beleggers Belangen, waar hij begon als junior (internet)redacteur. Inmiddels werkt hij als freelance financieel journalist. Naast zijn werk voor Beleggers Belangen is hij onder meer actief als hoofdredacteur van FondsNL. Michiel is gespecialiseerd in de aandelensectoren (bio)Chemie, Handel (zakelijk) en Industrie, en schrijft daarnaast veel over de ontwikkelingen op het vlak van beleggingsfondsen en ETF’s, gestructureerde producten en grondstoffen.

Meer artikelen van deze expert