Woorden centrale bankiers worden steeds minder waard
Dat is nieuw, net als negatieve rentetarieven. Beide nieuwe maatregelen geven aan dat wij in tijden leven waarin centrale bankiers bijzondere maatregelen nodig achten.
Ze hebben echter nog een instrument: de publiciteit. Met hun redevoeringen kunnen centrale bankiers aangeven wat zij van de economische ontwikkelingen vinden en hinten op toekomstige maatregelen. Als die hints de markt al richting geven, kunnen de echte maatregelen soms zelfs uitblijven. De kracht van de suggesties is de boodschap dat het voor marktpartijen geen zin heeft om tegen de centrale bankiers te speculeren omdat de meeste marktpartijen geloof hechten aan hun woorden.
In Japan is echter de situatie ontstaan dat de centrale bankier, Haruhiko Kuroda, langzaam het vertrouwen van de markt kwijtraakt. Uitlatingen over ongewenste ontwikkelingen worden niet gevolgd door maatregelen, en soms zijn Kuroda’s uitspraken zo onduidelijk dat de marktpartijen ze verschillend interpreteren. Dat beperkt de toekomstige effectiviteit van de Japanse centrale bank in grote mate.
In Europa en de VS moeten de presidenten van de centrale banken alle zeilen bijzetten opdat hun speeches nog effectief blijven. Mario Draghi van de ECB moet zijn woorden wegen omdat hij eigenlijk wil verruimen, maar bij gebrek aan geschikte regels soms pas op de plaats moet maken. Janet Yellen van de Fed wil eigenlijk verkrappen door de Fed-rentetarieven te verhogen, maar de Amerikaanse economie sputtert tegen. De financiële markten zijn nu bevreesd dat zij ze toch nog dit jaar verhoogt. Beide centrale bankiers zorgen momenteel voor grotere onzekerheid in de markt. Dat leidt tot hogere marktrentes (in Duitsland tot weer boven 0%) en dus tot soms aanzienlijk koersverlies op de tienjaars staatsschuld, zoals in de VS (zie grafiek).
Lees ook: Bedrijfsobligaties geven geen krimp